Lenovo ThinkPad Edge E530 (Dutch) User Guide - Page 157

Problemen met de sluimerstand en de slaapstand, Probleem, Oplossing

Page 157 highlights

2. Ga naar de thuispagina van Microsoft Knowledge Base op http://support.microsoft.com/ en zoek naar de foutmelding. Problemen met de sluimerstand en de slaapstand • Probleem: De computer gaat onverwacht naar de sluimerstand. Oplossing: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te beschermen. Controleer met behulp van de Power Manager de instellingen voor de sluimerstand. • Probleem: De computer schakelt over naar de sluimerstand (de sluimerindicator wordt ingeschakeld) vlak na de power-on self-test. Oplossing: Controleer of: - De batterij opgeladen is. - De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Raadpleeg "Gebruiksomgeving" op pagina 14. Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, laat u de computer nakijken. • Probleem: Er wordt een foutmelding weergegeven over een lege batterij en de computer wordt meteen uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en op een stopcontact of vervang de batterij door een volledig opgeladen batterij. • Probleem: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op Fn hebt gedrukt om deze uit de sluimerstand te halen. Oplossing: Controleer of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer in de sluimerstand stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld, sluit het dan weer aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de sluimerstand. Als u de werking van de computer vanuit de sluimerstand wilt hervatten zonder een extern beeldscherm aan te sluiten of aan te zetten, drukt u op F6 om het beeldscherm van de computer te activeren. • Probleem: de computer kan de sluimerstand niet verlaten, of het systeemstatuslampje (het verlichte ThinkPad-logo) knippert langzaam en de computer werkt niet. Oplossing: als het systeem niet ontwaakt uit de sluimerstand, kan dat komen omdat het systeem automatisch in de sluimerstand of de slaapstand is gekomen, omdat de batterij leeg was. Check het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo). - Als het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de sluimerstand. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn. - Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop. Als het systeem nog steeds in de sluimerstand staat, reageert de computer mogelijk niet en kunt u de computer niet uitschakelen. In dat geval moet u een reset uitvoeren. Als u bepaalde gegevens nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Gaat het systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij. • Probleem: De computer gaat niet naar de sluimerstand of naar de slaapstand. Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de sluimerstand of naar de slaapstand gaat. Hoofdstuk 9. Computerproblemen oplossen 139

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180

2. Ga naar de thuispagina van Microsoft Knowledge Base op http://support.microsoft.com/ en zoek
naar de foutmelding.
Problemen met de sluimerstand en de slaapstand
Probleem
: De computer gaat onverwacht naar de sluimerstand.
Oplossing
: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de
sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te
beschermen. Controleer met behulp van de Power Manager de instellingen voor de sluimerstand.
Probleem
: De computer schakelt over naar de sluimerstand (de sluimerindicator wordt ingeschakeld)
vlak na de power-on self-test.
Oplossing
: Controleer of:
De batterij opgeladen is.
De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Raadpleeg “Gebruiksomgeving”
op pagina 14.
Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, laat u de computer
nakijken.
Probleem
: Er wordt een foutmelding weergegeven over een lege batterij en de computer wordt meteen
uitgeschakeld.
Oplossing
: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en
op een stopcontact of vervang de batterij door een volledig opgeladen batterij.
Probleem
: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op Fn hebt gedrukt om deze uit de
sluimerstand te halen.
Oplossing
: Controleer of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer
in de sluimerstand stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld, sluit het dan
weer aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de sluimerstand. Als u
de werking van de computer vanuit de sluimerstand wilt hervatten zonder een extern beeldscherm aan te
sluiten of aan te zetten, drukt u op F6 om het beeldscherm van de computer te activeren.
Probleem
: de computer kan de sluimerstand niet verlaten, of het systeemstatuslampje (het verlichte
ThinkPad-logo) knippert langzaam en de computer werkt niet.
Oplossing
: als het systeem niet ontwaakt uit de sluimerstand, kan dat komen omdat het systeem
automatisch in de sluimerstand of de slaapstand is gekomen, omdat de batterij leeg was. Check het
systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo).
Als het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de
sluimerstand. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn.
Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of
helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop.
Als het systeem nog steeds in de sluimerstand staat, reageert de computer mogelijk niet en kunt u
de computer niet uitschakelen. In dat geval moet u een reset uitvoeren. Als u bepaalde gegevens
nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de
aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Gaat het systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan
de wisselstroomadapter en de batterij.
Probleem
: De computer gaat niet naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
Oplossing
: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de
sluimerstand of naar de slaapstand gaat.
Hoofdstuk 9
.
Computerproblemen oplossen
139