Lenovo NetVista A20 (Dutch) User guide - Page 27

De communicatiesoftware con ren

Page 27 highlights

Zolang de modem in gebruik is, kan de telefoonlijn niet voor andere doeleinden worden gebruikt.Als de lijn wordt onderbroken, stopt de communicatie direct. Zolang de computer gebruik maakt van de telefoonlijn, kunt u de telefoon dus niet van de haak nemen. Als u de functie Wisselgesprek gebruikt, moet u die functie uitschakelen. Uw telefoonmaatschappij kan u vertellen hoe u dat doet. Wellicht is er een kiesreeks waarmee u Wisselgesprek tijdelijk kunt deactiveren. Als de telefoonlijn van de computer wordt onderbroken terwijl de modem actief is, moet u de lijn weer vrijgeven en de communicatie opnieuw starten. Was u op het moment van de onderbreking bezig met het verzenden van een fax, dan moet u die nogmaals verzenden. Als u communiceerde met andere computers, moet u opnieuw inbellen. De communicatiesoftware configureren U kunt software gebruiken waarmee de computer kan worden gebruikt als faxapparaat. Hoe u de computer zodanig kunt configureren dat hij als faxapparaat werkt, leest u in de online Help van Windows. Bij de computer wordt ook software geleverd waarmee u een verbinding met Internet tot stand kunt brengen. Instructies daarvoor vindt u in het volgende gedeelte, "De computer configureren voor een verbinding met Internet." Ook als u liever geen communicatieprogramma gebruikt, kunt u de modem gebruiken. U moet dan gebruik maken van AT-opdrachten in u in het programma Windows 98 Terminal of bij de DOS-prompt van Windows invoert. Zie "Modemopdrachten" op pagina 110. Voor meer informatie over modems kunt u "Bijlage B. Modemgegevens" op pagina 105 raadplegen. Hoofdstuk 2. Aan de slag 15

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136

Hoofdstuk 2. Aan de slag
15
Zolang de modem in gebruik is, kan de telefoonlijn niet voor andere doeleinden
worden gebruikt.Als de lijn wordt onderbroken, stopt de communicatie direct.
Zolang de computer gebruik maakt van de telefoonlijn, kunt u de telefoon dus niet
van de haak nemen. Als u de functie Wisselgesprek gebruikt, moet u die functie
uitschakelen. Uw telefoonmaatschappij kan u vertellen hoe u dat doet. Wellicht is er
een kiesreeks waarmee u Wisselgesprek tijdelijk kunt deactiveren.
Als de telefoonlijn van de computer wordt onderbroken terwijl de modem actief is,
moet u de lijn weer vrijgeven en de communicatie opnieuw starten. Was u op het
moment van de onderbreking bezig met het verzenden van een fax, dan moet u die
nogmaals verzenden. Als u communiceerde met andere computers, moet u
opnieuw inbellen.
De communicatiesoftware configureren
U kunt software gebruiken waarmee de computer kan worden gebruikt als
faxapparaat. Hoe u de computer zodanig kunt configureren dat hij als faxapparaat
werkt, leest u in de online Help van Windows.
Bij de computer wordt ook software geleverd waarmee u een verbinding met
Internet tot stand kunt brengen. Instructies daarvoor vindt u in het volgende
gedeelte, “De computer configureren voor een verbinding met Internet.”
Ook als u liever geen communicatieprogramma gebruikt, kunt u de modem
gebruiken. U moet dan gebruik maken van AT-opdrachten in u in het programma
Windows 98 Terminal of bij de DOS-prompt van Windows invoert. Zie
“Modemopdrachten” op pagina 110. Voor meer informatie over modems kunt u
“Bijlage B. Modemgegevens” op pagina 105 raadplegen.