Home » Lenovo Manuals » Laptops » Lenovo ThinkPad L530 » Manual Viewer

Lenovo ThinkPad L530 (Dutch) User Guide - Page 130

Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren, ThinkPad Setup, C:\SWTOOLS\DRIVERS

View all Lenovo ThinkPad L530 manuals

Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals

Page 130 highlights

2. Klik aan de linkerkant op Beeldscherm. 3. Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen. 4. Klik op Geavanceerde instellingen. 5. Klik op de tab Beeldscherm. 6. Klik op Eigenschappen. 7. Klik op de tab Stuurprogramma. 8. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 9. Selecteer Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer. 10. Klik op Diskette. 11. Geef het pad op voor het INF-bestand van het beeldscherm en klik op Openen. 12. Klik op OK. 13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op Volgende. 14. Windows voltooit de installatie. Klik op Sluiten. 15. Klik op de knop Sluiten voor Eigenschappen voor Beeldscherm. 16. Klik op het tabblad Monitor op OK. 17. Klik op OK en sluit het venster Beeldscherminstellingen. Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren De stuurprogramma's bevinden zich in de directory C:\SWTOOLS\DRIVERS op de vaste schijf. U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de directory C:\SWTOOLS\APPS op het vaste-schijfstation. Raadpleeg hiertoe de instructies in "Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren" op pagina 67. Opmerking: Als u de gewenste supplementbestanden, stuurprogramma's en toepassingssoftware niet op de vaste schijf kunt vinden of als u informatie over en de nieuwste updates van deze bestanden en programma's wilt ontvangen, kunt u terecht op de ThinkPad-website: http://www.lenovo.com/ThinkPadDrivers ThinkPad Setup Op uw computer is het programma ThinkPad Setup geïnstalleerd, waarmee u verschillende instelparameters kunt selecteren. Ga als volgt te werk om de ThinkPad Setup te starten: 1. Zet de computer aan. Druk zodra het ThinkPad-logo verschijnt op de toets F1. Het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup wordt geopend. Opmerking: Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup pas nadat u dat wachtwoord hebt ingevoerd. U kunt ThinkPad Setup starten door op Enter te drukken of het beheerderswachtwoord in te voeren. U kunt echter de parameters die door het beheerderswachtwoord worden beschermd, niet wijzigen. Lees voor meer informatie "Wachtwoorden gebruiken" op pagina 51. 2. Ga, met behulp van de cursortoetsen, naar de optie die u wilt wijzigen. Als de geaccentueerd is, drukt u op Enter. Er verschijnt een submenu. 3. Breng de gewenste wijzigingen aan. U wijzigt de waarde van een optie als volgt: • F6 of de combinatie Shift en +: naar een hogere waarde wijzigen. 112 Handboek voor de gebruiker

Section	Page
Lees dit eerst	7
Belangrijke veiligheidsvoorschriften	8
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is	9
Veiligheidsrichtlijnen	9
Hoofdstuk 1. Productoverzicht	19
Bedieningscomponenten van de computer opsporen, connectors, func	19
Voorkant	19
Rechterkant	21
Linkerkant	22
Onderkant	24
Achterkant	25
Statuslampjes	26
De plaats van belangrijke productinformatie	27
Machinetype en modelnummer	27
Label met het FCC ID en het IC-certificeringsnummer	28
Certificaat van Echtheid	29
Functies	30
Specificaties	31
Gebruiksomgeving	32
ThinkVantage Technologies en -software	32
ThinkVantage-toepassingen openen.	33
ThinkVantage-toepassingen	34
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken	39
Uw computer registreren	39
Veelgestelde vragen	39
Speciale toetsen en knoppen	41
Functietoetsencombinaties	41
Knoppen voor het geluidsvolume	43
Windows-toets	44
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken	44
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken	45
De touchpad gebruiken	46
Het UltraNav-aanwijsapparaat uitschakelen en een externe muis ge	46
Het UltraNav-pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows	47
Energiebeheer	47
Nagaan hoe vol de batterij is	47
De wisselstroomadapter gebruiken	48
De batterij opladen	48
De werkingsduur van de batterij verlengen	48
Energiebeheer	49
Energiebesparingstanden leren kennen	49
Omgaan met de batterij	50
Verbinding maken met het netwerk	52
Ethernet-verbindingen	52
Draadloze verbindingen	52
Presentaties en multimedia	56
De instellingen van het beeldscherm aanpassen	56
Een projector of extern beeldscherm aansluiten	56
Een presentatie voorbereiden	59
Dubbele beeldschermen gebruiken	59
De optie NVIDIA Optimus Graphics gebruiken	60
De audiovoorzieningen gebruiken	60
De ingebouwde camera gebruiken	61
Het optische-schijfstation gebruiken	62
Een ExpressCard of een flash media-kaart gebruiken	62
Hoofdstuk 3. U en uw computer	65
Toegankelijkheid en comfort	65
Ergonomisch werken	65
Comfort	66
Informatie voor gehandicapten	67
De computer meenemen op reis	67
Tips voor als u op reis gaat	67
Accessoires voor op reis	68
Hoofdstuk 4. Beveiliging	69
Een kabelslot aanbrengen	69
Wachtwoorden gebruiken	69
Wachtwoorden en de sluimerstand	69
Wachtwoorden invoeren	69
Systeemwachtwoord	70
Vaste-schijfwachtwoorden	70
Beheerderswachtwoord	73
Beveiliging van de vaste schijf	74
De beveiligings-chip instellen	75
De vingerafdruklezer gebruiken	77
Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van uw vaste-schijf-	79
Firewalls begrijpen en gebruiken	80
Gegevens beschermen tegen virussen	80
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel	81
Herstelmedia maken en gebruiken	81
Herstelmedia maken	82
Herstelmedia gebruiken	82
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren	82
Een backupbewerking uitvoeren	83
Een herstelbewerking uitvoeren	83
Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery	83
Noodherstelmedia maken en gebruiken	84
Een noodherstelmedium maken	85
Een noodherstelmedium gebruiken	85
Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw insta	85
Problemen met herstelprocedures oplossen	86
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen	89
Voorkoming van statische elektriciteit	89
De batterij verwisselen	89
De SIM-kaart vervangen	91
Het vaste-schijfstation of SSD-station vervangen	92
Het toetsenbord vervangen	94
Een geheugenmodule vervangen en installeren	98
Het optische-schijfstation vervangen	102
De PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN/WiMAX vervangen	107
De PCI Express Mini-kaart voor draadloos WAN vervangen of instal	109
De backupbatterij verwisselen	113
Hoofdstuk 7. De computer uitbreiden	115
Opties voor de ThinkPad zoeken	115
ThinkPad port replicator en dockingstation	115
Voorkant	116
Achterkant	118
Een port replicator of dockingstation koppelen	121
Een port replicator of dockingstation ontkoppelen	123
Beveiligingsvoorzieningen	124
Het systeemslot gebruiken	125
Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie	127
Een nieuw besturingssysteem installeren	127
Voor u begint	127
Het besturingssysteem Windows 7 installeren	128
Stuurprogramma's installeren	129
Het stuurprogramma voor de 4-in-1 Geheugenkaartlezer installeren	129
Het stuurprogramma voor USB 3.0 installeren	129
ThinkPad Monitor-bestand voor Windows 7 installeren	129
Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren	130
ThinkPad Setup	130
Menu Main	131
Menu Config	131
Menu Date/Time	136
Menu Security	136
Menu Startup	140
Menu Restart	142
Het UEFI BIOS van het systeem bijwerken	142
Systeembeheer gebruiken	143
Systeembeheer	143
Functies voor systeembeheer instellen	144
Hoofdstuk 9. Problemen voorkomen	145
Algemene voorzorgsmaatregelen	145
Stuurprogramma's up-to-date houden	146
De nieuwste stuurprogramma's van de website downloaden	146
De nieuwste stuurprogramma's downloaden met ThinkVantage System	146
Onderhoud van de computer	147
De kap van de computer schoonmaken	149
Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen	151
De oorzaak van een probleem opsporen	151
Problemen oplossen	151
De computer reageert niet meer	151
Wat te doen als u op het toetsenbord hebt gemorst	152
Foutberichten	152
Fouten zonder bericht	154
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt	155
Problemen met geheugenmodules	155
Netwerkproblemen	156
Het toetsenbord en andere aanwijsapparaten werken niet zoals het	158
Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten	159
Problemen met de vingerafdruklezer	164
Problemen met de batterij en de voeding	164
Problemen met stations en andere opslagapparaten	167
Een softwareprobleem	169
Problemen met poorten en aansluitingen	170
Hoofdstuk 11. Ondersteuning	171
Voordat u Lenovo belt	171
Uw computer registreren	171
Systeemupdates downloaden	171
Gegevens noteren	171
Hulp en service	172
Diagnoseprogramma's gebruiken	172
Lenovo Support-website	172
Lenovo bellen	173
Extra services aanschaffen	174
Bijlage A. Regelgeving	175
Informatie over draadloze communicatie	175
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie	176
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos	177
Kennisgeving classificatie voor export	177
Elektromagnetische straling	177
Verklaring van de Federal Communications Commission	177
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Can	178
Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnet	178
Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B	178
Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B	179
Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B	179
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de	179
Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan	179
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling	181
EU-richtlijnen voor AEEA	181
Richtlijnen voor recycling in Japan	181
Recyclinginformatie voor Brazilië	182
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Uni	182
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde St	183
Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan	183
Bijlage C. Informatie over ENERGY STAR-modellen	185
Bijlage D. Kennisgevingen	187

Match case Limit results 1 per page

2. Klik aan de linkerkant op

Beeldscherm

3. Klik op

Beeldscherminstellingen wijzigen

4. Klik op

Geavanceerde instellingen

5. Klik op de tab

Beeldscherm

6. Klik op

Eigenschappen

7. Klik op de tab

Stuurprogramma

8. Klik op

Stuurprogramma bijwerken

9. Selecteer

Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken

en klik daarna op

Ik wil kiezen uit een

lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer

10. Klik op

Diskette

11. Geef het pad op voor het INF-bestand van het beeldscherm en klik op

Openen

12. Klik op

13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op

14. Windows voltooit de installatie. Klik op

Sluiten

15. Klik op de knop

Sluiten

voor Eigenschappen voor Beeldscherm.

16. Klik op het tabblad

Monitor

17. Klik op

en sluit het venster Beeldscherminstellingen.

Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren

De stuurprogramma's bevinden zich in de directory

C:\SWTOOLS\DRIVERS

op de vaste schijf.

U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de directory

C:\SWTOOLS\APPS

op het

vaste-schijfstation. Raadpleeg hiertoe de instructies in “Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's

opnieuw installeren” op pagina 67.

Opmerking:

Als u de gewenste supplementbestanden, stuurprogramma's en toepassingssoftware niet

op de vaste schijf kunt vinden of als u informatie over en de nieuwste updates van deze bestanden en

programma's wilt ontvangen, kunt u terecht op de ThinkPad-website:

http://www.lenovo.com/ThinkPadDrivers

ThinkPad Setup

Op uw computer is het programma ThinkPad Setup geïnstalleerd, waarmee u verschillende instelparameters

kunt selecteren.

Ga als volgt te werk om de ThinkPad Setup te starten:

1. Zet de computer aan. Druk zodra het ThinkPad-logo verschijnt op de toets F1. Het hoofdmenu van

het programma ThinkPad Setup wordt geopend.

Opmerking:

Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het het hoofdmenu van

het programma ThinkPad Setup pas nadat u dat wachtwoord hebt ingevoerd. U kunt ThinkPad

Setup starten door op Enter te drukken of het beheerderswachtwoord in te voeren. U kunt echter de

parameters die door het beheerderswachtwoord worden beschermd, niet wijzigen. Lees voor meer

informatie “Wachtwoorden gebruiken” op pagina 51.

2. Ga, met behulp van de cursortoetsen, naar de optie die u wilt wijzigen. Als de geaccentueerd is, drukt u

op Enter. Er verschijnt een submenu.

3. Breng de gewenste wijzigingen aan. U wijzigt de waarde van een optie als volgt:

•

F6 of de combinatie Shift en +: naar een hogere waarde wijzigen.

112

Handboek voor de gebruiker