Dewalt D25960K Instruction Manual - Page 62

Elektrische Veiligheid, Persoonlijke Veiligheid, Het Gebruik En Onderhoud Van Elektrische,

Page 62 highlights

NEDERLANDS 2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID a) Stekkers van elektrische werktuigen mogen alleen worden gebruikt in een geschikt stopcontact. Pas de stekker op geen enkele manier aan. Gebruik geen adapterstekkers met een geaard elektrisch werktuig. Ongemodificeerde stekkers en bijpassende stopcontacten verminderen het risico van elektrische schokken. b) Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlakten zoals leidingen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico voor elektrische schokken als uw lichaam geaard is. c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan regen of water. Als er water in elektrische werktuigen terechtkomt, neemt het risico van een elektrische schok toe. d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik het snoer nooit om een elektrisch werktuig te verplaatsen, te slepen of de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe kanten of bewegende delen. Beschadigde of verwarde snoeren verhogen het risico van een elektrische schok. e) Als u een elektrisch werktuig buiten bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik in de open lucht. Het gebruik van een snoer dat geschikt is voor gebruik in de open lucht, vermindert het risico van een elektrische schok. f) Indien het bedienen van een elektrisch gereedschap in een vochtige plaats niet kan worden vermeden, gebruik dan een voeding beschermd door een RCD (residustroomapparaat). Het gebruik van een RCD verlaagt het risico van elektrische schokken. 3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik uw gezond verstand als u elektrische werktuigen gebruikt. Gebruik geen elektrische werktuigen als u moe of onder de invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van een elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig letsel. b) Gebruik een beschermende uitrusting. Draag altijd oogbescherming. Het gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een helm of gehoorbescherming, vermindert de kans op letsels. c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk start. Zorg ervoor dat de schakelaar in de stand 'uit' is voordat u aansluit op de stroombron en/of accu bij het opnemen of verdragen van het gereedschap. Als u elektrische werktuigen met uw vinger op de schakelaar verplaatst, of een elektrisch werktuig aansluit met de schakelaar al aan, kan dit ongevallen tot gevolg hebben. d) Verwijder alle afstelsleutels of moersleutels voordat u het elektrische werktuig aanzet. Een moersleutel of afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend onderdeel van het elektrische werktuig, kan tot letsels leiden. e) Reik niet te ver. Sta stevig op de grond en behoud voortdurend uw evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte omstandigheden een betere controle over het elektrische werktuig. f) Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen vastraken in bewegende onderdelen. g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de verbinding van voorzieningen voor stofafvoer en stofverzameling, zorg dan ervoor dat ze aangesloten zijn en op de juiste manier worden gebruikt. Stofverzameling kan aan stof gerelateerde gevaren beperken. 4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE WERKTUIGEN a) Forceer het elektrische werktuig niet. Gebruik het juiste elektrische werktuig voor uw toepassing. Het gereedschap zal zijn werk beter en veiliger doen tegen de snelheid waarvoor het is bedoeld. b) Gebruik het elektrische werktuig niet als de schakelaar het niet in- en uitschakelt. Elk werktuig dat niet met de schakelaar kan worden bediend, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Koppel de stekker los van de stroombron en/of accu van het elektrische gereedschap voordat u aanpassingen aanbrengt, accessoires verwisselt of elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische werktuig toevallig wordt geactiveerd. d) Bewaar elektrische werktuigen die niet worden gebruikt buiten het bereik van kinderen en laat mensen die niet vertrouwd zijn met het elektrische 60

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124

NEDERLANDS
60
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a)
Stekkers van elektrische werktuigen
mogen alleen worden gebruikt in een
geschikt stopcontact. Pas de stekker
op geen enkele manier aan. Gebruik
geen adapterstekkers met een geaard
elektrisch werktuig.
Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico van elektrische
schokken.
b)
Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakten zoals leidingen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten.
Er bestaat een
verhoogd risico voor elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c)
Stel elektrische werktuigen niet bloot aan
regen of water.
Als er water in elektrische
werktuigen terechtkomt, neemt het risico van
een elektrische schok toe.
d)
Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om een elektrisch
werktuig te verplaatsen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico van een elektrische schok.
e)
Als u een elektrisch werktuig buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in de open lucht.
Het gebruik van een snoer dat geschikt is
voor gebruik in de open lucht, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f)
Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat).
Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a)
Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrische
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent.
Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van een
elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig
letsel.
b)
Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c)
Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap.
Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d)
Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
werktuig aanzet.
Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische werktuig, kan
tot letsels leiden.
e)
Reik niet te ver. Sta stevig op de
grond en behoud voortdurend uw
evenwicht.
Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over
het elektrische werktuig.
f)
Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen.
Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g)
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg
dan ervoor dat ze aangesloten zijn en
op de juiste manier worden gebruikt.
Stofverzameling kan aan stof gerelateerde
gevaren beperken.
4)
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE
WERKTUIGEN
a)
Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig
voor uw toepassing.
Het gereedschap zal
zijn werk beter en veiliger doen tegen de
snelheid waarvoor het is bedoeld.
b)
Gebruik het elektrische werktuig niet als
de schakelaar het niet in- en uitschakelt.
Elk werktuig dat niet met de schakelaar
kan worden bediend, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c)
Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires verwisselt
of elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d)
Bewaar elektrische werktuigen die
niet worden gebruikt buiten het bereik
van kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische