Lenovo ThinkPad L530 (Dutch) User Guide - Page 141

Opmerking, Startup, vetgedrukt

Page 141 highlights

2. Zet de computer aan en wacht vervolgens tot het ThinkPad-logo wordt weergegeven. Druk dan op F12. 3. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht. Opmerking: Het menu Boot wordt weergegeven, wanneer het systeem niet kan opstarten van een apparaat of een besturingssysteem niet kan worden gevonden. In de onderstaande tabel worden de menuopties van Startup opgesomd. Opmerkingen: • De standaardwaarden zijn vetgedrukt. • Druk in elk submenu op Enter om de opties te tonen die kunnen worden geselecteerd en selecteer een gewenste optie. • Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies ondersteunt. Tabel 6. Opties in het menu Startup Menu-item Boot Waarden Network Boot UEFI/Legacy Boot • Both • UEFI Only • Legacy Only Opmerkingen Zie "De opstartvolgorde wijzigen" op pagina 122. Selecteer het opstartapparaat, wanneer het systeem vanuit het LAN ontwaakt. Als Wake on LAN is ingeschakeld, kan de netwerkbeheerder alle computers in een LAN op afstand starten met behulp van netwerkbeheersoftware. Selecteer de systeemopstartmogelijkheid. • Both: het systeem wordt opgestart volgens de instelling UEFI/Legacy Boot Priority. • UEFI Only: het systeem start alleen op van het UEFI-ingeschakelde besturingssysteem. • Legacy Only: het systeem wordt opgestart vanaf een besturingssysteem, behalve van het van UEFI voorziene besturingssysteem. UEFI/Legacy Boot Priority • UEFI First • Legacy First Opmerking: Als u UEFI Only selecteert, kan het systeem niet worden opgestart vanaf opstartbare apparaten die een besturingssysteem zonder UEFI hebben. Selecteer de prioriteit voor de opstartoptie tussen UEFI en Legacy. Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie 123

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190

2. Zet de computer aan en wacht vervolgens tot het ThinkPad-logo wordt weergegeven. Druk dan op F12.
3. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht.
Opmerking:
Het menu
Boot
wordt weergegeven, wanneer het systeem niet kan opstarten van een apparaat
of een besturingssysteem niet kan worden gevonden.
In de onderstaande tabel worden de menuopties van
Startup
opgesomd.
Opmerkingen:
De standaardwaarden zijn
vetgedrukt
.
Druk in elk submenu op Enter om de opties te tonen die kunnen worden geselecteerd en selecteer een
gewenste optie.
Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies
ondersteunt.
Tabel 6. Opties in het menu Startup
Menu-item
Waarden
Opmerkingen
Boot
Zie “De opstartvolgorde wijzigen” op
pagina 122.
Network Boot
Selecteer het opstartapparaat,
wanneer het systeem vanuit het
LAN ontwaakt.
Als Wake on
LAN is ingeschakeld, kan de
netwerkbeheerder alle computers
in een LAN op afstand starten met
behulp van netwerkbeheersoftware.
UEFI/Legacy Boot
Both
UEFI Only
Legacy Only
Selecteer de
systeemopstartmogelijkheid.
Both
: het systeem wordt opgestart
volgens de instelling
UEFI/Legacy
Boot Priority
.
UEFI Only
: het systeem start alleen
op van het UEFI-ingeschakelde
besturingssysteem.
Legacy Only
: het systeem
wordt opgestart vanaf een
besturingssysteem, behalve
van het van UEFI voorziene
besturingssysteem.
Opmerking:
Als u
UEFI Only
selecteert, kan het systeem niet
worden opgestart vanaf opstartbare
apparaten die een besturingssysteem
zonder UEFI hebben.
UEFI/Legacy Boot Priority
UEFI First
Legacy First
Selecteer de prioriteit voor de
opstartoptie tussen UEFI en Legacy.
Hoofdstuk 8
.
Geavanceerde configuratie
123