Nikon 2177 User Manual - Page 91

Scherpstelling bij een voorafbepaalde, reproductieverhouding, Opmerkingen bij close-upfotografie en

Page 91 highlights

6. Scherpstelling bij een voorafbepaalde reproductieverhouding De reproductieverhouding is de verhouding tussen het beeldformaat op film en het werkelijke formaat van het onderwerp. Als het beeld op het matglas bijvoorbeeld een vijfde van de werkelijke grootte heeft, dan is de reproductieverhouding 1:5. Doe het volgende om met een voorafbepaalde reproductieverhouding te fotograferen: a Draai met de hand aan de scherpstelring tot het gewenste cijfer op de reproductieverhoudingsschaal naast de afstandsindexlijn staat. b Richt op het onderwerp, verander van positie door dichterbij of verderweg van het onderwerp te gaan staan, tot het beeld in de zoeker scherp wordt. Zie de tabel op pagina 150 om de juiste reproductieverhouding voor iedere scherpstelafstand te vinden. 7. Opmerkingen bij close-upfotografie en duplicatiewerk Bewegende camera De AF-S Micro NIKKOR 60mm f/2.8G ED biedt zulke sterke beeldvergroting dat zelfs de kleinste beweging tijdens de opname het beeld troebel kan maken. Zorg dat de camera op een driepootstatief staat en gebruik een kabelontspanner of afstandsbedieningskabel om de ontspanknop te bedienen. Korte werkafstand Nl Bij hoge reproductieverhoudingen met close-upopnames, is de scherptediepte zeer klein. Om de scherptediepte te vergroten, diafragmeert u de lens en plaatst u de camera daarna voorzichtig neer om te zorgen dat het belangrijkste oppervlak van het onderwerp zich in hetzelfde gebied bevindt als de scherpstelling. • Stel handmatig scherp wanneer u het close-upobjectief gebruikt. Close-up bevestiging Reproductieverhouding Onderwerpveld (cm) Scherpgestelde afstand (cm) Nr. 5T 1/11,1-1,07 26,7 x 40,0 - 2,24 x 3,36 80,6 - 18,5 Nr. 6T 1/5,7 -1,14 13,6 x 20,5 - 2,11 x 3,16 48,2 - 18,5 Nr. 5T + 6T 1/4,2 -1,20 10,0 x 15,0 - 2,00 x 3,00 41,2 - 18,5 91

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154

91
Nl
6.
Scherpstelling bij een voorafbepaalde
reproductieverhouding
De reproductieverhouding is de verhouding tussen het
beeldformaat op film en het werkelijke formaat van het onderwerp.
Als het beeld op het matglas bijvoorbeeld een vijfde van de
werkelijke grootte heeft, dan is de reproductieverhouding 1:5.
Doe het volgende om met een voorafbepaalde
reproductieverhouding te fotograferen:
a
Draai met de hand aan de scherpstelring tot het gewenste cijfer op
de reproductieverhoudingsschaal naast de afstandsindexlijn staat.
b
Richt op het onderwerp, verander van positie door dichterbij of
verderweg van het onderwerp te gaan staan, tot het beeld in
de zoeker scherp wordt.
Zie de tabel op pagina 150 om de juiste reproductieverhouding
voor iedere scherpstelafstand te vinden.
7.
Opmerkingen bij close-upfotografie en duplicatiewerk
Bewegende camera
De AF-S Micro NIKKOR 60mm f/2.8G ED biedt zulke sterke
beeldvergroting dat zelfs de kleinste beweging tijdens de opname
het beeld troebel kan maken. Zorg dat de camera op een
driepootstatief staat en gebruik een kabelontspanner of
afstandsbedieningskabel om de ontspanknop te bedienen.
Korte werkafstand
Bij hoge reproductieverhoudingen met close-upopnames, is de
scherptediepte zeer klein. Om de scherptediepte te vergroten,
diafragmeert u de lens en plaatst u de camera daarna voorzichtig
neer om te zorgen dat het belangrijkste oppervlak van het
onderwerp zich in hetzelfde gebied bevindt als de scherpstelling.
• Stel handmatig scherp wanneer u het close-upobjectief gebruikt.
Close-up
bevestiging
Reproductieverhouding
Onderwerpveld (cm)
Scherpgestelde
afstand (cm)
Nr. 5T
1/11,1–1,07
26,7 x 40,0 – 2,24 x 3,36
80,6 – 18,5
Nr. 6T
1/5,7 –1,14
13,6 x 20,5 – 2,11 x 3,16
48,2 – 18,5
Nr. 5T + 6T
1/4,2 –1,20
10,0 x 15,0 – 2,00 x 3,00
41,2 – 18,5