ProForm Premier 900 Treadmill Dutch Manual - Page 20

Een Vooraf Ingestelde Oefening

Page 20 highlights

6. Meet desgewenst uw hartslag.  Let op: Als u de borstkas hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd een hartslagsensor van de handgreep gebruikt, geeft het bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig weer. Zie bladzijde 26 voor meer informatie over de optionele borstkashartslagmonitor. Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met BLUETOOTH® Smart hartslagmonitoren. Verwijder de plastic velle­ tjes van de metalen contact­ punten voordat u de handgreep met hartslag­ monitor gaat gebruiken. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. Contactpunten  Ga op de voetleuningen staan en houd de contactpunten met uw handpalmen ongeveer tien seconden lang vast om uw hartslag te meten - beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden weergegeven wanneer uw pols gemeten kan worden. Houd de contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde. 8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met oefenen. Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de terug-toets op het scherm aan of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen­ vatting van de oefening op het scherm verschijnen. Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofdscherm als u het oefening­ overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui­ ken, zet u de stroomschakelaar in de Off (uit) -stand en neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten. EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.  Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde 17. 2. Kies een vooraf ingestelde oefening. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. De ventilator heeft verschil­ lende snelheidsinstellingen. Druk herhaaldelijik op de ventilatortoetsen om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.  U kunt ook drukken op de toets Incline (helling), Intensity (intensiteit), Speed (snelheid), of de toets Calorie (calorieën) op het bedieningspaneel. Let op: U kunt ook op de toets met het hardlopertje drukken op het scherm om het menu oefeningen te kiezen. ETPE12816 Kies dan de gewenste oefe(nPinEgT. LH1et2s8c1h6e)rm zal de naam, de duur en de afstand van de oefening weergeven. Het scherm zal ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver­ branden en een profiel van de hellinginstellingen van de oefening weergeven. 20

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40

20
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Let op: Als u de borstkas hartslagmonitor
draagt en tegelijkertijd een hartslagsensor
van de handgreep gebruikt, geeft het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig
weer.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over
de optionele borstkashartslagmonitor. Let op: Het
bedieningspaneel is compatibel met BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren.
Verwijder de
plastic velle-
tjes van de
metalen contact-
punten voordat
u de handgreep
met hartslag-
monitor gaat
gebruiken. Zorg
er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Ga op de voetleuningen staan
en houd de
contactpunten met uw handpalmen ongeveer tien
seconden lang vast om uw hartslag te meten –
beweeg uw handen niet.
Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden.
Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7.
Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil-
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen
of om de ventilator uit te
zetten.
8.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de
terug-toets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen-
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de Off (uit)
-stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
2.
Kies een vooraf ingestelde oefening.
U kunt ook drukken op de toets Incline (helling),
Intensity (intensiteit), Speed (snelheid), of de toets
Calorie (calorieën) op het bedieningspaneel. Let
op: U kunt ook op de toets met het hardlopertje
drukken op het scherm om het menu oefeningen te
kiezen.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver-
branden en een profiel van de hellinginstellingen
van de oefening weergeven.
Contactpunten