ProForm Premier 900 Treadmill Dutch Manual - Page 31

Stekker Uit Het Stopcontact.

Page 31 highlights

Zoek de Snelheidssensor (113) en de Magneet (112) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Maak indien nodig de #8 x 3/4" Tekschroef (14) los, beweeg de Snelheidssensor lichtjes en maak de Tekschroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheids­ meting juist is. Bovenaanzicht 113 49 14 112 3 mm SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, snoer maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter. b. Als de loopband te strak staat draait de loopband langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha­ digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. b 5-7 cm SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert niet juist a.  Kalibreer het hellingsysteem van de loopband (zie stap 4 op bladzijde 27). Schroeven van de Ruststandrol c. Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de loopband of het loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander substantie tenzij dit door een erkende onderhoudsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en leiden tot overmatige slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u vermoedt dat de loopband aanvullende smering nodig heeft. d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt. 31

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40

31
Zoek de Snelheidssensor (113) en de Magneet
(112) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor.
Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is.
Maak indien nodig de #8 x 3/4" Tekschroef (14)
los, beweeg de Snelheidssensor lichtjes en maak
de Tekschroef weer vast. Maak de Motorkap (niet
afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroeven
(niet afgebeeld) en laat de loopband een paar
minuten draaien om te controleren of de snelheids-
meting juist is.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a.
Kalibreer het hellingsysteem van de loopband (zie
stap 4 op bladzijde 27).
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a.
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, snoer maat 14 (1 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b.
Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha-
digd worden. Verwijder de sleutel en
TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Draai beide
schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel
een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen.
Zorg ervoor dat de band in het midden blijft liggen.
Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c.
Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage.
Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d.
Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
112
14
113
3 mm
49
Boven-
aanzicht