Kenwood 702W Instruction Manual - Page 64

Oplossen van problemen

Page 64 highlights

Oplossen van problemen Een schijnbare storing van uw eenheid kan het gevolg zijn van een enigszins foutieve bediening of bedrading. Controleer voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw probleem. ? Spanning wordt niet ingeschakeld. ✔ De zekering is doorgebrand. ☞ Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gecontroleerd moet u de zekering door een van hetzelfde type vervangen. ✔ De motor is niet goed aan de beugel bevestigd. ☞ Laat de motor vastklikken aan de beugel. ? Er gebeurt niets wanneer u op de toetsen drukt. ✔ De computerchip in het toestel werkt niet normaal. ☞ Druk op de resettoets van het toestel (blz. 51). ? Het scherm is donker. ✔ Het toestel bevindt zich op een plaats waar de temperatuur laag is. ☞ Als de temperatuur van de monitoreenheid daalt, lijkt het scherm donkerder bij het inschakelen van de spanning door de eigenschappen van het vloeibaarkristalpaneel. Wacht even na het inschakelen van de spanning en laat de temperatuur stijgen. De normale helderheid keert terug. ✔ De "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere schermbedieningsniveaus zijn te laag. ☞ Stel de "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere schermbedieningen in op de juiste verlichting of stel ze terug op de in de fabriek ingestelde niveaus, zie (blz. 58). 64 | Nederlands

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132

64
|
Nederlands
Oplossen van problemen
Een schijnbare storing van uw eenheid kan het
gevolg zijn van een enigszins foutieve bediening
of bedrading. Controleer voordat u uw handelaar
raadpleegt eerst de volgende lijst voor een
mogelijke oplossing van uw probleem.
?
Spanning wordt niet ingeschakeld.
De zekering is doorgebrand.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft
gecontroleerd moet u de zekering door een
van hetzelfde type vervangen.
De motor is niet goed aan de beugel bevestigd.
Laat de motor vastklikken aan de beugel.
?
Er gebeurt niets wanneer u op de toetsen drukt.
De computerchip in het toestel werkt niet
normaal.
Druk op de resettoets van het toestel (blz. 51).
?
Het scherm is donker.
Het toestel bevindt zich op een plaats waar de
temperatuur laag is.
Als de temperatuur van de monitoreenheid
daalt, lijkt het scherm donkerder bij
het inschakelen van de spanning door
de eigenschappen van het vloeibaar-
kristalpaneel. Wacht even na het inschakelen
van de spanning en laat de temperatuur
stijgen. De normale helderheid keert terug.
De "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere
schermbedieningsniveaus zijn te laag.
Stel de "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere
schermbedieningen in op de juiste
verlichting of stel ze terug op de in de fabriek
ingestelde niveaus, zie <Initialiseren van de
gebruikersinstellingen> (blz. 58).