ProForm 475 Audio Series Treadmill Dutch Manual - Page 18

Hoe Een Persoonlijk Trainingspro

Page 18 highlights

HOE EEN PERSOONLIJK TRAININGSPROGRAMMA TE GEBRUIKEN 1 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 16. 2 Uw gewicht invoeren als u dat wilt. Zie stap 2 op pagina 16. 3 Selecteer een persoonlijk trainingsprogramma. Om een persoonlijk trainingsprogramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Persoonlijke Trainings-programmatoets totdat "P 1", "P 2", "P 3" of "P 4" op de display verschijnt. Als u een persoonlijk trainingsprogramma hebt geselecteerd, dan zal de maximale snelheid van het programma een paar seconden op de displays beginnen te flikkeren en er zal een profiel van de snelheidsinstellingen over de matrix rollen Op de display wordt dan de duur van het programma. 4 Op de Start-toets of de Versnellings-toets drukken om het programma te starten. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Ieder programma is in 30 of 50 segementen van elk één minuut verdeeld. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Aandacht: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. De snelheid van het eer- ste segment zal aange- Huidig Segment geven worden in de kolom van het Huidig Segment van de piste, welke opflikkert op de display. (De helling instelling wordt niet op de piste aangegeven.) De snelheidsinstellingen voor de vol- gende vier segmenten worden in de kolommen rechts weergegeven. De kolom van het Huidig Segment en de eerste kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog maar drie seconden overblijven in het eerste segment. Er klinkt een serie geluidssignalen. Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling opflikkeren wanneer de snelheid en/ou de helling van de loopband gaan veranderen. Wanneer het eerste segment voltooid is zullen alle instellingen een kolom naar links verplaatst worden. De snelheid voor het tweede segment wordt dan in de kolom van het Huidig Segment (welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de helling van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aanpassen. Opmerking: als alle indicatoren in de kolom voor het huidige segment brand bewegen de snelheidsinstellingen omlaag zodat alleen de hoogste indicatoren in het programma piste worden getoond. Het programma gaat door totdat de snelheidsinstellingen voor het laatste segment worden weergegeven in de kolom voor het Huidige Segment en er geen tijd resteert. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Een bijkomende indicator zal gaan branden of uitgaan in de kolom van het Huidig Segment wanneer u een paar keer op de Snelheid toetsen drukt. Als in enig van de kolommen rechts van de kolom van het Huidig Segment evenveel indicatoren opflikkeren als in de kolom van het Huidig Segment dan kan nog een indicator gaan branden of uitgaan in die kolommen. Aandacht: De loopband zal wanneer het huidig segment van het programma voltooid is automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen. Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk te stoppen. De tijd zal op de display beginnen te flikkeren. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Start-toets of de Versnellingstoets. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling van het volgende segment instellen. Om het programma te stoppen, druk op de Stop-toets, verwijder de sleutel en steek de sleutel opnieuw in de loopband. 18

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31

18
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 16.
Uw gewicht invoeren als u dat wilt.
Zie stap 2 op pagina 16.
Selecteer een persoonlijk trainingspro-
gramma.
Om een persoonlijk
trainingsprogramma te
kiezen, druk herhaalde-
lijk op de Persoonlijke
Trainings-programma-
toets totdat “P 1”, “P 2”,
“P 3” of “P 4” op de display verschijnt. Als u een
persoonlijk trainingsprogramma hebt geselec-
teerd, dan zal de maximale snelheid van het pro-
gramma een paar seconden op de displays begin-
nen te flikkeren en er zal een profiel van de snel-
heidsinstellingen over de matrix rollen Op de dis-
play wordt dan de duur van het programma.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma is in 30 of 50 segementen van
elk één minuut verdeeld. Ieder segment heeft één
instelling voor de helling en voor de snelheid.
Aandacht: dezelfde snelheid en/of helling instel-
ling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op-
eenvolgende segmenten worden geprogram-
meerd.
De snelheid van het eer-
ste segment zal aange-
geven worden in de
kolom van het Huidig
Segment van de piste,
welke opflikkert op de
display. (De helling instelling wordt niet op de piste
aangegeven.) De snelheidsinstellingen voor de vol-
gende vier segmenten worden in de kolommen
rechts weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en/ou de helling
van de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen
alle instellingen een kolom naar links verplaatst
worden.
De snelheid voor het tweede segment
wordt dan in de kolom van het Huidig Segment
(welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de
helling van de loopband zullen zich automatisch
aan het tweede segment aanpassen. Opmerking:
als alle indicatoren in de kolom voor het huidige
segment brand
bewegen de snelheidsinstellingen
omlaag
zodat alleen de hoogste indicatoren in het
programma piste worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer-
gegeven in de kolom voor het Huidige Segment en
er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang-
zaam tot stilstand.
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstel-
ling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door
op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken.
Een bijkomende indicator zal gaan branden of uit-
gaan in de kolom van het Huidig Segment wan-
neer u een paar keer op de Snelheid toetsen
drukt. Als in enig van de kolommen rechts van de
kolom van het Huidig Segment evenveel indicato-
ren opflikkeren als in de kolom van het Huidig
Segment dan kan nog een indicator gaan branden
of uitgaan in die kolommen.
Aandacht: De loop-
band zal wanneer het huidig segment van het
programma voltooid is automatisch de snel-
heid en de helling voor het volgende segment
instellen.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. De tijd zal op de display beginnen te
flikkeren. Om het programma opnieuw te starten,
druk op de Start-toets of de Versnellingstoets. De
loopband zal met een snelheid van 2 km/h begin-
nen te draaien. De loopband zal wanneer het vol-
gend segment van het programma start automa-
tisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen. Om het programma te stoppen,
druk op de Stop-toets, verwijder de sleutel en
steek de sleutel opnieuw in de loopband.
4
3
2
1
Huidig Segment
HOE EEN PERSOONLIJK TRAININGSPRO-
GRAMMA TE GEBRUIKEN