ProForm Premier 1300 Treadmill Dutch Manual - Page 21

Een Vooraf Ingestelde Oefening

Page 21 highlights

 Voordat u de handgreep hartslagmonitor gebruikt, verwij­ dert u het plastic laagje van de metalen con­ tactpunten op de sensorstang. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. Contact­ punten Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleuning staan en houdt u de sensorstang met de metalen contactpunten op uw handpalmen vast -beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal wor­ den weergegeven wanneer uw pols gemeten kan worden. Houd de contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. De ventilator heeft verschillende snel­ heidsinstellingen. Druk herhaaldelijik op de ventilatortoetsen om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten. 8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met oefenen. Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de terug-toets op het scherm aan of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen­ vatting van de oefening op het scherm verschijnen. Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofdscherm als u het oefening­ overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui­ ken, zet u de stroomschakelaar in de Off (uit)stand en neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten. EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.  Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde 18. 2. Kies een vooraf ingestelde oefening.  U kunt ook drukken op de toets Incline (helling), de toets Intensity (intensiteit), de toets Speed (snelheid), of de toets Calorie (calorieën) op het bedieningspaneel, om een vooraf ingestelde oefening te kiezen. Let op: U kunt ook op de toets met het hardlopertje drukken op het scherm om het menu oefeningen te kiezen. Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal de naam, de duur en de afstand van de oefening weergeven. Het scherm zal ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver­ branden en een profiel van de hellinginstellingen van de oefening weergeven. 3. Start de oefening. ETPE15816  Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening starten) om de oefening te laten(PbeEgTinLn1e5n8. 1K6o)rt nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop­ band te bewegen. Houd de handleuningen vast en begin te lopen. Elke oefening is in verschillende segmenten ver­ deeld. Er is één snelheidsinstelling en één helling­ instelling voor elk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan/ kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro­ grammeerd worden. Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro­ fiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het huidige segment van de oefening aangeven. Het onderste profiel geeft de hellinginstelling van het huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft de snelheidsinstelling van het huidige segment weer. Aan het einde van het eerste segment van de oefe­ ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en/of hellinginstellingen voor het volgende segment. 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44

21
Voordat u de
handgreep
hartslagmonitor
gebruikt, verwij-
dert u het plastic
laagje van de
metalen con-
tactpunten op
de sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten,
gaat u op de voetleu-
ning staan
en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen vast
beweeg uw handen niet.
Uw hartslag zal wor-
den weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden.
Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7.
Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
verschillende snel-
heidsinstellingen. Druk
herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om
een ventilatorsnelheid te
kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de
terug-toets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen-
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de Off (uit)-
stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op
bladzijde 18.
2.
Kies een vooraf ingestelde oefening.
U kunt ook drukken op de toets Incline (helling),
de toets Intensity (intensiteit), de toets Speed
(snelheid), of de toets Calorie (calorieën) op het
bedieningspaneel, om een vooraf ingestelde
oefening te kiezen. Let op: U kunt ook op de toets
met het hardlopertje drukken op het scherm om het
menu oefeningen te kiezen.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver-
branden en een profiel van de hellinginstellingen
van de oefening weergeven.
3. Start de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening
starten) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop-
band te bewegen. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in verschillende segmenten ver-
deeld. Er is één snelheidsinstelling en één helling-
instelling voor elk segment geprogrammeerd. Let
op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan/
kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro-
grammeerd worden.
Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro-
fiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het
huidige segment van de oefening aangeven. Het
onderste profiel geeft de hellinginstelling van het
huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft
de snelheidsinstelling van het huidige segment
weer.
Aan het einde van het eerste segment van de oefe-
ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en/of hellinginstellingen voor het
volgende segment.
Contact-
punten