Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 43
Knoppen voor het geluidsvolume, Druk op Fn+F6. Het venster Communicatie-instellingen wordt geopend.
View all Lenovo ThinkPad T430 manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 43 highlights
Knoppen voor het geluidsvolume U kunt de geluidssterkte van de ingebouwde luidsprekers met de volgende drie knoppen instellen: 1 Knop voor Luidspreker uit 2 Volumeknop 3 Knop voor Microfoon uit Als u het geluid uitzet en hierna de computer uitschakelt, is het geluid nog steeds uit als u de computer de volgende keer weer aanzet. Om het geluid weer aan te zetten, drukt u op de knop plus (+) of min (-). Het volume instellen Om het uitgangsvolume of het opnamevolume aan te passen gaat u als volgt te werk: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Geluid. Het venster Geluid wordt geopend. 2. Klik op de tab Afspelen of Opname en klik daarna op het apparaat dat u wilt aanpassen. 3. Klik op de knop Eigenschappen. 4. Klik op de knop Niveaus en pas het volume aan door de schuifregelaar te verslepen. U kunt het volume ook regelen met behulp van het volumepictogram op de taakbalk rechtsonder op het scherm. Raadpleeg voor meer informatie over de volume-instellingen het Help-informatiesysteem van Windows. De knop Microfoon dempen instellen Als u op de knop Microfoon Dempen drukt, worden alle geluidsopnameapparaten ingesteld op Dempen of Niet dempen. Dit is de standaardinstelling. Als u op de knop Microfoon Dempen drukt, worden alle geluidsopnameapparaten ingesteld op Dempen of Niet dempen. Dit is de standaardinstelling. 1. Druk op Fn+F6. Het venster Communicatie-instellingen wordt geopend. 2. Klik op de knop Instellingen beheren. Het venster Communications Utility wordt geopend. 3. Klik in het tabblad VoIP-gespreksinstellingen op Instellingen voor knop Microfoon dempen. Het venster Instellingen voor microfoon dempen wordt geopend. 4. Selecteer Alleen het hierna geselecteerde opnameapparaat:. Selecteer daarna in de vervolgkeuzelijst het opnameapparaat. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 25