Lenovo ThinkPad L530 (Dutch) User Guide - Page 20

Fn-toets, PCI Express Mini-kaartsleuf voor draadloze, LAN/WiMAX-kaart, Knoppen voor het geluidsvolume

Page 20 highlights

11 Fn-toets 13 Knoppen voor het geluidsvolume 12 PCI Express Mini-kaartsleuf voor draadloze LAN/WiMAX-kaart 14 Zwarte knop 1 Ingebouwde camera (op bepaalde modellen) In sommige modellen is een camera ingebouwd. Gebruik de camera om foto's te maken en videovergaderingen te houden. Zie "De ingebouwde camera gebruiken" op pagina 43 voor meer informatie over het gebruik van de camera. 2 Ingebouwde microfoon (op bepaalde modellen) Met de ingebouwde microfoons en een audioprogramma kunt u geluidsopnamen maken. 3 Statuslampjes Uw computer is uitgerust met verschillende statuslampjes. Zie voor gedetailleerde informatie over de locatie en betekenis van elk van deze lampjes "Statuslampjes" op pagina 8. 4 Aan/uit-knop Gebruik de aan/uit-knop om de computer aan te zetten. Als u de computer wilt uitzetten, gebruikt u de optie Afsluiten in het menu Start. Als de computer niet meer reageert en niet meer kan worden uitgeschakeld, houdt u de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Als het systeem dan nog steeds niet reageert, verwijdert u de netvoedingsadapter en de batterij om de computer opnieuw te starten. Via de Power Manager kan de aan/uit-knop ook worden geprogrammeerd voor het uitzetten van de computer of voor het activeren van de sluimer- of de slaapstand. Voor meer informatie over dit programma kunt u help-informatie van het programma Power Manager raadplegen. UltraNav®-aanwijsapparaat 5 TrackPoint-aanwijsknopje 8 Touchpad-knoppen 9 Touchpad 10 TrackPoint-knoppen Op het toetsenbord vindt u een uniek Lenovo-aanwijsapparaat: het UltraNav-aanwijsapparaat. Aanwijzen, selecteren en slepen worden in één moeite uitgevoerd, terwijl uw handen gewoon in de typpositie blijven. Meer informatie vindt u in "Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken" op pagina 26. 6 Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen) Sommige modellen zijn uitgerust met een vingerafdruklezer. De technologie voor het controleren van vingerafdrukken maakt het mogelijk om bij het inschakelen van de computer en bij het openen van het programma ThinkPad Setup of bij het starten van het besturingssysteem Windows® uw vingerafdruk te gebruiken. Zie "De vingerafdruklezer gebruiken" op pagina 59 voor meer informatie. 7 Bluetooth-kaart Als uw computer wordt geleverd met een Bluetooth-kaart, maak dan gebruik van de functie Bluetooth om hulpapparatuur op uw computer aan te sluiten voor gegevenstransmissie of een andere bewerking. Meer informatie vindt u in "Bluetooth gebruiken" op pagina 36. 2 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190

11
Fn-toets
12
PCI Express Mini-kaartsleuf voor draadloze
LAN/WiMAX-kaart
13
Knoppen voor het geluidsvolume
14
Zwarte knop
1
Ingebouwde camera (op bepaalde modellen)
In sommige modellen is een camera ingebouwd. Gebruik de camera om foto's te maken en
videovergaderingen te houden. Zie “De ingebouwde camera gebruiken” op pagina 43 voor meer informatie
over het gebruik van de camera.
2
Ingebouwde microfoon (op bepaalde modellen)
Met de ingebouwde microfoons en een audioprogramma kunt u geluidsopnamen maken.
3
Statuslampjes
Uw computer is uitgerust met verschillende statuslampjes. Zie voor gedetailleerde informatie over de locatie
en betekenis van elk van deze lampjes “Statuslampjes” op pagina 8.
4
Aan/uit-knop
Gebruik de aan/uit-knop om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitzetten, gebruikt u de optie Afsluiten in het menu
Start
.
Als de computer niet meer reageert en niet meer kan worden uitgeschakeld, houdt u de aan/uit-knop
vier seconden of langer ingedrukt. Als het systeem dan nog steeds niet reageert, verwijdert u de
netvoedingsadapter en de batterij om de computer opnieuw te starten.
Via de Power Manager kan de aan/uit-knop ook worden geprogrammeerd voor het uitzetten van de
computer of voor het activeren van de sluimer- of de slaapstand. Voor meer informatie over dit programma
kunt u help-informatie van het programma Power Manager raadplegen.
UltraNav
®
-aanwijsapparaat
5
TrackPoint-aanwijsknopje
8
Touchpad-knoppen
9
Touchpad
10
TrackPoint-knoppen
Op het toetsenbord vindt u een uniek Lenovo-aanwijsapparaat: het UltraNav-aanwijsapparaat. Aanwijzen,
selecteren en slepen worden in één moeite uitgevoerd, terwijl uw handen gewoon in de typpositie blijven.
Meer informatie vindt u in “Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken” op pagina 26.
6
Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen)
Sommige modellen zijn uitgerust met een vingerafdruklezer. De technologie voor het controleren van
vingerafdrukken maakt het mogelijk om bij het inschakelen van de computer en bij het openen van het
programma ThinkPad Setup of bij het starten van het besturingssysteem Windows
®
uw vingerafdruk te
gebruiken. Zie “De vingerafdruklezer gebruiken” op pagina 59 voor meer informatie.
7
Bluetooth-kaart
Als uw computer wordt geleverd met een Bluetooth-kaart, maak dan gebruik van de functie Bluetooth om
hulpapparatuur op uw computer aan te sluiten voor gegevenstransmissie of een andere bewerking. Meer
informatie vindt u in “Bluetooth gebruiken” op pagina 36.
2
Handboek voor de gebruiker