Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 47

Het UltraNav-aanwijsapparaat en een externe muis gebruiken

Page 47 highlights

2. Pas onder Touchpad de instellingen aan. Het UltraNav-aanwijsapparaat en een externe muis gebruiken Als u een externe muis op een USB-poort aansluit, kunt u de muis tegelijkertijd gebruiken met het TrackPoint-aanwijsapparaat en de Touchpad. Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de touchpad uitschakelen Om het TrackPoint-aanwijsknopje of de touchpad uit te schakelen kunt u het volgende doen: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. 2. Als u het TrackPoint-aanwijsapparaat wilt uitschakelen, heft u de selectie van het vakje TrackPoint inschakelen op. Om de touchpad uit te schakelen, heft u de selectie van het vakje Touchpad inschakelen op. 3. Klik op OK. Het UltraNav-pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows Voor sneller toegang tot de eigenschappen van de UltraNav kunt u de weergave van het UltraNav-pictogram in het Windows-systeemvak toevoegen. Doe het volgende om het UltraNav-pictogram in het Windows-systeemvak te plaatsen: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Muis. 2. In het venster Eigenschappen voor muis klikt u op het tabblad UltraNav. 3. Selecteer het vakje UltraNav-pictogram weergeven in het systeemvak. 4. Klik op OK. U kunt nu de eigenschappen van het UltraNav-aanwijsapparaat aanpassen door op het pictogram UltraNav te klikken in het Windows-systeemvak. Opmerking: Als u het besturingssysteem Windows 7 gebruikt, klikt u op het driehoekige pictogram op de taakbalk om verborgen pictogrammen weer te geven. Energiebeheer Als u met uw computer wilt werken terwijl er geen stopcontact in de buurt is, bent u voor de voeding van uw computer afhankelijk van de batterij. Verschillende componenten van de computer hebben een verschillend stroomverbruik. Als u componenten met een hoog stroomverbruik vaker gebruikt, raakt de batterij uiteraard sneller leeg. De oplaadstatus van de batterij controleren De batterijmeter van Power Manager op de taakbalk geeft het percentage resterende batterij-energie aan. De snelheid waarmee de batterijspanning terugloopt, bepaalt uiteindelijk hoe lang u de computer kunt gebruiken voordat u de batterij weer moet opladen. Omdat iedere computergebruiker anders werkt en andere eisen stelt, is het bijzonder moeilijk te voorspellen hoe lang een opgeladen batterij mee zal gaan. De twee belangrijkste factoren zijn: • De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint met werken. • De manier waarop u uw computer gebruikt. Bijvoorbeeld: - Hoe vaak gaat u naar het vaste-schijfstation. - Hoe helder maakt u het computerscherm. - Hoe vaak gebruikt u de functies voor draadloze communicatie. Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 29

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

2. Pas onder Touchpad de instellingen aan.
Het UltraNav-aanwijsapparaat en een externe muis gebruiken
Als u een externe muis op een USB-poort aansluit, kunt u de muis tegelijkertijd gebruiken met het
TrackPoint-aanwijsapparaat en de Touchpad.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de touchpad uitschakelen
Om het TrackPoint-aanwijsknopje of de touchpad uit te schakelen kunt u het volgende doen:
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en geluid
Muis
UltraNav
.
2. Als u het TrackPoint-aanwijsapparaat wilt uitschakelen, heft u de selectie van het vakje
TrackPoint
inschakelen
op.
Om de touchpad uit te schakelen, heft u de selectie van het vakje
Touchpad inschakelen
op.
3. Klik op
OK
.
Het UltraNav-pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows
Voor sneller toegang tot de eigenschappen van de UltraNav kunt u de weergave van het
UltraNav
-pictogram
in het Windows-systeemvak toevoegen.
Doe het volgende om het
UltraNav
-pictogram in het Windows-systeemvak te plaatsen:
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en geluid
Muis
.
2. In het venster Eigenschappen voor muis klikt u op het tabblad
UltraNav
.
3. Selecteer het vakje
UltraNav-pictogram weergeven in het systeemvak
.
4. Klik op
OK
. U kunt nu de eigenschappen van het UltraNav-aanwijsapparaat aanpassen door op het
pictogram
UltraNav
te klikken in het Windows-systeemvak.
Opmerking:
Als u het besturingssysteem Windows 7 gebruikt, klikt u op het driehoekige pictogram op de
taakbalk om verborgen pictogrammen weer te geven.
Energiebeheer
Als u met uw computer wilt werken terwijl er geen stopcontact in de buurt is, bent u voor de voeding
van uw computer afhankelijk van de batterij. Verschillende componenten van de computer hebben een
verschillend stroomverbruik. Als u componenten met een hoog stroomverbruik vaker gebruikt, raakt de
batterij uiteraard sneller leeg.
De oplaadstatus van de batterij controleren
De batterijmeter van Power Manager op de taakbalk geeft het percentage resterende batterij-energie aan.
De snelheid waarmee de batterijspanning terugloopt, bepaalt uiteindelijk hoe lang u de computer kunt
gebruiken voordat u de batterij weer moet opladen. Omdat iedere computergebruiker anders werkt en
andere eisen stelt, is het bijzonder moeilijk te voorspellen hoe lang een opgeladen batterij mee zal gaan. De
twee belangrijkste factoren zijn:
De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint met werken.
De manier waarop u uw computer gebruikt. Bijvoorbeeld:
Hoe vaak gaat u naar het vaste-schijfstation.
Hoe helder maakt u het computerscherm.
Hoe vaak gebruikt u de functies voor draadloze communicatie.
Hoofdstuk 2
.
De computer gebruiken
29