ProForm Premier 900 Treadmill Dutch Manual - Page 22

Een Hartslagoefening Gebruiken

Page 22 highlights

3. Selecteer een stel een doel in oefening. Voor het selec­ teren van een oefening met een ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A Goal (stel een doel in) op het scherm. Druk lichtjes op de toetsen Time (tijd), Distance (afstand), Calories (calorieën) of Pace (snelheid) om een tijd, afstand, calorieën of snelheidsdoel te selecteren. Druk vervolgens lichtjes op de toena­ metoets en de afnametoets op het scherm om een tijd, afstand, calorieën of snelheidsdoel in te stellen en om een snelheid en helling voor de oefening in te stellen. Het scherm zal de duur en de afstand van de oefening en het geschatte aantal calo­ rieën dat u tijdens de oefening zult verbranden aangeven. 4. Start de oefening. Raak de toets Start aan om de oefening te starten. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de handleuningen vast en begin te lopen. De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand­ matige modus (zie bladzijde 18 tot 20). De oefening zal doorgaan totdat u het ingestelde doel bereikt. De loopband zal dan vertragen en stoppen en er zal een oefeningoverzicht op het scherm verschijnen. Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofd­ scherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm. Let op: Het na te streven calorieën doel is een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van verschillende factoren zoals uw gewicht. 5. Controleer uw voortgang op de displays. Zie stap 5 op bladzijde 19. 6. Meet desgewenst uw hartslag. Zie stap 6 op bladzijde 20. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. Zie stap 7 op bladzijde 20. 8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met oefenen. Zie stap 8 op bladzijde 20. EEN HARTSLAGOEFENING GEBRUIKEN Hartslagoefeningen werken op een automatisch gecontroleerde snelheid en helling van de loopband om uw hartslag in de buurt van het doelniveau te houden terwijl u traint. Let op: U dient een borstkas­ hartslagmonitor te dragen om het hartslagprogramma te kunnen gebruiken. 1. Plaats een compatibele borstkas hartslagmonitor. Zie bladzijde 26 voor meer informatie over de optionele borstkas hartslagmonitor. 2. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde 17. 3. Selecteer een hartslagoefening. Raak de toets met het hardlopertje in de buurt van de linker benedenhoek van het scherm aan om een vooraf ingestelde oefening te kiezen. Druk daarna op de toets Heart Rate (hartslag) op het scherm. Druk vervolgens op het tabblad Performance (prestatie) of Endurance (uithoudingsniveau) op het scherm. 22

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40

22
3.
Selecteer een stel een doel in oefening.
Voor het selec-
teren van een
oefening met
een ingesteld
doel, drukt u
lichtjes op de
toets Set A
Goal (stel een
doel in) op het scherm.
Druk lichtjes op de toetsen Time (tijd), Distance
(afstand), Calories (calorieën) of Pace (snelheid)
om een tijd, afstand, calorieën of snelheidsdoel te
selecteren. Druk vervolgens lichtjes op de toena-
metoets en de afnametoets op het scherm om een
tijd, afstand, calorieën of snelheidsdoel in te stellen
en om een snelheid en helling voor de oefening in
te stellen. Het scherm zal de duur en de afstand
van de oefening en het geschatte aantal calo-
rieën dat u tijdens de oefening zult verbranden
aangeven.
4. Start de oefening.
Raak de toets Start aan om de oefening te starten.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 18 tot 20).
De oefening zal doorgaan totdat u het ingestelde
doel bereikt. De loopband zal dan vertragen en
stoppen en er zal een oefeningoverzicht op het
scherm verschijnen. Druk op de toets Finish
(beëindigen) om terug te keren naar het hoofd-
scherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken.
U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren
met een van de opties op het scherm.
Let op: Het na te streven calorieën doel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
5.
Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
7.
Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
8.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
EEN HARTSLAGOEFENING GEBRUIKEN
Hartslagoefeningen werken op een automatisch
gecontroleerde snelheid en helling van de loopband
om uw hartslag in de buurt van het doelniveau te
houden terwijl u traint. Let op: U dient een borstkas-
hartslagmonitor te dragen om het hartslagprogramma
te kunnen gebruiken.
1.
Plaats een compatibele borstkas
hartslagmonitor.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over de
optionele borstkas hartslagmonitor.
2.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
3. Selecteer een hartslagoefening.
Raak de toets met het hardlopertje in de buurt van
de linker benedenhoek van het scherm aan om een
vooraf ingestelde oefening te kiezen. Druk daarna
op de toets Heart Rate (hartslag) op het scherm.
Druk vervolgens op het tabblad Performance
(prestatie) of Endurance (uithoudingsniveau) op het
scherm.