Lenovo NetVista A20 (Dutch) User guide - Page 84

PCI-aansluitingen en jumpers, Aansluitingen voor adapterkaarten, Een jumper instellen

Page 84 highlights

PCI-aansluitingen en jumpers Aansluitingen voor adapterkaarten U kunt korte PCI-kaarten aansluiten op de speciale aansluitingen op de systeemplaat. Aan de hand van de volgende tabel kunt u bepalen welke kaarten u in welke aansluitingen kwijt kunt. Aansluiting PCI-sleuf 1 PCI-sleuf 2 PCI-sleuf 3 Type adapterkaart dat u kunt installeren PCI-kaart met een lengte van maximaal 169 mm PCI-kaart met een lengte van maximaal 169 mm PCI-kaart met een lengte van maximaal 120 mm Instructies voor het installeren en verwijderen van kaarten vindt u in "Adapterkaarten installeren en verwijderen (desktopmodel)" op pagina 56 en "Adapterkaarten installeren en verwijderen (microtower)" op pagina 57. Een jumper instellen Als u een adapterkaart installeert, kan het nodig zijn schakelaars of jumpers te verzetten om te zorgen dat de kaart correct werkt. Voor Plug and Play-kaarten zijn dergelijke handelingen meestal niet vereist, maar voor andere mogelijk wel. Kijk in de documentatie bij de nieuwe hardware of het nodig is om jumpers of schakelaars te verzetten. In de volgende afbeeldingen ziet u hoe u een jumper instelt. In positie A zijn de pennen 1 en 2 kortgesloten, in positie B de pennen 2 en 3. Pen 1 van een jumper is meestal te herkennen doordat er een ononderbroken witte streep naast staat. Positie A Positie B Pen 1 Pen 2 72 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136

72
IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
PCI-aansluitingen en jumpers
Aansluitingen voor adapterkaarten
U kunt korte PCI-kaarten aansluiten op de speciale aansluitingen op de
systeemplaat. Aan de hand van de volgende tabel kunt u bepalen welke kaarten u
in welke aansluitingen kwijt kunt.
Instructies voor het installeren en verwijderen van kaarten vindt u in
“Adapterkaarten installeren en verwijderen (desktopmodel)” op pagina 56 en
“Adapterkaarten installeren en verwijderen (microtower)” op pagina 57.
Een jumper instellen
Als u een adapterkaart installeert, kan het nodig zijn schakelaars of jumpers te
verzetten om te zorgen dat de kaart correct werkt. Voor Plug and Play-kaarten zijn
dergelijke handelingen meestal niet vereist, maar voor andere mogelijk wel. Kijk in
de documentatie bij de nieuwe hardware of het nodig is om jumpers of schakelaars
te verzetten.
In de volgende afbeeldingen ziet u hoe u een jumper instelt. In positie A zijn de
pennen 1 en 2 kortgesloten, in positie B de pennen 2 en 3. Pen 1 van een jumper is
meestal te herkennen doordat er een ononderbroken witte streep naast staat.
Aansluiting
Type adapterkaart dat u kunt installeren
PCI-sleuf 1
PCI-kaart met een lengte van maximaal 169 mm
PCI-sleuf 2
PCI-kaart met een lengte van maximaal 169 mm
PCI-sleuf 3
PCI-kaart met een lengte van maximaal 120 mm
Positie A
Pen 1
Positie B
Pen 2