Lenovo NetVista A20 (Dutch) User guide - Page 20

IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker, Deze computer, Configuratiescherm, Beeldscherm

Page 20 highlights

U past de eigenschappen van het beeldscherm als volgt aan: 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer op het bureaublad. 2. Dubbelklik in het venster Deze computer op het pictogram Configuratiescherm. 3. Dubbelklik in het venster Configuratiescherm op het pictogram Beeldscherm. 4. Klik in het venster Eigenschappen voor Beeldscherm op de tab Instellingen. Op de pagina Instellingen van het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt bepaalde instellingen aanpassen. Het gaat onder meer om: • Kleuren Hier kunt u het maximum aantal kleuren opgeven dat kan worden afgebeeld. • Tekengrootte Als u op de knop Geavanceerd... klikt en naar de tab Algemeen gaat, kunt u opgeven welk formaat de tekens op het scherm moeten hebben. U kunt het beste de standaardinstelling accepteren. Bepaalde programma's kunnen namelijk niet overweg met grotere lettertypen. • Scherm Hier kunt u de schermresolutie opgeven. De resolutie bepaalt hoeveel informatie er tegelijkertijd kan worden afgebeeld. Hoe hoger de resolutie, hoe meer u op het scherm ziet, maar hoe kleiner ook alle objecten. De waarden die u kiest voor Scherm (resolutie) en Kleuren, worden door enkele factoren beperkt: • De maximale horizontale en verticale frequentie van het beeldscherm. • De hoeveelheid geheugen die in het systeemgeheugen van de computer voor video is gereserveerd. Uw computer gebruikt minimaal 4 MB systeemgeheugen voor het beeldscherm. U kunt deze hoeveelheid zelf instellen in het programma IBM BIOS Setup. Zie "Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup" op pagina 23 voor meer informatie. 8 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136

8
IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
U past de eigenschappen van het beeldscherm als volgt aan:
1.
Dubbelklik op het pictogram
Deze computer
op het bureaublad.
2.
Dubbelklik in het venster Deze computer op het pictogram
Configuratiescherm
.
3.
Dubbelklik in het venster Configuratiescherm op het pictogram
Beeldscherm
.
4.
Klik in het venster Eigenschappen voor Beeldscherm op de tab
Instellingen
.
Op de pagina Instellingen van het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt
bepaalde instellingen aanpassen. Het gaat onder meer om:
Kleuren
Hier kunt u het maximum aantal kleuren opgeven dat kan worden afgebeeld.
Tekengrootte
Als u op de knop
Geavanceerd...
klikt en naar de tab
Algemeen
gaat, kunt u
opgeven welk formaat de tekens op het scherm moeten hebben.
U kunt het beste de standaardinstelling accepteren. Bepaalde programma's
kunnen namelijk niet overweg met grotere lettertypen.
Scherm
Hier kunt u de schermresolutie opgeven. De resolutie bepaalt hoeveel
informatie er tegelijkertijd kan worden afgebeeld. Hoe hoger de resolutie, hoe
meer u op het scherm ziet, maar hoe kleiner ook alle objecten.
De waarden die u kiest voor Scherm (resolutie) en Kleuren, worden door
enkele factoren beperkt:
De maximale horizontale en verticale frequentie van het beeldscherm.
De hoeveelheid geheugen die in het systeemgeheugen van de computer
voor video is gereserveerd.
Uw computer gebruikt minimaal 4 MB systeemgeheugen voor het
beeldscherm. U kunt deze hoeveelheid zelf instellen in het programma IBM
BIOS Setup. Zie “Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup” op pagina 23
voor meer informatie.