Sennheiser ew 300 Instructions for Use - Page 201

Frequentie,kanalen selecteren, Modulatie instellen (alleen zender

Page 201 highlights

SenSit Frequentie, kanalen selecteren Ǡ Door indrukken van de toetsen ̆/̄ kunt u onmiddellijk tussen de kanalen (presets) wisselen. De aanduiding knippert. De wijziging wordt onmiddellijk werkzaam. Ǡ Door drukken op de toets SET wordt de invoer bevestigd. De aanduiding knippert niet meer. Opmerking: U kunt definiëren welke standaardweergave (frequentie, kanaalnummer of de naam bij de ontvanger EM 300) aan het menubegin zal worden aangewezen (u "Standaardweergave omschakelen"). De frequentieaanduiding is vooraf bij de producent als standaard ingesteld. Modulatie instellen (alleen zender) Een overmodulatie kan optreden als de spreker te dicht bij de microfoon staat of als de stemmen of de muziek te luid is. In dit geval wordt het gezonden geluid vervormd weergegeven. Bij de ontvanger EM 300 wordt een overmodulatie door oplichten van het segment "PEAK" (NF-bereik) aangewezen. Bij de zender SK 300 begint de gele "Audio Peak" LED te lichten. Is anderzijds de gevoeligheid te laag ingesteld, wordt het gezonden geluid te zwak gemoduleerd. Hierdoor wordt het signaal met een sterke interferentieruis weergegeven. Om die reden moet u de gevoeligheid dusdanig instellen, dat uitsluitend als het geluid zijn maximale volume bereikt het segment "PEAK" in het NF-bereik van de ontvanger oplicht. Als aanknopingspunt voor uw eigen instellingen kunt u de volgende basis-waarden benutten: luide muziek/zang: Presentatie: Interview: -30 / -20 dB -20 / -10 dB -10 / 0 dB Ǡ Selecteer met de toets SET het menupunt "SEnSit". Op het display wordt "SEnSit" en aansluitend de actuele waarde weergegeven. Ǡ Met de toetsen ̆/̄ kunt u nu de gevoelgheid wijzigen. U kunt de gevoelgheid in 10-dB-stappen tussen 0 en -30 dB wijzigen. De ingestelde waarde knippert op het display en wordt onmiddellijk overgenomen. Ǡ Druk op de toets SET, om naar het menubegin terug te keren. Op het display wordt weer de standaardweergave aangewezen. 201

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224

201
Frequentie, kanalen selecteren
±
Door indrukken van de toetsen
±
/
²
kunt u onmiddellijk tussen de
kanalen (presets) wisselen. De aanduiding knippert. De wijziging wordt
onmiddellijk werkzaam.
±
Door drukken op de toets
SET
wordt de invoer bevestigd. De aan-
duiding knippert niet meer.
Opmerking:
U kunt definiëren welke standaardweergave (frequentie, kanaalnummer
of de naam bij de ontvanger EM 300) aan het menubegin zal worden
aangewezen (
³
“Standaardweergave omschakelen”). De frequentie-
aanduiding is vooraf bij de producent als standaard ingesteld.
Modulatie instellen (alleen zender)
Een overmodulatie kan optreden als de spreker te dicht bij de microfoon
staat of als de stemmen of de muziek te luid is. In dit geval wordt het gezonden
geluid vervormd weergegeven. Bij de ontvanger EM 300 wordt een over-
modulatie door oplichten van het segment “
PEAK
” (NF-bereik) aangewezen.
Bij de zender SK 300 begint de gele “Audio Peak” LED te lichten. Is anderzijds
de gevoeligheid te laag ingesteld, wordt het gezonden geluid te zwak
gemoduleerd. Hierdoor wordt het signaal met een sterke interferentieruis
weergegeven.
Om die reden moet u de gevoeligheid dusdanig instellen, dat uitsluitend als
het geluid zijn maximale volume bereikt het segment “
PEAK
” in het NF-be-
reik van de ontvanger oplicht. Als aanknopingspunt voor uw eigen instellingen
kunt u de volgende basis-waarden benutten:
luide muziek/zang:
-30 / -20 dB
Presentatie:
-20 / -10 dB
Interview:
-10 / 0 dB
±
Selecteer met de toets
SET
het menupunt “
SEnSit
”. Op het display
wordt “SEnSit” en aansluitend de actuele waarde weergegeven.
±
Met de toetsen
±
/
²
kunt u nu de gevoelgheid wijzigen. U kunt de
gevoelgheid in 10-dB-stappen tussen 0 en -30 dB wijzigen. De ingestelde
waarde knippert op het display en wordt onmiddellijk overgenomen.
±
Druk op de toets
SET
, om naar het menubegin terug te keren. Op het
display wordt weer de standaardweergave aangewezen.
SenSit