Lenovo ThinkStation C20 (Dutch) User Guide - Page 58

Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden, Beheerderswachtwoord (Administrator password)

Page 58 highlights

Om de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik van een wachtwoord vergroot echter de veiligheid van computergebruik. Lees de volgende paragrafen als u besluit een wachtwoord in te stellen. Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden U kunt elke combinatie van maximaal 12 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Omwille van de veiligheid verdient het aanbeveling om een sterk wachtwoord te gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden geraden. U stelt als volgt een sterk wachtwoord in: Opmerking: Wachtwoorden in het programma Setup Utility zijn niet hoofdlettergevoelig. • Ze zijn minstens acht tekens lang • Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer • Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam • Ze vormen geen bekend woord of bekende naam • Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden Beheerderswachtwoord (Administrator password) Met de optie Set Administrator Password kunt u een beheerderswachtwoord instellen. Dit weerhoudt niet-gemachtigde gebruikers van het wijzigen van de configuratie-instellingen. Als u verantwoordelijk bent voor de instellingen van meerdere computers, is het verstandig met een beheerderswachtwoord te werken. Meer informatie over het instellen van een wachtwoord vindt u in "Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen" op pagina 52. Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma Setup Utility wilt starten een wachtwoordaanwijzing. Het programma Setup Utility kan pas worden gebruikt als het juiste beheerderswachtwoord is opgegeven. Indien u zowel een gebruikerswachtwoord als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u elk van beide wachtwoorden opgeven om met de computer te gaan werken. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven. Gebruikerswachtwoord Als u een gebruikerswachtwoord hebt ingesteld met de optie Set User Password, kan de computer pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is getypt. Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen In dit gedeelte vindt u instructies voor het instellen, wijzigen of verwijderen van een wachtwoord. U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen: 1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 51. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u Security ➙ Set Passwords. 3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Set Administrator Password of Set User Password. 4. Volg de instructies op het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te wissen. Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 12 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Meer informatie vindt u in "Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden" op pagina 52. 52 ThinkStation Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90

Om de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik
van een wachtwoord vergroot echter de veiligheid van computergebruik. Lees de volgende paragrafen als
u besluit een wachtwoord in te stellen.
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden
U kunt elke combinatie van maximaal 12 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Omwille van de
veiligheid verdient het aanbeveling om een sterk wachtwoord te gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden
geraden. U stelt als volgt een sterk wachtwoord in:
Opmerking:
Wachtwoorden in het programma Setup Utility zijn niet hoofdlettergevoelig.
Ze zijn minstens acht tekens lang
Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer
Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden
Beheerderswachtwoord (Administrator password)
Met de optie
Set Administrator Password
kunt u een beheerderswachtwoord instellen. Dit weerhoudt
niet-gemachtigde gebruikers van het wijzigen van de configuratie-instellingen. Als u verantwoordelijk bent
voor de instellingen van meerdere computers, is het verstandig met een beheerderswachtwoord te werken.
Meer informatie over het instellen van een wachtwoord vindt u in “Een wachtwoord instellen, wijzigen of
wissen” op pagina 52.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma Setup Utility
wilt starten een wachtwoordaanwijzing. Het programma Setup Utility kan pas worden gebruikt als het juiste
beheerderswachtwoord is opgegeven.
Indien u zowel een gebruikerswachtwoord als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u elk van
beide wachtwoorden opgeven om met de computer te gaan werken. Als u echter van plan bent uw
configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven.
Gebruikerswachtwoord
Als u een gebruikerswachtwoord hebt ingesteld met de optie
Set User Password
, kan de computer pas
worden gebruikt als het juiste wachtwoord is getypt.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het instellen, wijzigen of verwijderen van een wachtwoord.
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 51.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u
Security
Set Passwords
.
3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord,
Set Administrator Password
of
Set User Password
.
4. Volg de instructies op het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te wissen.
Opmerking:
U kunt elke combinatie van maximaal 12 alfabetische en numerieke tekens gebruiken.
Meer informatie vindt u in “Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden” op pagina 52.
52
ThinkStation Handboek voor de gebruiker