ProForm Premier 1300 Treadmill Dutch Manual - Page 33

Trek De Stroomkabel Uit.

Page 33 highlights

SYMPTOOM: De iFit instelling werkt niet naar behoren a. Als de iFit-modus niet naar behoren werkt, dient u erop te letten dat de loopband de allernieuwste firmware heeft (zie stap 3 op bladzijde 27). SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert niet juist a.  Kalibreer het hellingsysteem (zie stap 4 op bladzijde 27). Zoek de Snelheidssensor (110) en de Magneet (109) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Draai indien nodig de #8 x 3/4" Trusskopschroef (14), beweeg de Snelheidssensor iets, en draai de Trusskopschroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheidsmeting juist is. SYMPTOOM: De loopband maakt geen verbinding met het draadloze netwerk Boven- a. Zorg dat de draadloze instellingen op het bedie­ ningspaneel juist zijn (zie bladzijde 28). aanzicht 110 14 3 mm 49 109 b. Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk juist zijn. c. Als u aanvullende vragen heeft, zie het voorblad van deze handleiding. SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK DE STROOMKABEL UIT. Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (2). Draai voorzichtig de Motorkap (65) eraf. a 2 65 2 2 a. M ocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 meter of korter. b. Als de loopband te strak staat draait de loopband langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha­ digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STROOMKABEL UIT. Draai beide schroeven van de spanrol met de inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek de stroom­ kabel in. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. b 5-7 cm Schroeven van de Spanrol 33

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44

33
SYMPTOOM: De iFit instelling werkt niet naar
behoren
a.
Als de iFit-modus niet naar behoren werkt, dient
u erop te letten dat de loopband de allernieuwste
firmware heeft (zie stap 3 op bladzijde 27).
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a.
Kalibreer het hellingsysteem (zie stap 4 op
bladzijde 27).
SYMPTOOM: De loopband maakt geen verbinding
met het draadloze netwerk
a.
Zorg dat de draadloze instellingen op het bedie-
ningspaneel juist zijn (zie bladzijde 28).
b.
Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk
juist zijn.
c.
Als u aanvullende vragen heeft, zie het voorblad
van deze handleiding.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK DE STROOMKABEL UIT.
Verwijder de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (2). Draai voorzichtig de
Motorkap (65) eraf.
Zoek de Snelheidssensor (110) en de Magneet
(109) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor.
Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is.
Draai indien nodig de #8 x 3/4" Trusskopschroef
(14), beweeg de Snelheidssensor iets, en draai
de Trusskopschroef weer vast. Maak de Motorkap
(niet afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om te controleren of de
snelheidsmeting juist is.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a.
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b.
Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha-
digd worden. Verwijder de sleutel en
TREK DE
STROOMKABEL UIT.
Draai beide schroeven van
de spanrol met de inbussleutel een kwartslag tegen
de klok in. Als de loopband goed vastligt moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
band in het midden blijft liggen. Steek de stroom-
kabel in. Plaats de sleutel en laat de loopband een
paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed
vastzit.
65
2
a
2
2
Schroeven van de Spanrol
5–7 cm
b
109
14
110
3 mm
49
Boven-
aanzicht