Karcher OC 3 Bike Box Operating instructions - Page 33

Vervoer, Opslag, Onderhoud, Hulp bij storingen

Page 33 highlights

Werken met reinigingsmiddel ƽ GEVAAR Bij gebruik van reinigingsmiddelen moet het veiligheidsgegevensblad van de reinigingsmiddelfabrikant in acht genomen worden, in het bijzonder de instructies betreffende de persoonlijke veiligheidsuitrusting. Geen reinigingsmiddelen of andere additieven in de tank bijvullen of aanzuigen.  Reinigingsmiddel in geringe hoeveelheid op het droge oppervlak sproeien en laten inwerken (niet laten opdrogen!).  Losgekomen vuil afspoelen. Gebruik met universele borstel LET OP Gevaar van lakschade Bij werkzaamheden met universele borstel moet deze vrij van vuil en andere deeltjes zijn. Afbeelding  Universele borstel monteren. Werking onderbreken  Hefboom van het handspuitpistool loslaten. Na ca. 5 minuten zonder gebruik schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. Werking stopzetten Om schade te vermijden:  Tank afnemen of zuigslang verwijderen.  Zet het apparaat aan.  Hendel van het handspuitpistool gebruiken tot geen water meer vrijkomt.  Hefboom van het handspuitpistool loslaten.  Reservoir volledig legen.  Plaats fijnfilter en ventielopener indien nodig op- nieuw. LET OP Niet volledig leeggemaakte apparaten en toebehoren kunnen door vorst vernield worden. Maak het apparaat en de toebehoren volledig leeg en bescherm ze tegen vorst. Vervoer ṇ VOORZICHTIG Verwondings- en beschadigingsgevaar! Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in acht. De inbegrepen Li-ion-accu is conform de relevante voorschriften voor internationaal transport gecontroleerd en mag getransporteerd/verstuurd worden.  Neem tijdens het transport de voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in acht. Transport met de hand  Apparaat aan de draaggreep optillen en dragen. Transport in voertuigen  Apparaat beveiligen tegen verschuiven en kantelen. Opslag ṇ VOORZICHTIG Verwondings- en beschadigingsgevaar! Neem bij de opslag het gewicht van het apparaat in acht. Apparaat opslaan  Apparaat op een egaal oppervlak neerzetten.  Apparaat niet bij temperaturen hoger dan 40°C en lager dan 0°C opbergen. Onderhoud ƽ GEVAAR Gevaar van stroomschok  Voor alle werkzaamheden aan het apparaat moet het apparaat uitgeschakeld en van het oplaadapparaat losgekoppeld worden. Ventielopener/fijnfilter reinigen Reinig ventielopener en fijnfilter regelmatig. LET OP Ventielopener en filter mogen niet worden beschadigd. Afbeeldingen  Verwijder ventielopener en fijnfilter met behulp van de zuigslangaansluiting of een geschikte tang.  Reinig ventielopener en fijnfilter onder stromend water.  Plaats fijnfilter en ventielopener opnieuw. Opmerking: Zorg dat de pen van de ventielopener naar boven wijst. Hulp bij storingen ƽ GEVAAR Voor alle werkzaamheden aan het apparaat moet het apparaat uitgeschakeld en van het oplaadapparaat losgekoppeld worden. Reparatiewerkzaamheden en werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen enkel door de geautoriseerde klantenservice uitgevoerd worden. Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met behulp van het volgende overzicht. Bij twijfel neemt u contact op met de bevoegde klantenservice. Apparaat draait niet  Ladingstoestand van de accu controleren, eventueel accu opladen. Motor overbelast, de motorveiligheidsschakelaar is in werking getreden.  Apparaat uitschakelen.  Schakel het apparaat in en neem het opnieuw in bedrijf. Omgevingstemperatuur lager dan 0°C of hoger dan 40°C, de motorveiligheidsschakelaar is geactiveerd.  Apparaat uitschakelen.  Apparaat laten afkoelen/opwarmen.  Schakel het apparaat in en neem het opnieuw in bedrijf. Als de storing meermaals optreedt, moet het apparaat door de klantendienst nagezien worden. Apparaat komt niet op druk  Controleren of er voldoende water in de tank of het waterreservoir zit.  Reinig ventielopener en fijnfilter onder stromend water.  Zorg dat de ventielopener met de pen naar boven wordt geplaatst. NL - 5 33

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174

– 5
²
GEVAAR
Bij gebruik van reinigingsmiddelen moet het veiligheids-
gegevensblad van de reinigingsmiddelfabrikant in acht
genomen worden, in het bijzonder de instructies betref-
fende de persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Geen reinigingsmiddelen of andere additieven in de
tank bijvullen of aanzuigen.
Reinigingsmiddel in geringe hoeveelheid op het
droge oppervlak sproeien en laten inwerken (niet
laten opdrogen!).
Losgekomen vuil afspoelen.
LET OP
Gevaar van lakschade
Bij werkzaamheden met universele borstel moet deze
vrij van vuil en andere deeltjes zijn.
Afbeelding
Universele borstel monteren.
Hefboom van het handspuitpistool loslaten.
Na ca. 5 minuten zonder gebruik schakelt het apparaat
zichzelf automatisch uit.
Om schade te vermijden:
Tank afnemen of zuigslang verwijderen.
Zet het apparaat aan.
Hendel van het handspuitpistool gebruiken tot
geen water meer vrijkomt.
Hefboom van het handspuitpistool loslaten.
Reservoir volledig legen.
Plaats fijnfilter en ventielopener indien nodig op-
nieuw.
LET OP
Niet volledig leeggemaakte apparaten en toebehoren
kunnen door vorst vernield worden. Maak het apparaat
en de toebehoren volledig leeg en bescherm ze tegen
vorst.
±
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in
acht.
De inbegrepen Li-ion-accu is conform de relevante
voorschriften voor internationaal transport gecontro-
leerd en mag getransporteerd/verstuurd worden.
Neem tijdens het transport de voorschriften voor
het vervoer van gevaarlijke goederen in acht.
Apparaat aan de draaggreep optillen en dragen.
Apparaat beveiligen tegen verschuiven en kante-
len.
±
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij de opslag het gewicht van het apparaat in
acht.
Apparaat op een egaal oppervlak neerzetten.
Apparaat niet bij temperaturen hoger dan 40°C en
lager dan 0°C opbergen.
²
GEVAAR
Gevaar van stroomschok
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat moet
het apparaat uitgeschakeld en van het oplaadap-
paraat losgekoppeld worden.
Reinig ventielopener en fijnfilter regelmatig.
LET OP
Ventielopener en filter mogen niet worden beschadigd.
Afbeeldingen
-
Verwijder ventielopener en fijnfilter met behulp van
de zuigslangaansluiting of een geschikte tang.
Reinig ventielopener en fijnfilter onder stromend
water.
Plaats fijnfilter en ventielopener opnieuw.
Opmerking:
Zorg dat de pen van de ventielopener
naar boven wijst.
²
GEVAAR
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat moet het
apparaat uitgeschakeld en van het oplaadapparaat los-
gekoppeld worden.
Reparatiewerkzaamheden en werkzaamheden aan
elektrische onderdelen mogen enkel door de geautori-
seerde klantenservice uitgevoerd worden.
Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met behulp van
het volgende overzicht.
Bij twijfel neemt u contact op met de bevoegde klanten-
service.
Ladingstoestand van de accu controleren, eventu-
eel accu opladen.
Motor overbelast, de motorveiligheidsschakelaar is in
werking getreden.
Apparaat uitschakelen.
Schakel het apparaat in en neem het opnieuw in
bedrijf.
Omgevingstemperatuur lager dan 0°C of hoger dan
40°C, de motorveiligheidsschakelaar is geactiveerd.
Apparaat uitschakelen.
Apparaat laten afkoelen/opwarmen.
Schakel het apparaat in en neem het opnieuw in
bedrijf.
Als de storing meermaals optreedt, moet het apparaat
door de klantendienst nagezien worden.
Controleren of er voldoende water in de tank of het
waterreservoir zit.
Reinig ventielopener en fijnfilter onder stromend
water.
Zorg dat de ventielopener met de pen naar boven
wordt geplaatst.
Werken met reinigingsmiddel
Gebruik met universele borstel
Werking onderbreken
Werking stopzetten
Vervoer
Transport met de hand
Transport in voertuigen
Opslag
Apparaat opslaan
Onderhoud
Ventielopener/fijnfilter reinigen
Hulp bij storingen
Apparaat draait niet
Apparaat komt niet op druk
33
NL