ProForm 3.8 Treadmill Dutch Manual - Page 21

Workouts Enter/Exit Klassieke Oefeningen

Page 21 highlights

De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de rechterkant van het profiel komt. De loopband zal dan beginnen te vertragen en stoppen. Als de snelheids- of hellinginstellingen van het huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende segment begint, zal de loopband de snelheid en de helling automatisch aan het nieuwe segment aanpassen. Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband begint te draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband de snelheid en de helling automatisch aan het volgende segment aanpassen. 6. Verander de oefening naar wens. Als u dat wilt, kunt u tijdens uw oefensessie de instellingen wijzigen. Om de snelheid of een hellingsgraad van het huidige segment te veranderen, moet u gewoon op de Snelheids- en Hellingstoetsen drukken. Als het huidige segment voltooid is, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen worden opgeslagen. Om de duur van de oefening te verhogen, wacht eerst tot de oefening voltooid is. Druk dan op de Starttoets en programmeer de snelheids- en hellingsinstellingen voor alle nieuwe segmenten; leeroefeningen kunnen in 40 segmenten worden onderverdeeld. Als u alle nieuwe segmenten heeft toegevoegd, druk twee keer op de Stoptoets en dan op de toets Classic Workouts Enter/Exit (Klassieke Oefeningen starten/afsluiten). 7. Meet uw hartslag als u dat wilt. Raadpleeg stap 7 op pagina 17. 8. Zet de ventilator aan als u dat wilt. Raadpleeg stap 8 op pagina 17. 9. Als u de oefening heeft beëindigd, verwijder de sleutel van het bedieningspaneel. Raadpleeg stap 9 op pagina 17. 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

21
De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de
rechterkant van het profiel komt. De loopband zal
dan beginnen te vertragen en stoppen.
Als de snelheids- of hellinginstellingen van het
huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u
de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of
Hellingtoetsen te drukken.
Als het volgende seg-
ment begint, zal de loopband de snelheid en de
helling automatisch aan het nieuwe segment
aanpassen.
Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk
op de Starttoets. De loopband begint te draaien met
een snelheid van 2 km/u. Als het volgende segment
van de oefening begint, dan zal de loopband de
snelheid en de helling automatisch aan het vol-
gende segment aanpassen.
6.
Verander de oefening naar wens.
Als u dat wilt, kunt u tijdens uw oefensessie de in-
stellingen wijzigen.
Om de snelheid of een
hellingsgraad van het huidige segment te veran-
deren,
moet u gewoon op de Snelheids- en
Hellingstoetsen drukken. Als het huidige segment
voltooid is, zullen de nieuwe instellingen in het
geheugen worden opgeslagen.
Om de duur van
de oefening te verhogen,
wacht eerst tot de oe-
fening voltooid is. Druk dan op de Starttoets en pro-
grammeer de snelheids- en hellingsinstellingen voor
alle nieuwe segmenten; leeroefeningen kunnen in
40 segmenten worden onderverdeeld.
Als u alle
nieuwe segmenten heeft toegevoegd,
druk twee
keer op de Stoptoets en dan op de toets Classic
Workouts Enter/Exit (Klassieke Oefeningen
starten/afsluiten).
7.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg stap 7 op pagina 17.
8.
Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Raadpleeg stap 8 op pagina 17.
9.
Als u de oefening heeft beƫindigd, verwijder de
sleutel van het bedieningspaneel.
Raadpleeg stap 9 op pagina 17.