ProForm 3.8 Treadmill Dutch Manual - Page 16
Hoe De Handmatige Modus Te Gebruiken
View all ProForm 3.8 Treadmill manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 16 highlights
HOE DE HANDMATIGE MODUS TE GEBRUIKEN 6. Volg uw vorderingen op de display. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 14. Als u op de loopband stapt of loopt, zal de volgende informatie op de display verschijnen: • De verlopen tijd [TIME]. 2. Personaliseer de instellingen van het bedieningspaneel, als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 14. 3. Selecteer de handmatige modus. • De gestapte of gelopen [DISTANCE] afstand. • De snelheid [SPEED] van de loopband. • De hellingsgraad [INCLINE] van de loopband. • Het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij benadering heeft verbrand. Telkens als u de sleutel in het oefentoestel steekt, zal de handmatige modus worden geselecteerd. Als u een oefening heeft geselecteerd, druk op de toets Klassieke Oefeningen starten/afsluiten [CLASSIC WORKOUT ENTER/EXIT] om naar de handmatige modus terug te keren. 4. Start de loopband en stel de snelheid bij. Om de loopband te starten, druk op de Starttoets [START], de Snelheid + [SPEED] toets, of een van de tien genummerde toetsen. Opmerking: Als u de toetsen heeft ingedrukt, kan het een tijdje duren voordat de loopband de gewenste snelheid bereikt. Als u op de Starttoets of de Snelheid + toets drukt, zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 km/u. Tijdens de oefening kunt u de snelheid van de loopband bijstellen door op de Snelheid + of - toetsen te drukken. Telkens als u op de toets drukt, zal de snelheid met 0,1 km/u. verhogen. Als u de toets ingedrukt houdt, dan zal de snelheid met 0,5 km/u. verhogen. Als u op een van de tien genummerde snelheidstoetsen drukt, dan zal de loopband geleidelijk de snelheid verhogen totdat de gewenste snelheid bereikt is. • De datum [JAN, FEB, MAR, APR, MAY, JUN, JUL, AUG, SEPT, OCT, NOV, DEC]. • Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag kan slechts worden weergegeven als u de handsensoren of de optionele borstkas-sensoren gebruikt. • Op de display kan ook de afbeelding van een loper worden getoond. Als u de snelheid van de loopband verhoogd of verlaagd, zal de loper sneller of trager beginnen te lopen. Het bedieningspaneel beschikt over twee displayopties. Afhankelijk van de gekozen optie, zal verschillende informatie worden getoond. Druk de Navigatie[NAVIGATION] toets herhaaldelijk naar links of naar rechts om de gewenste display-optie te selecteren. Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de Snelheid + toets of een van de tien genummerde snelheidstoetsen. 5. De helling van de loopband naar wens bijstellen. Opmerking: Onafhankelijk van de geselecteerde display-modus, zullen de snelheids- of hellingsinstellingen enkele seconden op de display verschijnen telkens als u de instellingen wijzigt. Uw hartslag zal ook op de display verschijnen telkens als u de handsensoren gebruikt (zie stap 7 op pagina 17). Om de helling van de loopband te veranderen, druk op de Helling omhoog [INCLINE INCREASE] of omlaag-toetsen [INCLINE DECREASE], of een van de zes genummerde hellingpercentagetoetsen. Telkens als u op de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk worden bijgesteld totdat de geselecteerde hellingsgraad wordt bereikt. Opmerking: Op het bedieningspaneel kunnen de snelheid en de afstand in mijlen of kilometers worden weergegeven. Om de geselecteerde meeteenheid te zien of de eenheid te wijzigen, zie de INFORMATIEMODUS op pagina 23. Opmerking: Voor uw gemak, worden alle instructies van dit onderdeel in kilometers weergegeven. 16