Lenovo ThinkCentre A52 (Dutch) Quick reference guide - Page 20

Reflectie, verlichting, Luchtcirculatie, Stopcontacten, kabellengte

Page 20 highlights

Reflectie en verlichting Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en weerkaatsing van lampen, ramen en andere lichtbronnen. Zelfs licht dat wordt weerkaatst door glimmende oppervlakken kan hinderlijke reflecties op uw beeldscherm veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting door lampen te dimmen of door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm het zonlicht dan af met gordijnen of een zonnescherm. Wellicht moet u de helderheid en het contrast van het beeldscherm in de loop van de dag enkele malen bijstellen. De verlichting is immers niet de hele dag constant. Wanneer het niet mogelijk is om reflecties te vermijden of de verlichting aan te passen, kan een anti-reflectiescherm uitkomst bieden. Een dergelijk scherm kan de duidelijkheid van het beeld echter verminderen. Het is daarom beter om er pas een te gebruiken wanneer geen van de andere mogelijkheden soelaas biedt. Een stoflaag verergert de problemen die door reflectie worden veroorzaakt. Vergeet niet uw beeldscherm regelmatig schoon te maken met een zachte, vochtige doek en een vloeibare, niet-schurende glasreiniger. Luchtcirculatie De computer en het beeldscherm produceren warmte. In de computer zit een ventilator die frisse lucht naar binnen zuigt en warme lucht naar buiten blaast. De warme lucht van het beeldscherm ontsnapt automatisch via ventilatiespleten. Wanneer de ventilatiespleten geblokkeerd zijn, kan er oververhitting ontstaan. Dit kan storingen of beschadigingen tot gevolg hebben. Plaats de computer en het beeldscherm zodanig dat de ventilatiespleten niet worden geblokkeerd; 5 cm ventilatieruimte is over het algemeen voldoende. Zorg er ook voor dat de lucht niet naar iemand anders wordt geblazen. Stopcontacten en kabellengte De plaats van stopcontacten en de lengte van de netsnoeren en kabels van de printer en andere apparaten kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke opstelling van de computer. Denk bij het opstellen van de computer aan het volgende: v Vermijd het gebruik van verlengsnoeren. Sluit het netsnoer van de computer indien mogelijk direct op een stopcontact aan. v Houd netsnoeren en kabels uit de buurt van looppaden en andere plaatsen waar mensen er over kunnen struikelen of tegenaan kunnen lopen. Meer informatie over netsnoeren vindt u in Bijlage D, "Kennisgevingen", op pagina 73in dit boek. 2 Naslagboekje

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102

Reflectie
en
verlichting
Stel
het
beeldscherm
zo
op
dat
u
zo
min
mogelijk
last
hebt
van
schittering
en
weerkaatsing
van
lampen,
ramen
en
andere
lichtbronnen.
Zelfs
licht
dat
wordt
weerkaatst
door
glimmende
oppervlakken
kan
hinderlijke
reflecties
op
uw
beeldscherm
veroorzaken.
Zet
het
beeldscherm
indien
mogelijk
zo
neer
dat
het
loodrecht
op
de
ramen
en
andere
lichtbronnen
staat.
Verminder
indien
nodig
de
bovenverlichting
door
lampen
te
dimmen
of
door
minder
sterke
lampen
te
gebruiken.
Als
u
het
beeldscherm
in
de
buurt
van
een
raam
neerzet,
scherm
het
zonlicht
dan
af
met
gordijnen
of
een
zonnescherm.
Wellicht
moet
u
de
hel-
derheid
en
het
contrast
van
het
beeldscherm
in
de
loop
van
de
dag
enkele
malen
bijstellen.
De
verlichting
is
immers
niet
de
hele
dag
constant.
Wanneer
het
niet
mogelijk
is
om
reflecties
te
vermijden
of
de
verlichting
aan
te
passen,
kan
een
anti-reflectiescherm
uitkomst
bieden.
Een
dergelijk
scherm
kan
de
duidelijkheid
van
het
beeld
echter
verminderen.
Het
is
daarom
beter
om
er
pas
een
te
gebruiken
wanneer
geen
van
de
andere
mogelijkheden
soelaas
biedt.
Een
stoflaag
verergert
de
problemen
die
door
reflectie
worden
veroorzaakt.
Vergeet
niet
uw
beeldscherm
regelmatig
schoon
te
maken
met
een
zachte,
vochtige
doek
en
een
vloeibare,
niet-schurende
glasreiniger.
Luchtcirculatie
De
computer
en
het
beeldscherm
produceren
warmte.
In
de
computer
zit
een
ventilator
die
frisse
lucht
naar
binnen
zuigt
en
warme
lucht
naar
buiten
blaast.
De
warme
lucht
van
het
beeldscherm
ontsnapt
automatisch
via
ventilatie-
spleten.
Wanneer
de
ventilatiespleten
geblokkeerd
zijn,
kan
er
oververhitting
ontstaan.
Dit
kan
storingen
of
beschadigingen
tot
gevolg
hebben.
Plaats
de
computer
en
het
beeldscherm
zodanig
dat
de
ventilatiespleten
niet
worden
geblokkeerd;
5
cm
ventilatieruimte
is
over
het
algemeen
voldoende.
Zorg
er
ook
voor
dat
de
lucht
niet
naar
iemand
anders
wordt
geblazen.
Stopcontacten
en
kabellengte
De
plaats
van
stopcontacten
en
de
lengte
van
de
netsnoeren
en
kabels
van
de
printer
en
andere
apparaten
kunnen
van
invloed
zijn
op
de
uiteindelijke
opstelling
van
de
computer.
Denk
bij
het
opstellen
van
de
computer
aan
het
volgende:
v
Vermijd
het
gebruik
van
verlengsnoeren.
Sluit
het
netsnoer
van
de
computer
indien
mogelijk
direct
op
een
stopcontact
aan.
v
Houd
netsnoeren
en
kabels
uit
de
buurt
van
looppaden
en
andere
plaatsen
waar
mensen
er
over
kunnen
struikelen
of
tegenaan
kunnen
lopen.
Meer
informatie
over
netsnoeren
vindt
u
in
Bijlage
D,
“Kennisgevingen”,
op
pagina
73in
dit
boek.
2
Naslagboekje