Lenovo ThinkPad Edge E530 (Dutch) User Guide - Page 85

De SIM-kaart vervangen

Page 85 highlights

4. Plaats een volledig opgeladen batterij in de computer totdat deze op zijn plaats vastklikt 1 en plaats de batterijvergrendeling in de vergrendelde positie 2 . 5. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. De SIM-kaart vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Uw computer heeft mogelijk een SIM-kaart nodig om draadloze WAN-verbindingen tot stand te brengen. Afhankelijk van het land, moet u mogelijk een SIM-kaart aanschaffen, of is de SIM-kaart al in de computer geplaatst of maakt de SIM-kaart deel uit van het pakket waarmee de computer wordt geleverd. Als u in het pakket van de computer een SIM-kaart aantreft, is er in de SIM-kaartsleuf een dummykaart geplaatst. Volg in dat geval de onderstaande instructies. Opmerking: De SIM-kaart is te herkennen aan de chip die aan één kant van de kaart is bevestigd. U kunt de SIM-kaart als volgt vervangen: 1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. Wacht drie tot vijf minuten om de computer te laten afkoelen. 2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 3. Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwisselen" op pagina 65. 4. Zoek de sleuf voor de SIM-kaart in het batterijcompartiment. Duw voorzichtig tegen de kaart om deze uit de computer te verwijderen. Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen 67

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180

4. Plaats een volledig opgeladen batterij in de computer totdat deze op zijn plaats vastklikt
1
en plaats de
batterijvergrendeling in de vergrendelde positie
2
.
5. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan.
De SIM-kaart vervangen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
Uw computer heeft mogelijk een SIM-kaart nodig om draadloze WAN-verbindingen tot stand te brengen.
Afhankelijk van het land, moet u mogelijk een SIM-kaart aanschaffen, of is de SIM-kaart al in de computer
geplaatst of maakt de SIM-kaart deel uit van het pakket waarmee de computer wordt geleverd.
Als u in het pakket van de computer een SIM-kaart aantreft, is er in de SIM-kaartsleuf een dummykaart
geplaatst. Volg in dat geval de onderstaande instructies.
Opmerking:
De SIM-kaart is te herkennen aan de chip die aan één kant van de kaart is bevestigd.
U kunt de SIM-kaart als volgt vervangen:
1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. Wacht drie
tot vijf minuten om de computer te laten afkoelen.
2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
3. Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 65.
4. Zoek de sleuf voor de SIM-kaart in het batterijcompartiment. Duw voorzichtig tegen de kaart om
deze uit de computer te verwijderen.
Hoofdstuk 6
.
Apparaten vervangen
67