Lenovo ThinkCentre M55e (Dutch) User guide - Page 67

Security, Profile, Device, gebruiken, opstartapparaat, selecteren, tijdelijk

Page 67 highlights

Security Profile by Device gebruiken Security Profile by Device wordt gebruikt om het de gebruiker mogelijk of onmogelijk te maken om met de volgende apparaten te werken: IDE-controller Diskette Drive Access Diskette Write Protect Als deze voorziening is ingesteld op Disable, worden alle apparaten die zijn aangesloten op de IDE-controller (bijvoorbeeld de vaste schijf of het CD-ROM-station) uitgeschakeld en niet weergegeven in de systeemconfiguratie. Als deze voorziening is ingesteld op Disabled, is het diskettestation niet toegankelijk. Als deze voorziening is ingesteld op Enable, worden alle diskettes behandeld alsof ze tegen schrijven zijn beschermd. U kunt de diskette wel lezen, maar u kunt er niet naar schrijven. Voor het instellen van Security Profile by Device, gaat u als volgt te werk: 1. Start het programma Setup Utility (zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 47). 2. In het menu van het programma Setup Utility selecteert u Security. 3. Selecteer Security Profile by Device. 4. Kies de gewenste apparaten en instellingen en druk op Enter. 5. Ga terug naar het menu van het programma Setup Utility en kies Exit en daarna Save Settings of Save and exit the Setup Utility. Opmerking: Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, kiest u Exit the Setup Utility without saving. Een opstartapparaat selecteren Als de computer niet opstart vanaf een bepaald apparaat, zoals een CD-ROM, diskette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstartapparaat in te stellen. Een tijdelijk opstartapparaat selecteren Gebruik deze procedure om op te starten vanaf een willekeurig apparaat. Opmerking: Niet alle CD's, vaste schijven en diskettes zijn opstartbaar. 1. Zet de computer uit. 2. Houd de toets F12 ingedrukt terwijl u de computer aanzet. Zodra het menu met opstartapparaten (Startup Devices) wordt afgebeeld, laat u de toets F12 weer los. Opmerking: Als u een USB-toetsenbord gebruikt en het menu Startup Device via deze methode niet wordt afgebeeld, houd de toets F12 dan niet voortdurend ingedrukt, maar druk er enkele keren op nadat u de computer hebt aangezet. 3. Selecteer het gewenste opstartapparaat in het menu Startup Device en druk op Enter. Opmerking: Door een opstartapparaat te selecteren in het menu Startup Device wordt de opstartvolgorde niet permanent gewijzigd. Hoofdstuk 5. Het programma Setup Utility gebruiken 49

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96

Security
Profile
by
Device
gebruiken
Security
Profile
by
Device
wordt
gebruikt
om
het
de
gebruiker
mogelijk
of
onmo-
gelijk
te
maken
om
met
de
volgende
apparaten
te
werken:
IDE-controller
Als
deze
voorziening
is
ingesteld
op
Disable
,
worden
alle
appara-
ten
die
zijn
aangesloten
op
de
IDE-controller
(bijvoorbeeld
de
vaste
schijf
of
het
CD-ROM-station)
uitgeschakeld
en
niet
weerge-
geven
in
de
systeemconfiguratie.
Diskette
Drive
Access
Als
deze
voorziening
is
ingesteld
op
Disabled
,
is
het
diskette-
station
niet
toegankelijk.
Diskette
Write
Protect
Als
deze
voorziening
is
ingesteld
op
Enable
,
worden
alle
diskettes
behandeld
alsof
ze
tegen
schrijven
zijn
beschermd.
U
kunt
de
diskette
wel
lezen,
maar
u
kunt
er
niet
naar
schrijven.
Voor
het
instellen
van
Security
Profile
by
Device,
gaat
u
als
volgt
te
werk:
1.
Start
het
programma
Setup
Utility
(zie
“Het
programma
Setup
Utility
starten”
op
pagina
47).
2.
In
het
menu
van
het
programma
Setup
Utility
selecteert
u
Security
.
3.
Selecteer
Security
Profile
by
Device
.
4.
Kies
de
gewenste
apparaten
en
instellingen
en
druk
op
Enter.
5.
Ga
terug
naar
het
menu
van
het
programma
Setup
Utility
en
kies
Exit
en
daarna
Save
Settings
of
Save
and
exit
the
Setup
Utility
.
Opmerking:
Als
u
de
wijzigingen
niet
wilt
opslaan,
kiest
u
Exit
the
Setup
Utility
without
saving
.
Een
opstartapparaat
selecteren
Als
de
computer
niet
opstart
vanaf
een
bepaald
apparaat,
zoals
een
CD-ROM,
dis-
kette
of
vaste
schijf,
gebruikt
u
een
de
volgende
procedures
om
een
opstart-
apparaat
in
te
stellen.
Een
tijdelijk
opstartapparaat
selecteren
Gebruik
deze
procedure
om
op
te
starten
vanaf
een
willekeurig
apparaat.
Opmerking:
Niet
alle
CD’s,
vaste
schijven
en
diskettes
zijn
opstartbaar.
1.
Zet
de
computer
uit.
2.
Houd
de
toets
F12
ingedrukt
terwijl
u
de
computer
aanzet.
Zodra
het
menu
met
opstartapparaten
(Startup
Devices)
wordt
afgebeeld,
laat
u
de
toets
F12
weer
los.
Opmerking:
Als
u
een
USB-toetsenbord
gebruikt
en
het
menu
Startup
Device
via
deze
methode
niet
wordt
afgebeeld,
houd
de
toets
F12
dan
niet
voortdurend
ingedrukt,
maar
druk
er
enkele
keren
op
nadat
u
de
computer
hebt
aangezet.
3.
Selecteer
het
gewenste
opstartapparaat
in
het
menu
Startup
Device
en
druk
op
Enter.
Opmerking:
Door
een
opstartapparaat
te
selecteren
in
het
menu
Startup
Device
wordt
de
opstartvolgorde
niet
permanent
gewijzigd.
Hoofdstuk
5.
Het
programma
Setup
Utility
gebruiken
49