Lenovo ThinkPad Edge E530 (Dutch) User Guide - Page 54

Bluetooth gebruiken, De status van de draadloze verbinding controleren

Page 54 highlights

Sommige ThinkPad-notebooks worden geleverd met een ingebouwde draadloos WAN-kaart, waarin bepaalde draadloos WAN-technieken zijn geïntegreerd, zoals 1xEV-DO, CDMA, HSPA, HSPA+, 3G of GPRS. Via die kaart kunt u verbinding maken met internet en met het netwerk van uw bedrijf. Met het bijbehorende configuratieprogramma stelt u de draadloos-WAN-verbinding in en bewaakt u de status ervan. Opmerking: De draadloos-WAN-service is niet in alle landen beschikbaar. Waar deze service beschikbaar is, wordt ze geleverd door van overheidswege goedgekeurde serviceproviders. Raadpleeg "Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie" op pagina 148 om vast te stellen waar de draadloos-WAN-antenne zich in uw computer bevindt. Om de draadloos-WAN-voorziening te gebruiken, start u het programma Access Connections. Zie "Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7" op pagina 15 voor informatie over hoe u het Access Connections-programma kunt starten. Bluetooth gebruiken Als de computer is uitgerust met een geïntegreerde Bluetooth-functie, kunt u deze in- of uitschakelen door op F9 te drukken. Wanneer u op F9 drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie weergegeven. U kunt de Bluetooth-functie met één klik in- of uitschakelen. Om een Bluetooth-apparaat te configureren of verbindingsinstellingen te beheren, gebruikt u Bluetooth-apparaten in het Configuratiescherm. 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid. 3. Klik op Apparaten en printers. Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen. 2. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaten. Voor meer informatie kunt u de Help-informatie van Windows raadplegen. Opmerking: Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de draadloze communicatie lager worden. De status van de draadloze verbinding controleren U kunt de status en de signaalsterkte van de draadloze verbinding van uw computer controleren via de Access Connections-meter op de taakbalk, of via het Access Connections-pictogram en het pictogram voor de status van de draadloze verbinding op de taakbalk. Access Connections-meter Met de Access Connections-meter op de taakbalk worden de signaalsterkte en de status van de draadloze verbinding weergegeven. U vindt meer informatie over de signaalsterkte en de status van de draadloze verbinding door het programma Access Connections te openen of met de rechtermuisknop op de Access Connections-meter op de taakbalk te klikken en Status van draadloze verbinding controleren te kiezen. • Status van Access Connections-meter: draadloos LAN - De radio voor draadloze communicatie staat uit of er is geen signaal. 36 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180

Sommige ThinkPad-notebooks worden geleverd met een ingebouwde draadloos WAN-kaart, waarin
bepaalde draadloos WAN-technieken zijn geïntegreerd, zoals 1xEV-DO, CDMA, HSPA, HSPA+, 3G of GPRS.
Via die kaart kunt u verbinding maken met internet en met het netwerk van uw bedrijf. Met het bijbehorende
configuratieprogramma stelt u de draadloos-WAN-verbinding in en bewaakt u de status ervan.
Opmerking:
De draadloos-WAN-service is niet in alle landen beschikbaar. Waar deze service beschikbaar
is, wordt ze geleverd door van overheidswege goedgekeurde serviceproviders.
Raadpleeg “Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie” op pagina 148 om vast te
stellen waar de draadloos-WAN-antenne zich in uw computer bevindt.
Om de draadloos-WAN-voorziening te gebruiken, start u het programma Access Connections. Zie
“Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7” op pagina 15 voor informatie over hoe u het Access
Connections-programma kunt starten.
Bluetooth gebruiken
Als de computer is uitgerust met een geïntegreerde Bluetooth-functie, kunt u deze in- of uitschakelen door
op F9 te drukken. Wanneer u op F9 drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie
weergegeven. U kunt de Bluetooth-functie met één klik in- of uitschakelen.
Om een Bluetooth-apparaat te configureren of verbindingsinstellingen te beheren, gebruikt u
Bluetooth-apparaten
in het Configuratiescherm.
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
.
2. Klik op
Hardware en geluid
.
3. Klik op
Apparaten en printers
.
Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen:
1. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen.
2. Selecteer
Verzenden naar
Bluetooth-apparaten
.
Voor meer informatie kunt u de Help-informatie van Windows raadplegen.
Opmerking:
Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer
tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de
draadloze communicatie lager worden.
De status van de draadloze verbinding controleren
U kunt de status en de signaalsterkte van de draadloze verbinding van uw computer controleren via de
Access Connections-meter op de taakbalk, of via het Access Connections-pictogram en het pictogram voor
de status van de draadloze verbinding op de taakbalk.
Access Connections-meter
Met de Access Connections-meter op de taakbalk worden de signaalsterkte en de status van de draadloze
verbinding weergegeven.
U vindt meer informatie over de signaalsterkte en de status van de draadloze verbinding door het programma
Access Connections te openen of met de rechtermuisknop op de Access Connections-meter op de taakbalk
te klikken en
Status van draadloze verbinding controleren
te kiezen.
Status van Access Connections-meter: draadloos LAN
De radio voor draadloze communicatie staat uit of er is geen signaal.
36
Handboek voor de gebruiker