Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 176

Problemen met de voeding, Problemen met de aan/uit-knop, Problemen met het opstarten

Page 176 highlights

Problemen met de voeding Druk deze aanwijzingen nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. Als de computer helemaal geen energie krijgt, controleert u het volgende: 1. Controleer de aan/uit-knop. Raadpleeg "Systeemstatuslampjes" op pagina 9. Als de computer aan staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uit-knop. 2. Controleer alle voedingsaansluitingen. Verwijder alle stekkerdozen en piekspanningsbeveiligingen en steek de stekker van de wisselstroomadapter rechtstreeks in het stopcontact. 3. Controleer de wisselstroomadapter. Controleer of het apparaat beschadigd is en controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de adapter en op de computer. 4. Controleer of het stopcontact werkt, door er een ander apparaat op aan te sluiten. 5. Verwijder de computer uit een ThinkPad Port Replicator of dockingstation. Raadpleeg "Een ThinkPad port replicator of dockingstation loskoppelen" op pagina 112. 6. Verwijder alle apparaten en controleer de systeemvoeding terwijl zo weinig mogelijk apparaten zijn aangesloten. a. Ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. b. Klap het beeldscherm dicht en keer de computer om. c. Verwijder de batterij, de geheugenmodule, de PCI Express Mini Cards, het Ultrabay-apparaat, het vaste-schijfstation, het SSD-station of mSATA SSD-station. Zie Hoofdstuk 6 "Apparaten vervangen" op pagina 73. d. Wacht 30 seconden en installeer de geheugenmodule en een werkende batterij opnieuw of sluit de wisselstroomadapter aan om de computer te testen terwijl er zo weinig mogelijk apparaten zijn aangesloten. e. Sluit de apparaten die u eerder hebt verwijderd een voor een weer aan. Als de computer niet werkt met de batterij als energiebron, controleert u het volgende: 1. Verwijder de batterij en plaats de batterij terug om ervoor te zorgen dat de batterij correct is aangesloten. Raadpleeg "De batterij verwisselen" op pagina 73. 2. Vervang de batterij door een andere batterij van hetzelfde type, indien beschikbaar. Als er een ander, vergelijkbaar model ThinkPad beschikbaar is, controleert u of de batterij in die andere computer wel werkt en of de batterij van die andere computer in uw ThinkPad werkt. 3. Controleer het batterijlampje. Raadpleeg "Energiestatuslampjes" op pagina 9. Het batterijlampje is normaal aan als de batterij is geïnstalleerd en de computer aan staat en als de wisselstroomadapter is aangesloten en de batterij wordt opgeladen. Dit lampje is aan of knippert oranje of groen, afhankelijk van de status van de batterij. Problemen met de aan/uit-knop Probleem: Het systeem reageert niet en u kunt de computer niet uitschakelen. Oplossing: Zet de computer uit door de aan/uit-knop minimaal 4 seconden ingedrukt te houden. Gaat het systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij. Problemen met het opstarten Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. Als er een foutbericht verschijnt voordat het besturingssysteem wordt geladen, doet u het volgende: 158 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

Problemen met de voeding
Druk deze aanwijzingen nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst
kunt raadplegen.
Als de computer helemaal geen energie krijgt, controleert u het volgende:
1. Controleer de aan/uit-knop. Raadpleeg “Systeemstatuslampjes” op pagina 9. Als de computer aan
staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uit-knop.
2. Controleer alle voedingsaansluitingen. Verwijder alle stekkerdozen en piekspanningsbeveiligingen en
steek de stekker van de wisselstroomadapter rechtstreeks in het stopcontact.
3. Controleer de wisselstroomadapter. Controleer of het apparaat beschadigd is en controleer of het
netsnoer goed is aangesloten op de adapter en op de computer.
4. Controleer of het stopcontact werkt, door er een ander apparaat op aan te sluiten.
5. Verwijder de computer uit een ThinkPad Port Replicator of dockingstation. Raadpleeg “Een ThinkPad
port replicator of dockingstation loskoppelen” op pagina 112.
6. Verwijder alle apparaten en controleer de systeemvoeding terwijl zo weinig mogelijk apparaten zijn
aangesloten.
a.
Ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer.
b. Klap het beeldscherm dicht en keer de computer om.
c.
Verwijder de batterij, de geheugenmodule, de PCI Express Mini Cards, het Ultrabay-apparaat, het
vaste-schijfstation, het SSD-station of mSATA SSD-station. Zie Hoofdstuk 6 “Apparaten vervangen”
op pagina 73.
d. Wacht 30 seconden en installeer de geheugenmodule en een werkende batterij opnieuw of sluit
de wisselstroomadapter aan om de computer te testen terwijl er zo weinig mogelijk apparaten
zijn aangesloten.
e.
Sluit de apparaten die u eerder hebt verwijderd een voor een weer aan.
Als de computer niet werkt met de batterij als energiebron, controleert u het volgende:
1. Verwijder de batterij en plaats de batterij terug om ervoor te zorgen dat de batterij correct is aangesloten.
Raadpleeg “De batterij verwisselen” op pagina 73.
2. Vervang de batterij door een andere batterij van hetzelfde type, indien beschikbaar.
Als er een ander, vergelijkbaar model ThinkPad beschikbaar is, controleert u of de batterij in die andere
computer wel werkt en of de batterij van die andere computer in uw ThinkPad werkt.
3. Controleer het batterijlampje. Raadpleeg “Energiestatuslampjes” op pagina 9.
Het batterijlampje is normaal aan als de batterij is geïnstalleerd en de computer aan staat en als de
wisselstroomadapter is aangesloten en de batterij wordt opgeladen. Dit lampje is aan of knippert oranje
of groen, afhankelijk van de status van de batterij.
Problemen met de aan/uit-knop
Probleem
: Het systeem reageert niet en u kunt de computer niet uitschakelen.
Oplossing
: Zet de computer uit door de aan/uit-knop minimaal 4 seconden ingedrukt te houden. Gaat het
systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij.
Problemen met het opstarten
Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt
raadplegen.
Als er een foutbericht verschijnt voordat het besturingssysteem wordt geladen, doet u het volgende:
158
Handboek voor de gebruiker