Lenovo NetVista A20 (Dutch) User guide - Page 80
De CMOS-instellingen bijwerken, Voor adapterkaarten, Voor stations
View all Lenovo NetVista A20 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 80 highlights
De CMOS-instellingen bijwerken Als u een PCI-adapterkaart, geheugen of een IDE-station installeert, wordt dat gedetecteerd door het BIOS (Basic Input/Output System) van het systeem en worden de CMOS-instellingen automatisch bijgewerkt. Installeert u een ander type apparaat, bijvoorbeeld een diskettestation, moet u naar het programma IBM BIOS Setup gaan en de vereiste resources (IRQ's) handmatig aan de apparaten toewijzen. Voor adapterkaarten PCI-adapterkaarten hebben geen jumpers of schakelaars. Ze hoeven vóór de installatie dan ook niet te worden geconfigureerd. Nadat een dergelijke adapter is geïnstalleerd, wordt hij door het systeem herkend en meestal automatisch geconfigureerd. Met Apparaatbeheer van Windows kunt u de toegewezen resources bekijken en daarin desgewenst wijzigingen aanbrengen. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het wel eens nodig zijn om conflicten op te lossen in het programma IBM BIOS Setup. Zie pagina 23 voor meer informatie. Voor stations Als u een diskettestation installeert, moet u het formaat en de opslagcapaciteit ervan opzoeken en de bijbehorende wijzigingen aanbrengen in het programma IBM BIOS Setup. Kies daartoe in het menu van het programma IBM BIOS Setup de optie Devices and I/O Ports. Zie "Diskette Drive A" op pagina 31 voor meer informatie over deze optie. Als u een diskette-, vaste-schijf- of CD-ROM-station verwijdert, verschijnt er bij de zelftest een foutbericht. Ga in dat geval naar het programma IBM BIOS Setup en controleer of de gegevens die automatisch zijn verzameld, correct zijn. U kunt dan ook controleren of de andere stations naar wens zijn geïnstalleerd. Selecteer Devices and I/O Ports (zie "Overzicht van het programma IBM BIOS Setup" op pagina 24) en controleer de instellingen van het station. Gewoonlijk herkent het BIOS het vaste-schijfstation en het CD-ROM-station automatisch tijdens de zelftest. Deze stations worden dan op het scherm afgebeeld. 68 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker