Lenovo ThinkCentre M55e (Dutch) User guide - Page 62

Reparatiediskette, maken, gebruiken, Stuurprogramma's, installeren, herstellen

Page 62 highlights

Een Reparatiediskette maken en gebruiken Als het niet lukt om naar het werkgebied van Rescue and Recovery te gaan of om Windows kunt u een Reparatiediskette gebruiken om het werkgebied van Rescue and Recovery te repareren of om een bestand te repareren dat nodig is om naar Windows te kunnen gaan. Het is verstandig om een dergelijke Reparatiediskette zo spoedig mogelijk te maken, zodat u ingedekt bent tegen alle mogelijke eventualiteiten. Om een Reparatiediskette te maken, doet u het volgende: 1. Start de computer en het besturingssysteem op. 2. Open een webbrowser en ga naar het volgende internetadres: http://www.lenovo.com/think/support/site.wss/document.do?lndocid=MIGR-54483 3. Plaats een lege diskette in diskettestation A. De informatie op die diskette wordt gewist en de diskette wordt geformatteerd. 4. Dubbelklik op de juiste bestandsnaam. De diskette wordt gemaakt. 5. Haal de diskette uit het station en plak er een etiket op met de tekst Reparatie- diskette. U gebruikt de reparatiediskette als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit. 2. Plaats de Reparatiediskette in diskettestation A. 3. Zet de computer aan en volg de instructies op het scherm. Opmerking: Als de reparatie zonder fouten wordt voltooid, kunt u toegang tot het werkgebied van Rescue and Recovery krijgen door herhaaldelijk op de toets F11 te drukken terwijl u de computer opnieuw opstart. Als u een geluidssignaal hoort of het logo-scherm ziet, laat u de toets F11 los.Na afloop van de reparatie kunt u ook weer naar de Windowsomgeving gaan. Als er tijdens de reparatie een foutbericht verschijnt, en de reparatie niet kan worden voortgezet, is er wellicht een probleem met de partitie waarop het werkgebied van Rescue and Recovery zich bevindt. Gebruik de noodherstelmedia voor toegang tot het werkgebied van Rescue and Recovery. Informatie over het maken en gebruiken van noodherstelmedia vindt u in "Noodherstelmedia maken en gebruiken" op pagina 43. Stuurprogramma's installeren of herstellen Voordat u stuurprogramma's kunt herstellen of installeren, moet er een besturingssysteem op uw computer zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over de documentatie en de diskette(s) of CD('s) met de software voor het apparaat. Stuurprogramma's voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich op de vaste schijf van de computer (doorgaans station C) in de map SWTOOLS\ drivers. Andere stuurprogramma's worden meegeleverd bij de desbetreffende apparaten. De meest recente stuurprogramma's voor bij fabricage geïnstalleerde apparaten vindt u ook op de website http://www.lenovo.com/think/support/. 44 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96

Een
Reparatiediskette
maken
en
gebruiken
Als
het
niet
lukt
om
naar
het
werkgebied
van
Rescue
and
Recovery
te
gaan
of
om
Windows
kunt
u
een
Reparatiediskette
gebruiken
om
het
werkgebied
van
Rescue
and
Recovery
te
repareren
of
om
een
bestand
te
repareren
dat
nodig
is
om
naar
Windows
te
kunnen
gaan.
Het
is
verstandig
om
een
dergelijke
Reparatiediskette
zo
spoedig
mogelijk
te
maken,
zodat
u
ingedekt
bent
tegen
alle
mogelijke
eventuali-
teiten.
Om
een
Reparatiediskette
te
maken,
doet
u
het
volgende:
1.
Start
de
computer
en
het
besturingssysteem
op.
2.
Open
een
webbrowser
en
ga
naar
het
volgende
internetadres:
3.
Plaats
een
lege
diskette
in
diskettestation
A.
De
informatie
op
die
diskette
wordt
gewist
en
de
diskette
wordt
geformatteerd.
4.
Dubbelklik
op
de
juiste
bestandsnaam.
De
diskette
wordt
gemaakt.
5.
Haal
de
diskette
uit
het
station
en
plak
er
een
etiket
op
met
de
tekst
Reparatie-
diskette.
U
gebruikt
de
reparatiediskette
als
volgt:
1.
Sluit
het
besturingssysteem
af
en
zet
de
computer
uit.
2.
Plaats
de
Reparatiediskette
in
diskettestation
A.
3.
Zet
de
computer
aan
en
volg
de
instructies
op
het
scherm.
Opmerking:
Als
de
reparatie
zonder
fouten
wordt
voltooid,
kunt
u
toegang
tot
het
werkgebied
van
Rescue
and
Recovery
krijgen
door
herhaaldelijk
op
de
toets
F11
te
drukken
terwijl
u
de
computer
opnieuw
opstart.
Als
u
een
geluidssignaal
hoort
of
het
logo-scherm
ziet,
laat
u
de
toets
F11
los.Na
afloop
van
de
reparatie
kunt
u
ook
weer
naar
de
Windows-
omgeving
gaan.
Als
er
tijdens
de
reparatie
een
foutbericht
verschijnt,
en
de
reparatie
niet
kan
wor-
den
voortgezet,
is
er
wellicht
een
probleem
met
de
partitie
waarop
het
werkgebied
van
Rescue
and
Recovery
zich
bevindt.
Gebruik
de
noodherstelmedia
voor
toegang
tot
het
werkgebied
van
Rescue
and
Recovery.
Informatie
over
het
maken
en
gebruiken
van
noodherstelmedia
vindt
u
in
“Noodherstelmedia
maken
en
gebruiken”
op
pagina
43.
Stuurprogramma’s
installeren
of
herstellen
Voordat
u
stuurprogramma’s
kunt
herstellen
of
installeren,
moet
er
een
besturings-
systeem
op
uw
computer
zijn
geïnstalleerd.
Zorg
dat
u
beschikt
over
de
documen-
tatie
en
de
diskette(s)
of
CD(’s)
met
de
software
voor
het
apparaat.
Stuurprogramma’s
voor
tijdens
fabricage
geïnstalleerde
apparaten
bevinden
zich
op
de
vaste
schijf
van
de
computer
(doorgaans
station
C)
in
de
map
SWTOOLS\
drivers.
Andere
stuurprogramma’s
worden
meegeleverd
bij
de
desbetreffende
apparaten.
De
meest
recente
stuurprogramma’s
voor
bij
fabricage
geïnstalleerde
apparaten
vindt
u
ook
op
de
website
44
Handboek
voor
de
gebruiker