Pentax efina AF50 efina AF50 Manual - Page 92

Pentax efina AF50 Manual

Page 92 highlights

Op het onderwerp valt moeilijk scherp te stellen: Fotografeert u onderwerpen waarop moeilijk valt scherp te stellen (bijvoorbeeld een zwarte hond, een glanzend oppervlak of een opname achter een raam), zoek dan een ander onderwerp op ongeveer dezelfde afstand van de camera. U kunt de scherpsteivergrendeling op de hiervoor beschreven manier gebruiken voor dat onderwerp. Creatieve functie (afb. 9) Elke keer dat de functieknop wordt ingedrukt, verschijnen de achtereenvolgende opnamefunctiesymbolen in een rondgaande beweging op het LCD-display. De geselecteerde opnamefunctie blijft 91 actief tot een andere opnamefunctie wordt geselecteerd. Als de camera wordt uitgeschakeld en weer wordt aangezet, is de AUTO-functie actief. AUTO: Auto-functie (automatische zelfactiverende flitser) AUTO® Rode-ogenreductie Flitser-AAN: (invulflitsen, gebruiker beslist over al dan niet gebruiken van de flitser) Flitser-UIT: (gebruiker besluit flitser niet te gebruiken) Nachtopname (flitser-AAN) 30_ 1 Serie-opname (flitser-UIT)

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124

Op
het
onderwerp
valt
moeilijk
scherp
te
stellen:
Fotografeert
u
onderwerpen
waarop
moeilijk
valt
scherp
te
stellen
(bijvoorbeeld
een
zwarte
hond,
een
glanzend
oppervlak
of
een
opname
achter
een
raam),
zoek
dan
een
ander
onderwerp
op
ongeveer
dezelfde
afstand
van
de
camera.
U
kunt
de
scherpsteivergrendeling
op
de
hiervoor
beschreven
manier
gebruiken
voor
dat
onderwerp.
Creatieve
functie
(afb.
9)
Elke
keer
dat
de
functieknop
wordt
ingedrukt,
verschijnen
de
achtereenvolgende
opnamefunctiesymbolen
in
een
rondgaande
beweging
op
het
LCD
-display.
De
geselecteerde
opnamefunctie
blijft
91
actief
tot
een
andere
opnamefunctie
wordt
geselecteerd.
Als
de
camera
wordt
uitgeschakeld
en
weer
wordt
aangezet,
is
de
AUTO-functie
actief.
AUTO:
Auto-functie
(automatische
zelfac-
tiverende
flitser)
AUTO®
Rode-ogenreductie
Flitser-AAN:
(invulflitsen,
gebruiker
beslist
over
al
dan
niet
gebruiken
van
de
flitser)
Flitser-UIT:
(gebruiker
besluit
flitser
niet
te
gebruiken)
3_
01
Nachtopname
(flitser-AAN)
Serie-opname
(flitser-UIT)