ProForm 3.8 Treadmill Dutch Manual - Page 17
Hoe Een Vooraf Ingestelde Oefening
View all ProForm 3.8 Treadmill manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 17 highlights
7. Meet uw hartslag als u dat wilt. U kunt uw hartslag meten met de handsensoren of met de optionele borstkas-sensoren (zie pagina 23 voor meer informatie over de optionele borstkassensoren). Opmerking: Als u de handsensoren en de borstkas-sensoren tegelijkertijd gebruikt, zal het bedieningspaneel uw hartslag niet correct weergeven. HOE EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING OF EEN AFVALPROGRAMMA TE GEBRUIKEN 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE DE ELEKTRICIEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 14. 2. Kies het oefenmenu. Voordat u de handsensoren gebruikt, verwijder de doorzichtige plastic velletjes van de metalen contacten. Zorg ervoor dat uw handen proper zijn. Om uw hart- slag te meten, zet een voet op de voetle- uning en houd de metalen contacten van de handleun- Contactpunten ing vast - houd uw han- den stil. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal een hartsymbool op de display beginnen te flikkeren en dan wordt uw hartslag weergegeven. Voor een correcte hartslagweergave, houd de handsensoren 15 seconden vast. Opmerking: Als u een oefening heeft gekozen, dan zal uw hartslag op de display worden weergegeven samen met de andere informatie. 8. Zet de ventilator aan als u dat wilt. U kunt de ventilator snel of traag laten draaien. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets [FAN] om de ventilatorsnelheid te kiezen of de ventilator uit te schakelen. Opmerking: Als de ventilator aan staat en de loopband wordt uitgeschakeld, dan zal de ventilator automatisch na enkele minuten worden afgezet. Om het oefenmenu te kiezen, druk op de toets Klassieke Oefeningen starten/afsluiten [CLASSIC WORKOUT ENTER/EXIT]. Het oefenmenu zal op de display verschijnen. 3. Kies een vooraf ingestelde oefening of een afvalprogramma. Om een van de zes vooraf ingestelde oefeningen te kiezen of een van de afvalprogrammaʼs, druk de Navigatietoets eerst naar links of naar rechts om de optie vooraf ingestelde oefeningen [PRESET WROKOUTS] of de optie afvalprogramma's [WEIGHT LOSS WORKOUTS] te markeren en druk dan op de Keuzetoets. Druk de Navigatietoets naar links en naar rechts of naar boven en naar beneden totdat de naam van de gewenste vooraf ingestelde oefening of het gewenste afvalprogramma op de display verschijnt. Opmerking: Om naar het vorige menu terug te keren, druk op de Terug-toets [BACK]. Om naar de handmatige modus te gaan, druk op de toets Klassieke Oefeningen starten/afsluiten. Als u een vooraf ingestelde oefening of een afvalprogramma kiest, dan zal de naam van de oefening, de duur van de oefening [PROG TIME], de maximale helling [MAX INC] en de maximale snelheid [MAX SPD] op de display worden getoond. Er zal ook een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening op de display verschijnen. 9. Als u uw oefeningen heeft beëindigd, verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel. Ga op de voetleuningen staan, druk op de Stoptoets [STOP] en stel de helling van de loopband op de laagste stand. De helling moet op de laagste stand staan als u de loopband in de opbergpositie wilt vouwen zonder het oefentoestel te beschadigen. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en zet het toestel op een veilige plaats. Als u de loopband wilt stopzetten, zet de reset/off- stroomschakelaar op de "off"-positie en trek het stroomsnoer uit de stekker. Belangrijk: Als u dat niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband snel verslijten. 17 De vooraf ingestelde oefening is onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut. Elk afvalprogramma is onderverdeeld in 20, 30, 40 of 45 segmenten van één minuut. U moet voor elk segment de snelheid en de helling programmeren. Opmerking: U kunt voor verschillende opeenvolgende segmenten dezelfde snelheid en/of helling programmeren.