Home » Lenovo Manuals » Laptops » Lenovo ThinkPad T430 » Manual Viewer

Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 136

Thinkpad Setup, C:\swtools\drivers\monitor, C:\swtools\drivers, C:\swtools\apps

View all Lenovo ThinkPad T430 manuals

Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals

Page 136 highlights

4. Klik op Geavanceerde instellingen. 5. Klik op de tab Beeldscherm. 6. Klik op Eigenschappen. 7. Klik op de tab Stuurprogramma. 8. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 9. Selecteer Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer. 10. Klik op Diskette. 11. Geef het pad C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR op voor dit INF-bestand. Klik daarna op Openen. 12. Klik op OK. 13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op Volgende. 14. Als de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten. 15. Klik op Sluiten om het venster Eigenschappen voor Beeldscherm te sluiten. 16. Klik op het tabblad Monitor op OK. 17. Klik op OK en sluit het venster Beeldscherminstellingen. Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren De stuurprogramma´s van het apparaat bevinden zich in de directory C:\SWTOOLS\DRIVERS op de vaste schijf. U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de directory C:\SWTOOLS\APPS op het vaste-schijfstation. Raadpleeg hiertoe de instructies in "Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren" op pagina 71. Opmerking: Als u de gewenste supplementbestanden, stuurprogramma's en toepassingssoftware niet op uw vaste schijf kunt vinden of als u informatie over en de nieuwste updates van deze bestanden en programma's wilt ontvangen, ga dan naar: http://www.lenovo.com/ThinkPadDrivers. ThinkPad Setup Op uw computer is het programma ThinkPad Setup geïnstalleerd, waarmee u verschillende instelparameters kunt selecteren. Ga als volgt te werk om de ThinkPad Setup te starten: 1. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F1. Het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup wordt geopend. Opmerking: Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup pas nadat u dat wachtwoord hebt ingevoerd. U kunt ThinkPad Setup starten door op Enter te drukken of het beheerderswachtwoord in te voeren. U kunt echter de parameters die door het beheerderswachtwoord worden beschermd, niet wijzigen. Lees voor meer informatie "Wachtwoorden gebruiken" op pagina 53. 2. Ga met behulp van de cursortoetsen naar de optie die u wilt wijzigen. Als de geaccentueerd is, drukt u op Enter. Er verschijnt een submenu. 3. Breng de gewenste wijzigingen aan. Om de waarde van een optie te wijzigen drukt u op de volgende toetsen: • F6 of de combinatie Shift en +: naar een hogere waarde wijzigen. • F5 of - : naar een lagere waarde wijzigen. Als de optie een submenu heeft, drukt u op Enter om het weer te geven. 4. Druk op Esc om het submenu te verlaten. 118 Handboek voor de gebruiker

Section	Page
Lees dit eerst	7
Belangrijke veiligheidsvoorschriften	8
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is	9
Veiligheidsrichtlijnen	9
Hoofdstuk 1. Productoverzicht	19
De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes	19
Voorkant	19
Rechterkant	21
Linkerkant	23
Onderkant	24
Achterkant	25
Statuslampjes	26
De plaats van belangrijke productinformatie	28
Machinetype en modelnummer	28
Label met het FCC ID en het IC-certificeringsnummer	29
Certificaat van Echtheid	30
Functies	30
Specificaties	32
Gebruiksomgeving	32
ThinkVantage Technologies en andere software	33
ThinkVantage-toepassingen openen	33
ThinkVantage-toepassingen	35
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken	39
Uw computer registreren	39
Veelgestelde vragen	39
Speciale toetsen en knoppen	40
Functietoetsencombinaties	40
Knoppen voor het geluidsvolume	43
Windows-toets	44
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken	44
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken	45
De touchpad gebruiken	46
Het UltraNav-aanwijsapparaat en een externe muis gebruiken	47
Het UltraNav-pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows	47
Energiebeheer	47
De oplaadstatus van de batterij controleren	47
De wisselstroomadapter gebruiken	48
De batterij opladen	48
De werkingsduur van de batterij verlengen	48
Energiebeheer	49
Spaarstanden	49
Omgaan met de batterij	50
Verbinding maken met het netwerk	52
Ethernet-verbindingen	52
Draadloze verbindingen	52
Een projector of een extern beeldscherm gebruiken	56
De instellingen van het beeldscherm aanpassen	57
Een projector of een extern beeldscherm aansluiten	57
Een presentatie voorbereiden	60
De functie voor schermuitbreiding gebruiken	60
De optie NVIDIA Optimus Graphics gebruiken	61
De audiovoorzieningen gebruiken	61
De ingebouwde camera gebruiken	62
De functie ThinkLight-lampje gebruiken	63
Het optische-schijfstation gebruiken	63
Een ExpressCard-module, een flash mediakaart of een smartcard ge	63
Hoofdstuk 3. U en uw computer	67
Toegankelijkheid en comfort	67
Ergonomisch werken	67
Comfortabel werken	68
Informatie voor gehandicapten	69
De computer meenemen op reis	69
Tips voor als u op reis gaat	69
Accessoires voor op reis	70
Hoofdstuk 4. Beveiliging	71
Een kabelslot aanbrengen	71
Wachtwoorden gebruiken	71
Wachtwoorden en de sluimerstand	71
Wachtwoorden invoeren	71
Systeemwachtwoord	72
Vaste-schijfwachtwoorden	72
Beheerderswachtwoord	75
Beveiliging van de vaste schijf	76
De beveiligings-chip instellen	77
De vingerafdruklezer gebruiken	79
Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van uw vaste-schijf-	83
Firewalls gebruiken	84
Gegevens beschermen tegen virussen	84
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel	85
Herstelmedia maken en gebruiken	85
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren	86
Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery	87
Noodherstelmedia maken en gebruiken	88
Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw insta	89
Problemen met herstelprocedures oplossen	90
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen	91
Voorkoming van statische elektriciteit	91
De batterij verwisselen	91
Het vaste-schijfstation vervangen	95
Het toetsenbord vervangen	98
De geheugenmodule vervangen	102
De draadloos LAN/WiMAX-kaart vervangen	106
De draadloze WAN-kaart installeren en vervangen	112
De SIM-kaart vervangen	116
Ultrabay-apparaten verwisselen	117
Hoofdstuk 7. De computer uitbreiden	119
Opties voor de ThinkPad zoeken	119
De functie Serial Ultrabay Enhanced gebruiken	119
Apparaten direct of warm verwisselen	119
Een secundair vaste-schijfstation installeren	120
ThinkPad port replicators en dockingstations	122
Voorkant	123
Achterkant	125
Een ThinkPad port replicator of dockingstation bevestigen	127
Een ThinkPad port replicator of dockingstation loskoppelen	130
Beveiligingsvoorzieningen	131
Het systeemslot gebruiken	131
Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie	133
Een nieuw besturingssysteem installeren	133
Voor u begint	133
Het besturingssysteem Windows 7 installeren	134
Stuurprogramma's installeren	135
ThinkPad Setup	136
Menu Main	137
Menu Config	137
Menu Date/Time	145
Menu Security	145
Menu Startup	150
Menu Restart	152
Het UEFI BIOS van het systeem bijwerken	152
Systeembeheer gebruiken	152
Systeembeheer	153
Functies voor systeembeheer instellen	153
Hoofdstuk 9. Problemen voorkomen	155
Algemene voorzorgsmaatregelen	155
Stuurprogramma's up-to-date houden	156
Onderhoud van de computer	157
De kap van de computer schoonmaken	159
Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen	161
De oorzaak van een probleem opsporen	161
Problemen oplossen	161
De computer reageert niet meer	161
Wat te doen als u op het toetsenbord hebt gemorst	162
Foutberichten	163
Fouten zonder bericht	164
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt	165
Problemen met geheugenmodules	166
Netwerkproblemen	166
Het toetsenbord en andere aanwijsapparaten werken niet zoals het	168
Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten	169
Problemen met de vingerafdruklezer	174
Problemen met de batterij en de voeding	174
Problemen met stations en andere opslagapparaten	178
Problemen met de software	179
Problemen met poorten en aansluitingen	180
Problemen met USB	180
Problemen met het dockingstation of de port replicator	180
Hoofdstuk 11. Ondersteuning	181
Voordat u Lenovo belt	181
Hulp en service	182
Diagnoseprogramma's gebruiken	182
Lenovo Support-website	182
Lenovo bellen	183
Extra services aanschaffen	183
Bijlage A. Regelgeving	185
Informatie over draadloze communicatie	185
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie	186
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos	187
Kennisgeving classificatie voor export	187
Elektronische emissie	187
Verklaring van de Federal Communications Commission	187
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Can	188
Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnet	188
Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B	188
Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B	189
Japan: Kennisgeving VCCI-klasse B	189
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de	189
Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan	189
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling	191
EU-richtlijnen voor AEEA	191
Informatie over het recyclen van batterijen voor Japan	191
Informatie over het recyclen van batterijen voor Brazilië	192
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde St	192
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Uni	193
Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan	193
Bijlage C. Kennisgevingen	195

Match case Limit results 1 per page

4. Klik op

Geavanceerde instellingen

5. Klik op de tab

Beeldscherm

6. Klik op

Eigenschappen

7. Klik op de tab

Stuurprogramma

8. Klik op

Stuurprogramma bijwerken

9. Selecteer

Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken

en klik daarna op

Ik wil kiezen uit een

lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer

10. Klik op

Diskette

11. Geef het pad

C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR

op voor dit INF-bestand. Klik daarna op

Openen

12. Klik op

13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op

14. Als de installatie is voltooid, klikt u op

Sluiten

15. Klik op

Sluiten

om het venster Eigenschappen voor Beeldscherm te sluiten.

16. Klik op het tabblad

Monitor

17. Klik op

en sluit het venster Beeldscherminstellingen.

Andere stuurprogramma's voor apparaten en software installeren

De stuurprogramma´s van het apparaat bevinden zich in de directory

C:\SWTOOLS\DRIVERS

op de vaste schijf.

U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de directory

C:\SWTOOLS\APPS

op het

vaste-schijfstation. Raadpleeg hiertoe de instructies in “Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's

opnieuw installeren” op pagina 71.

Opmerking:

Als u de gewenste supplementbestanden, stuurprogramma's en toepassingssoftware niet

op uw vaste schijf kunt vinden of als u informatie over en de nieuwste updates van deze bestanden en

programma's wilt ontvangen, ga dan naar: http://www.lenovo.com/ThinkPadDrivers.

ThinkPad Setup

Op uw computer is het programma ThinkPad Setup geïnstalleerd, waarmee u verschillende instelparameters

kunt selecteren.

Ga als volgt te werk om de ThinkPad Setup te starten:

1. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F1. Het hoofdmenu van

het programma ThinkPad Setup wordt geopend.

Opmerking:

Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het het hoofdmenu van

het programma ThinkPad Setup pas nadat u dat wachtwoord hebt ingevoerd. U kunt ThinkPad

Setup starten door op Enter te drukken of het beheerderswachtwoord in te voeren. U kunt echter de

parameters die door het beheerderswachtwoord worden beschermd, niet wijzigen. Lees voor meer

informatie “Wachtwoorden gebruiken” op pagina 53.

2. Ga met behulp van de cursortoetsen naar de optie die u wilt wijzigen. Als de geaccentueerd is, drukt u

op Enter. Er verschijnt een submenu.

3. Breng de gewenste wijzigingen aan. Om de waarde van een optie te wijzigen drukt u op de volgende

toetsen:

•

F6 of de combinatie Shift en +: naar een hogere waarde wijzigen.

•

F5 of – : naar een lagere waarde wijzigen.

Als de optie een submenu heeft, drukt u op Enter om het weer te geven.

4. Druk op Esc om het submenu te verlaten.

118

Handboek voor de gebruiker