ProForm 3.8 Treadmill Dutch Manual - Page 18

Meet uw hartslag als u dat wilt.

Page 18 highlights

4. Druk op de Starttoets [START] om de oefening te starten. Nadat u op de Starttoets heeft gedrukt, zal de loopband automatisch de snelheid en de helling van het eerste segment starten. Houd de handleuningen vast en begin te stappen. Als de snelheids- of hellinginstellingen van het huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende segment begint, zal de loopband de snelheid en de helling automatisch aan het nieuwe segment aanpassen. 5. Volg uw vorderingen op de display. Als u de vooraf ingestelde oefening of het afvalprogramma selecteert, verschijnt op de display de resterende tijd [TIME] van de oefening, de gelopen [DISTANCE] of gestapte afstand, het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij benadering heeft verbrand, de hellingsgraad [INCLINE] en de snelheid [SPEED] van de loopband. Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband begint te draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband de snelheid en de helling automatisch aan het volgende segment aanpassen. 6. Meet uw hartslag als u dat wilt. Het profiel van de snelheidsinstellingen van de oefeningen verschijnt ook op de display. Het pijltje onder het profiel geeft uw vorderingen aan. Raadpleeg stap 7 op pagina 17. 7. Zet de ventilator aan als u dat wilt. Aan het einde van het eerste segment van één minuut, zult u een aantal pieptonen horen. Als er een andere snelheid en/of hellingsgraad voor het tweede segment geprogrammeerd is, dan zal de snelheid en/of hellingsgraad op het bedieningspaneel beginnen te knipperen om u te waarschuwen. De loopband zal dan de snelheid en de hellingsgraad automatisch aanpassen aan het tweede segment. Raadpleeg stap 8 op pagina 17. 8. Als u uw oefening heeft beëindigd, verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel. Raadpleeg stap 9 op pagina 17. De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de rechterkant van het profiel komt. De loopband zal dan beginnen te vertragen en stoppen. 18

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

18
4.
Druk op de Starttoets [START] om de oefening
te starten.
Nadat u op de Starttoets heeft gedrukt, zal de loop-
band automatisch de snelheid en de helling van
het eerste segment starten. Houd de handleunin-
gen vast en begin te stappen.
5.
Volg uw vorderingen op de display.
Als u de vooraf ingestelde oefening of het afvalpro-
gramma selecteert, verschijnt op de display de
resterende tijd [TIME] van de oefening, de gelopen
[DISTANCE] of gestapte afstand, het aantal calo-
rieën [CALORIES] dat u bij benadering heeft ver-
brand, de hellingsgraad [INCLINE] en de snelheid
[SPEED] van de loopband.
Het profiel van de snelheidsinstellingen van de oe-
feningen verschijnt ook op de display. Het pijltje
onder het profiel geeft uw vorderingen aan.
Aan het einde van het eerste segment van één
minuut, zult u een aantal pieptonen horen. Als er
een andere snelheid en/of hellingsgraad voor het
tweede segment geprogrammeerd is, dan zal de
snelheid en/of hellingsgraad op het bedieningspa-
neel beginnen te knipperen om u te waarschuwen.
De loopband zal dan de snelheid en de hellings-
graad automatisch aanpassen aan het tweede
segment.
De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de
rechterkant van het profiel komt. De loopband zal
dan beginnen te vertragen en stoppen.
Als de snelheids- of hellinginstellingen van het
huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u
de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of
Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende seg-
ment begint,
zal de loopband de snelheid en de
helling automatisch aan het nieuwe segment
aanpassen.
Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk
op de Starttoets. De loopband begint te draaien
met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende
segment van de oefening begint, dan zal de loop-
band de snelheid en de helling automatisch aan
het volgende segment aanpassen.
6.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg stap 7 op pagina 17.
7.
Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Raadpleeg stap 8 op pagina 17.
8.
Als u uw oefening heeft beëindigd, verwijder de
sleutel uit het bedieningspaneel.
Raadpleeg stap 9 op pagina 17.