TEAC PE-505 Owners Manual Deutsch Italiano Nederlands Svenska - Page 38

Namen en functies voorpaneel, Schakelaar STANDBY/ON

Page 38 highlights

Namen en functies voorpaneel A Schakelaar STANDBY/ON Gebruik deze om het apparaat op standby te zetten of in te schakelen. B Schakelaar GAIN Gebruik dit om de gain van de versterker in te stellen. Eerst instellen op LOW daarna het geluidsvolume controleren. Als het geluidsvolume te laag is, stel dan HIGH in. HIGH gebruikt een gain van 12 dB meer dan LOW. C Selectieknop impedantie Stel de belastingsimpedantie in volgens het type element (MC/ MM) dat door de aangesloten analoge draaitafel wordt gebruikt (pagina 39). oo De indicator voor de gekozen impedantie brandt. oo Als de ingangsschakelaar (INPUT) is ingesteld op XLR, kan de instelling MM voor element niet worden geselecteerd. De XLR-aansluitingen zijn alleen voor gebruik met MC-elementen. D Toets METER Druk op deze toets om de helderheid van de meters als volgt aan te passen. Helder e normaal e gedimd e uit e uit (meter uit) E Meter Dit geeft het geluidsvolume aan van het aandeel subsone frequenties (6 Hz en lager). Tijdens meting wordt de impedantie van het MC-element weergegeven (pagina 39). F Toets MEASURE Gebruik dit om de impedantie van het MC-element te meten. oo De indicator boven de toets brandt tijdens de meting. oo Tijdens het meten van impedantie wordt er geen afspeelgeluid weergegeven. G Selectieknop EQ CURVE Selecteer de curve die bij de afgespeelde grammofoonplaat het meest natuurlijk klinkt. De opties zijn RIAA (curve voor stereo LP afspelen), DECCA (DECCA LP) en COLUMBIA (Columbia LP) (pagina 39). H Ingangsschakelaar (INPUT) Selecteer welke aansluitingen zijn verbonden met de analoge draaitafel. I Toets MONO Schakel dit in bij gebruik van een mono element. oo De indicator boven deze knop gaat branden als de functie is ingeschakeld. J Knop SUBSONIC Ingeschakeld wordt er een filter actief met een afsnijfrequentie van 17 Hz en een stijlheid van −24 dB/oct. Bij het afspelen van een grammofoonplaat met vervormd oppervlak kan dit onnodige beweging van de woofer voorkomen. oo De indicator boven deze knop gaat branden als de functie is ingeschakeld. 38

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60

38
Namen en functies voorpaneel
A
Schakelaar STANDBY/ON
Gebruik deze om het apparaat op standby te zetten of in te
schakelen.
B
Schakelaar GAIN
Gebruik dit om de gain van de versterker in te stellen.
Eerst instellen op LOW daarna het geluidsvolume controle-
ren. Als het geluidsvolume te laag is, stel dan HIGH in. HIGH
gebruikt een gain van 12 dB meer dan LOW.
C
Selectieknop impedantie
Stel de belastingsimpedantie in volgens het type element (MC/
MM) dat door de aangesloten analoge draaitafel wordt gebruikt
(pagina 39).
o
De indicator voor de gekozen impedantie brandt.
o
Als de ingangsschakelaar (INPUT) is ingesteld op XLR, kan de
instelling MM voor element niet worden geselecteerd. De
XLR-aansluitingen zijn alleen voor gebruik met MC-elementen.
D
Toets METER
Druk op deze toets om de helderheid van de meters als volgt
aan te passen.
Helder
e
normaal
e
gedimd
e
uit
e
uit (meter uit)
E
Meter
Dit geeft het geluidsvolume aan van het aandeel subsone fre-
quenties (6 Hz en lager).
Tijdens meting wordt de impedantie van het MC-element
weergegeven (pagina 39).
F
Toets MEASURE
Gebruik dit om de impedantie van het MC-element te meten.
o
De indicator boven de toets brandt tijdens de meting.
o
Tijdens het meten van impedantie wordt er geen afspeelgeluid
weergegeven.
G
Selectieknop EQ CURVE
Selecteer de curve die bij de afgespeelde grammofoonplaat
het meest natuurlijk klinkt. De opties zijn RIAA (curve voor ste-
reo LP afspelen), DECCA (DECCA LP) en COLUMBIA (Columbia
LP) (pagina 39).
H
Ingangsschakelaar (INPUT)
Selecteer welke aansluitingen zijn verbonden met de analoge
draaitafel.
I
Toets MONO
Schakel dit in bij gebruik van een mono element.
o
De indicator boven deze knop gaat branden als de functie is
ingeschakeld.
J
Knop SUBSONIC
Ingeschakeld wordt er een filter actief met een afsnijfrequentie
van 17 Hz en een stijlheid van −24 dB/oct.
Bij het afspelen van een grammofoonplaat met vervormd
oppervlak kan dit onnodige beweging van de woofer voorko-
men.
o
De indicator boven deze knop gaat branden als de functie is
ingeschakeld.