Lenovo NetVista A20 (Dutch) User guide - Page 19

Energiebesparing, Beeldscherminstellingen wijzigen, De eigenschappen van het beeldscherm aanpassen

Page 19 highlights

Energiebesparing In de documentatie bij het beeldscherm kunt u opzoeken of het beeldscherm een functie voor energiebesparing heeft. Een dergelijke functie wordt vaak Display Power Management Signaling (DPMS) genoemd. Als u DPMS gebruikt, gaat het beeld uit nadat u de computer een bepaalde, vooraf ingestelde tijd niet actief hebt gebruikt. Om het beeld weer op te roepen, drukt u op de Shift-toets of beweegt u de muis. Als het beeldscherm over een functie voor energiebesparing beschikt, kunt u de instellingen daarvoor opgeven via het Configuratiescherm van Windows. Zie "Automatic Power On" op pagina 37 voor instructies. Beeldscherminstellingen wijzigen De eerste keer dat u de computer aanzet, worden er automatisch een aantal instellingen voor het beeldscherm gekozen. Als uw beeldscherm DDC (Display Data Channel) ondersteunt, selecteert de computer automatisch de hoogste verversingsfrequentie die op het beeldscherm mogelijk is. De verversingsfrequentie bepaalt hoe vaak het beeld op het scherm opnieuw wordt getekend. U kunt deze instelling zelf wijzigen. Hebt u een beeldscherm aangeschaft dat DDC niet ondersteunt, dan wilt u de verversingsfrequentie misschien wijzigen. Maar ook als uw beeldscherm wél DDC ondersteunt, wilt u wellicht wijzigingen aanbrengen in een of meer eigenschappen van het beeldscherm. De eigenschappen van het beeldscherm aanpassen Met Windows kunt u onder andere de schermresolutie, het aantal kleuren, de verversingsfrequentie en de grootte van de letters aanpassen. Als u hulp nodig hebt bij het aanpassen van de eigenschappen van het beeldscherm, klikt u op het vraagteken rechtsboven in het venster waarin u de wijzigingen aanbrengt. De muisaanwijzer verandert dan in een vraagteken. Klik vervolgens op het venstergedeelte waarover u meer informatie wenst. Als er over dat onderdeel informatie beschikbaar is, wordt die direct afgebeeld. Hoofdstuk 2. Aan de slag 7

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136

Hoofdstuk 2. Aan de slag
7
Energiebesparing
In de documentatie bij het beeldscherm kunt u opzoeken of het beeldscherm een
functie voor energiebesparing heeft. Een dergelijke functie wordt vaak Display
Power Management Signaling (DPMS) genoemd. Als u DPMS gebruikt, gaat het
beeld uit nadat u de computer een bepaalde, vooraf ingestelde tijd niet actief hebt
gebruikt. Om het beeld weer op te roepen, drukt u op de
Shift
-toets of beweegt u de
muis.
Als het beeldscherm over een functie voor energiebesparing beschikt, kunt u de
instellingen daarvoor opgeven via het Configuratiescherm van Windows. Zie
“Automatic Power On” op pagina 37 voor instructies.
Beeldscherminstellingen wijzigen
De eerste keer dat u de computer aanzet, worden er automatisch een aantal
instellingen voor het beeldscherm gekozen. Als uw beeldscherm DDC (Display
Data Channel) ondersteunt, selecteert de computer automatisch de hoogste
verversingsfrequentie die op het beeldscherm mogelijk is. De verversingsfrequentie
bepaalt hoe vaak het beeld op het scherm opnieuw wordt getekend. U kunt deze
instelling zelf wijzigen.
Hebt u een beeldscherm aangeschaft dat DDC niet ondersteunt, dan wilt u de
verversingsfrequentie misschien wijzigen. Maar ook als uw beeldscherm wél DDC
ondersteunt, wilt u wellicht wijzigingen aanbrengen in een of meer eigenschappen
van het beeldscherm.
De eigenschappen van het beeldscherm aanpassen
Met Windows kunt u onder andere de schermresolutie, het aantal kleuren, de
verversingsfrequentie en de grootte van de letters aanpassen.
Als u hulp nodig hebt bij het aanpassen van de eigenschappen van het
beeldscherm, klikt u op het vraagteken rechtsboven in het venster waarin u de
wijzigingen aanbrengt. De muisaanwijzer verandert dan in een vraagteken. Klik
vervolgens op het venstergedeelte waarover u meer informatie wenst. Als er over
dat onderdeel informatie beschikbaar is, wordt die direct afgebeeld.