ProForm Premier 900 Treadmill Dutch Manual - Page 18

De Handmatige Instelling Gebruiken

Page 18 highlights

HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband voor de eerste keer gaat gebruiken. 1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.  Let op: Voor toegang tot internet, het downloaden van iFit-oefeningen en het gebruik van verschil­ lende andere functies van het bedieningspaneel, dient u te zijn aangesloten op een draadloos netwerk. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN op bladzijde 28, om het bedie­ ningspaneel aan te sluiten op uw draadloze netwerk. 2. Controleer op firmware updates. Zie eerst stap 1 op bladzijde 24 en stap 2 op blad­ zijde 27 en kies de onderhoudsinstelling. Zie dan stap 3 op bladzijde 27 en controleer op firmware updates. 3. Het hellingsysteem kalibreren.  Zie stap 4 op bladzijde 27 en kalibreer het hel­ lingsysteem van de loopband. 4. Maak een iFit-account aan.  Raak het wereldbolletje in de hoek linksonder van het scherm aan en raak de toets iFit aan.  De browser zal de iFit.com homepagina openen. Volg dan de informatie op de website om u te registreren voor uw iFit-lidmaatschap. Let op: Zie bladzijde 26 voor meer informatie over het navige­ ren in de browser. Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trainen kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg over de verschillende oefeningen en andere functies die het bedieningspaneel biedt. Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad­ zijde 18. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefening, zie bladzijde 20. Voor gebruik van een oefening met een vooraf ingesteld doel, zie blad­ zijde 21. Voor gebruik van een hartslagoefening, zie bladzijde 22. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie bladzijde 23. Voor gebruik van de instellingen van het apparaat, zie bladzijde 24. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde 26. Voor gebruik van de internet browser, zie bladzijde 26. Voor gebruik van de onderhoudsmodus, zie bladzijde 27. Voor gebruik van de draadloze netwerkmodus, zie bladzijde 28. BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de band en leg, indien nodig, de band in het midden (zie bladzijde 32). DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.  Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde 17. Let op: Het kan eventjes duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik. 2. Kies het hoofdmenu. Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd­ menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart. Raak de home-toets aan in de hoek linksonder op het scherm om te allen tijde terug te keren naar het hoofdmenu. 3. Start de band en stel de snelheid bij. Om de loop­ band te starten, drukt u op de toets Start op het scherm of op de toets Run (uitvoe­ ren) op het bedieningspaneel. U kunt ook drukken op de toets Manual (handmatig) op het bedieningspaneel en vervolgens drukken op de toets Resume (her­ vatten) op het scherm. De loopband zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te draaien. U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de band naar wens veranderen door op de toenametoets en de afnametoets Speed (snelheid) te drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheids­ instelling met 0,1 km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 km/u. 18

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40

18
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1.
Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Let op: Voor toegang tot internet, het downloaden
van iFit-oefeningen en het gebruik van verschil-
lende andere functies van het bedieningspaneel,
dient u te zijn aangesloten op een draadloos
netwerk. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 28, om het bedie-
ningspaneel aan te sluiten op uw draadloze
netwerk.
2. Controleer op firmware updates.
Zie eerst stap 1 op bladzijde 24 en stap 2 op blad-
zijde 27 en kies de onderhoudsinstelling. Zie dan
stap 3 op bladzijde 27 en controleer op firmware
updates.
3. Het hellingsysteem kalibreren.
Zie stap 4 op bladzijde 27 en kalibreer het hel-
lingsysteem van de loopband.
4. Maak een iFit-account aan.
Raak het wereldbolletje in de hoek linksonder van
het scherm aan en raak de toets iFit aan.
De browser zal de iFit.com homepagina openen.
Volg dan de informatie op de website om u te
registreren voor uw iFit-lidmaatschap. Let op: Zie
bladzijde 26 voor meer informatie over het navige-
ren in de browser.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trainen
kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg
over de verschillende oefeningen en andere functies
die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige modus,
zie blad-
zijde 18.
Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening,
zie bladzijde 20.
Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel,
zie blad-
zijde 21.
Voor gebruik van een hartslagoefening,
zie
bladzijde 22.
Voor gebruik van een iFit-oefening,
zie
bladzijde 23.
Voor gebruik van de instellingen van het apparaat,
zie bladzijde 24.
Voor gebruik van het geluidssys-
teem,
zie bladzijde 26.
Voor gebruik van de internet
browser,
zie bladzijde 26.
Voor gebruik van de
onderhoudsmodus,
zie bladzijde 27.
Voor gebruik
van de draadloze netwerkmodus,
zie bladzijde 28.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 32).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
Let op: Het kan eventjes duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor
gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart. Raak de home-toets aan in de hoek
linksonder op het scherm om te allen tijde terug te
keren naar het hoofdmenu.
3.
Start de band en stel de snelheid bij.
Om de loop-
band te
starten, drukt
u op de toets
Start op het
scherm of
op de toets
Run (uitvoe-
ren) op het
bedieningspaneel. U kunt ook drukken op de toets
Manual (handmatig) op het bedieningspaneel en
vervolgens drukken op de toets Resume (her-
vatten) op het scherm. De loopband zal met een
snelheid van 2 km/u beginnen te draaien. U kunt
tijdens het oefenen de snelheid van de band naar
wens veranderen door op de toenametoets en de
afnametoets Speed (snelheid) te drukken. Steeds
als u een van de toetsen indrukt zal de snelheids-
instelling met 0,1 km/u aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 km/u.