Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 26

Statuslampjes

Page 26 highlights

Als u deze apparaten echter wilt opladen terwijl de netvoedingsadapter is aangesloten en uw computer in de slaapstand staat of uit is, moet u de computer aansluiten op de netvoedingsadapter en in de Power Manager de corresponderende instellingen configureren om de functie Always On USB-aansluiting in te schakelen. Voor meer informatie over het inschakelen van de Always On USB-aansluiting raadpleegt u het Help-informatiesysteem van het programma Power Manager. 2 Ethernet-poort Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN. GEVAAR Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten. De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven met twee lampjes, links en rechts boven de aansluiting. Als de computer is aangesloten op een LAN en er een netwerksessie beschikbaar is, licht het lampje linksboven groen op. Tijdens gegevensoverdracht knippert het lampje rechtsboven geel. Opmerking: Als u de computer aansluit op een port replicator of een dockingstation, gebruik dan de ethernet-aansluiting op de port replicator of het dockingstation om de verbinding met een LAN tot stand te brengen; niet die op de computer. 3 Aansluiting voor wisselstroomadapter Sluit de netvoedingsadapter aan voor voeding naar de computer en om de batterij op te laden. 4 Ventilatieopeningen (achter) De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere de hoofdprocessor te koelen. Opmerking: Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de opening te plaatsen. Statuslampjes Uw computer heeft systeemstatus- en energiestatuslampjes. De statuslampjes geven de actuele status van de computer aan. 8 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

Als u deze apparaten echter wilt opladen terwijl de netvoedingsadapter is aangesloten en uw computer in
de slaapstand staat of uit is, moet u de computer aansluiten op de netvoedingsadapter en in de Power
Manager de corresponderende instellingen configureren om de functie Always On USB-aansluiting in te
schakelen. Voor meer informatie over het inschakelen van de Always On USB-aansluiting raadpleegt u het
Help-informatiesysteem van het programma Power Manager.
2
Ethernet-poort
Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten.
De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven met twee lampjes, links en rechts boven de
aansluiting. Als de computer is aangesloten op een LAN en er een netwerksessie beschikbaar is, licht het
lampje linksboven groen op. Tijdens gegevensoverdracht knippert het lampje rechtsboven geel.
Opmerking:
Als u de computer aansluit op een port replicator of een dockingstation, gebruik dan de
ethernet-aansluiting op de port replicator of het dockingstation om de verbinding met een LAN tot stand
te brengen; niet die op de computer.
3
Aansluiting voor wisselstroomadapter
Sluit de netvoedingsadapter aan voor voeding naar de computer en om de batterij op te laden.
4
Ventilatieopeningen (achter)
De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere
de hoofdprocessor te koelen.
Opmerking:
Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de
opening te plaatsen.
Statuslampjes
Uw computer heeft systeemstatus- en energiestatuslampjes. De statuslampjes geven de actuele status
van de computer aan.
8
Handboek voor de gebruiker