Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 71

Hoofdstuk 4. Beveiliging, Een kabelslot aanbrengen, Wachtwoorden gebruiken

Page 71 highlights

Hoofdstuk 4. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. Een kabelslot aanbrengen Met een beveiligingsslot kunt u voorkomen dat de computer wordt gestolen. Steek het kabelslot in de daartoe bestemde uitsparing en leg de kabel van het slot rond een vast voorwerp. Raadpleeg de instructies bij het slot. Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van specifieke sloten en andere beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van specifieke sloten en beveiligingsvoorzieningen. Wachtwoorden gebruiken Het gebruik van een wachtwoord helpt u voorkomen dat uw computer door anderen wordt gebruikt. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er elke keer dat u de computer aanzet een prompt voor het wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord opgeeft, kunt u de computer niet gebruiken. Wachtwoorden en de sluimerstand Als u wachtwoorden hebt ingesteld en u uw computer met Fn + F4 in de slaapstand plaatst, zult u bij het weer in gebruik nemen worden verzocht het wachtwoord in te voeren. Als u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld voor een vaste-schijf- of SSD-station, wordt dat station bij het hervatten automatisch ontgrendeld. Opmerking: Als u een Windows-wachtwoord hebt ingesteld, wordt u gevraagd dat wachtwoord in te voeren. Wachtwoorden invoeren Als dit pictogram wordt weergegeven, typt u een systeemwachtwoord of een beheerderswachtwoord. Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf. Als u een beheerderswachtwoord wilt opgeven, doet u het volgende: 1. Druk op F1. Het pictogram verandert in: 2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf. Opmerking: Als u wilt terugkeren naar het , drukt u nogmaals op F1. Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een systeemwachtwoord of een beheerderswachtwoord. © Copyright Lenovo 2012 53

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

Hoofdstuk 4.
Beveiliging
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door
onbevoegden.
Een kabelslot aanbrengen
Met een beveiligingsslot kunt u voorkomen dat de computer wordt gestolen.
Steek het kabelslot in de daartoe bestemde uitsparing en leg de kabel van het slot rond een vast voorwerp.
Raadpleeg de instructies bij het slot.
Opmerking:
U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van specifieke sloten en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de
functionaliteit, kwaliteit of prestaties van specifieke sloten en beveiligingsvoorzieningen.
Wachtwoorden gebruiken
Het gebruik van een wachtwoord helpt u voorkomen dat uw computer door anderen wordt gebruikt. Als
u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er elke keer dat u de computer aanzet een prompt voor het
wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord opgeeft, kunt u
de computer niet gebruiken.
Wachtwoorden en de sluimerstand
Als u wachtwoorden hebt ingesteld en u uw computer met Fn + F4 in de slaapstand plaatst, zult u bij het
weer in gebruik nemen worden verzocht het wachtwoord in te voeren.
Als u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld voor een vaste-schijf- of SSD-station, wordt dat station bij
het hervatten automatisch ontgrendeld.
Opmerking:
Als u een Windows-wachtwoord hebt ingesteld, wordt u gevraagd dat wachtwoord in te voeren.
Wachtwoorden invoeren
Als dit pictogram wordt weergegeven, typt u een systeemwachtwoord of een beheerderswachtwoord.
Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf. Als u een
beheerderswachtwoord wilt opgeven, doet u het volgende:
1. Druk op F1. Het pictogram verandert in:
2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf.
Opmerking:
Als u wilt terugkeren naar het
, drukt u nogmaals op F1.
Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een systeemwachtwoord of een beheerderswachtwoord.
© Copyright Lenovo 2012
53