Lenovo ThinkStation C20 (Dutch) User Guide - Page 25

Geheugenmodules installeren of vervangen

Page 25 highlights

Figuur 9. De PCI-kaarthouder installeren Geheugenmodules installeren of vervangen Attentie: Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://support.lenovo.com In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule. Afhankelijk van he model heeft uw computer 6 of 12 sleuven voor het installeren van DDR3 ECC UDIMM's (double data rate 3 error correction code unbuffered dual in-line-line memory modules) of DDR3 ECC RDIMM's (double data rate 3 error correction code registered dual in-line-line memory modules). Zie "Locatie van onderdelen en aansluitingen op de systeemplaat" op pagina 10. Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende richtlijnen: • Gebruik ofwel DDR3 ECC UDIMM's of DDR3 ECC RDIMM's in uw computer. Gebruik niet zowel UDIMM's als RDIMM's in hetzelfde systeem. • Gebruik UDIMM's van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 24 GB of 48 GB. • Gebruik RDIMM's van 1 GB, 2 GB, 4 GB, 8 GB of 16 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 96 GB of 192 GB. • Installeer DIMM's in de volgorde die met nummers is afgebeeld op de systeemplaat (DIMM1, DIMM2, DIMM3 enzovoort). Installeer geheugenmodules eerst in de blauwe geheugenuitbreidingssleuven. Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 19

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90

Figuur 9. De PCI-kaarthouder installeren
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie:
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke
veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie
die bij de computer is
geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie
ThinkStation Veiligheid en Garantie
gaat u naar:
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
Afhankelijk van he model heeft uw computer 6 of 12 sleuven voor het installeren van DDR3 ECC UDIMM's
(double data rate 3 error correction code unbuffered dual in-line-line memory modules) of DDR3 ECC
RDIMM's (double data rate 3 error correction code registered dual in-line-line memory modules). Zie “Locatie
van onderdelen en aansluitingen op de systeemplaat” op pagina 10.
Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende richtlijnen:
Gebruik ofwel DDR3 ECC UDIMM's of DDR3 ECC RDIMM's in uw computer. Gebruik niet zowel UDIMM's
als RDIMM's in hetzelfde systeem.
Gebruik UDIMM's van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 24 GB
of 48 GB.
Gebruik RDIMM's van 1 GB, 2 GB, 4 GB, 8 GB of 16 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum
van 96 GB of 192 GB.
Installeer DIMM's in de volgorde die met nummers is afgebeeld op de systeemplaat (DIMM1, DIMM2,
DIMM3 enzovoort). Installeer geheugenmodules eerst in de blauwe geheugenuitbreidingssleuven.
Hoofdstuk 2
.
Hardware installeren en vervangen
19