ProForm G720 Bench Dutch Manual - Page 16

Kleermakersspier voorkant van dij

Page 16 highlights

Eventjes rusten na iedere set. De ideale rust perioden zijn: • 3 minuten rust na iedere set als u een oefening uit- voert om uw spieren te ontwikkelen. • 1 minuut rust na ieder set als u oefent uw spieren te spannen. • 30 seconden rust na iedere set als u een afslankoe- fening uitvoert. Wen gedurende de eerste paar weken aan het apparaat en leer de juiste oefenhouding aan. AFKOELEN Eindig iedere workout met 5 tot 10 minuten met strekoefeningen. Zorg ervoor dat u uw benen en armen goed strekt. Beweeg langzaam wanneer u strekt- zorg ervoor dat u niet stuit. Met iedere strek oefening probeer zo soepel mogelijk te bewegen en sterk zover u kunt zonder dat u pijn veroorzakt. Het streken is zeer effectief om uw flexibiliteit te behouden. MOTIVATIE Om u te motiveren, houdt uw prestatie bij door uw oefeningen op te schrijven. U kunt de teballen op pagina 17 makkelijk copieren en daarvoor gebruiken. Schrijf de datum op, welke oefening u hebt uitgevoert, de gekozen weerstand, en het aantal voltooide herhalingen en sets. Schrijf ook uw gewicht en andere metingen aan het eind van iedere maand op. TEKENING MET SPIEREN A. Halsspier (nek) B. Grote borstspier (borst) C. Tweehoofdige armspier (voorkant AA van arm) LL BB D. Schuine spieren (middel) E. Spaakbeenspieren (voorarm) CC F. Heup buigspieren(bovendij) G. Spier die afvoert (buitendij) DD H. Dijbeenspieren (voorkant van dij) EE I. Kleermakersspier (voorkant van dij) J. Voorste scheenbeenspier (voorkant FF MM van kuit) K. Korte kuitbeenspier (voorkant van GG N N kuit) HH L. Voorste deltaspier (schouder) M. Rechte buikspier (maag) II N. Spier die aanvoert (binnen dij) O. Monnikskapspier (boven rug) JJ P. Ruitvormige rugspier (boven rug) Q. Achterste deltaspier (schouder) KK R. Driehoofdige armspier (achterkant van arm) S. Brede rugspier (middel van rug) T. Lage rugspier (lage rug) U. Middelste bilspier (heup) V. Grootste bilspier (billen) W. Hamstring (spier achter de knie) X. Korte kuitbeenspier (achterkant van kuit) OO PP QQ RR SS TT UU VV WW XX 16

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20

16
Eventjes rusten na iedere set. De ideale rust perioden
zijn:
• 3 minuten rust na iedere set als u een oefening uit-
voert om uw spieren te ontwikkelen.
• 1 minuut rust na ieder set als u oefent uw spieren te
spannen.
• 30 seconden rust na iedere set als u een afslankoe-
fening uitvoert.
Wen gedurende de eerste paar weken aan het appa-
raat en leer de juiste oefenhouding aan.
AFKOELEN
Eindig iedere workout met 5 tot 10 minuten met strek-
oefeningen. Zorg ervoor dat u uw benen en armen
goed strekt. Beweeg langzaam wanneer u strekt—
zorg ervoor dat u niet stuit. Met iedere strek oefening
probeer zo soepel mogelijk te bewegen en sterk zover
u kunt zonder dat u pijn veroorzakt. Het streken is
zeer effectief om uw flexibiliteit te behouden.
MOTIVATIE
Om u te motiveren, houdt uw prestatie bij door uw
oefeningen op te schrijven. U kunt de teballen op
pagina 17 makkelijk copieren en daarvoor gebruiken.
Schrijf de datum op, welke oefening u hebt uitgevoert,
de gekozen weerstand, en het aantal voltooide herha-
lingen en sets. Schrijf ook uw gewicht en andere
metingen aan het eind van iedere maand op.
TEKENING MET SPIEREN
A.
Halsspier (nek)
B.
Grote borstspier (borst)
C.
Tweehoofdige armspier (voorkant
van arm)
D.
Schuine spieren (middel)
E.
Spaakbeenspieren (voorarm)
F.
Heup buigspieren(bovendij)
G.
Spier die afvoert (buitendij)
H.
Dijbeenspieren (voorkant van dij)
I.
Kleermakersspier (voorkant van dij)
J.
Voorste scheenbeenspier (voorkant
van kuit)
K.
Korte kuitbeenspier (voorkant van
kuit)
L.
Voorste deltaspier (schouder)
M.
Rechte buikspier (maag)
N.
Spier die aanvoert (binnen dij)
O.
Monnikskapspier (boven rug)
P.
Ruitvormige rugspier (boven rug)
Q.
Achterste deltaspier (schouder)
R.
Driehoofdige armspier (achterkant
van arm)
S.
Brede rugspier (middel van rug)
T.
Lage rugspier (lage rug)
U.
Middelste bilspier (heup)
V.
Grootste bilspier (billen)
W.
Hamstring (spier achter de knie)
X.
Korte kuitbeenspier (achterkant van
kuit)
A
B
C
D
E
H
I
J
K
O
P
Q
R
S
T
V
W
X
N
M
L
F
G
U