Lenovo ThinkPad T430 (Dutch) User Guide - Page 153

Systeembeheer, Functies voor systeembeheer instellen

Page 153 highlights

Systeembeheer Raadpleeg dit onderwerp als u meer wilt weten over de voorzieningen voor systeembeheer. Desktop Management Interface Het systeem-UEFI BIOS van uw computer biedt ondersteuning voor een interface met de naam System Management BIOS Reference Specification (SMBIOS) V2.6.1. SMBIOS geeft informatie over de hardwarecomponenten van het systeem. Het BIOS heeft als taak om aan deze database informatie over zichzelf en over de apparatuur op de systeemplaat te leveren. Deze specificatie documenteert de standaarden voor toegang tot de BIOS-informatie. PXE-technologie De Preboot eXecution Environment (PXE)-technologie vereenvoudigt het pc-beheer (op een computer die PXE 2.1 ondersteunt) doordat deze u de mogelijkheid biedt om het systeem vanaf een server op te starten (door het laden van een besturingssysteem of ander uitvoerbaar beeld). De computer ondersteunt de personal computer-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld worden opgestart vanaf een PXE-server. Opmerking: De functie Remote Initial Program Load (RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt. Wake on LAN Wake on LAN kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om uw computer op afstand op te starten vanaf een beheersconsole. Als Wake on LAN wordt gebruikt in combinatie met netwerkbeheersoftware, kunnen velerlei functies op afstand worden uitgevoerd; denk bijvoorbeeld aan gegevensoverdracht, updates van software en flash-updates van UEFI BIOS. Dit updateproces kan buiten kantooruren en in het weekend worden uitgevoerd om tijd te winnen en de effectiviteit te verhogen. De gebruikers hoeven hun normale werkzaamheden dan niet te onderbreken en het LAN-verkeer wordt tot een minimum beperkt. Als uw computer wordt opgestart met Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde Network Boot gebruikt. Asset ID EEPROM De Asset ID EEPROM bevat informatie over het systeem, waaronder configuratiegegevens en de serienummers van de belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden waarin u zelf informatie over de eindgebruikers kunt opslaan. Functies voor systeembeheer instellen Als u wilt dat de netwerkbeheerder uw computer op afstand kan bedienen, dient u de netwerkinterface te configureren door de voorzieningen voor systeembeheer in het ThinkPad Setup-programma in te stellen. U kunt de volgende functies configureren in het programma: • Wake on LAN • Netwerkopstartvolgorde • Flash-update Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u deze functies alleen gebruiken als u dit beheerderswachtwoord hebt gespecificeerd bij het starten van ThinkPad Setup. Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie 135

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198

Systeembeheer
Raadpleeg dit onderwerp als u meer wilt weten over de voorzieningen voor systeembeheer.
Desktop Management Interface
Het systeem-UEFI BIOS van uw computer biedt ondersteuning voor een interface met de naam
System Management BIOS Reference Specification (SMBIOS) V2.6.1. SMBIOS geeft informatie over
de hardwarecomponenten van het systeem. Het BIOS heeft als taak om aan deze database informatie
over zichzelf en over de apparatuur op de systeemplaat te leveren. Deze specificatie documenteert de
standaarden voor toegang tot de BIOS-informatie.
PXE-technologie
De Preboot eXecution Environment (PXE)-technologie vereenvoudigt het pc-beheer (op een computer die
PXE 2.1 ondersteunt) doordat deze u de mogelijkheid biedt om het systeem vanaf een server op te starten
(door het laden van een besturingssysteem of ander uitvoerbaar beeld). De computer ondersteunt de
personal computer-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer
bijvoorbeeld worden opgestart vanaf een PXE-server.
Opmerking:
De functie Remote Initial Program Load (RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt.
Wake on LAN
Wake on LAN kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om uw computer op afstand op te starten
vanaf een beheersconsole.
Als Wake on LAN wordt gebruikt in combinatie met netwerkbeheersoftware, kunnen velerlei functies
op afstand worden uitgevoerd; denk bijvoorbeeld aan gegevensoverdracht, updates van software en
flash-updates van UEFI BIOS. Dit updateproces kan buiten kantooruren en in het weekend worden uitgevoerd
om tijd te winnen en de effectiviteit te verhogen. De gebruikers hoeven hun normale werkzaamheden dan
niet te onderbreken en het LAN-verkeer wordt tot een minimum beperkt.
Als uw computer wordt opgestart met Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde
Network Boot
gebruikt.
Asset ID EEPROM
De Asset ID EEPROM bevat informatie over het systeem, waaronder configuratiegegevens en de
serienummers van de belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden
waarin u zelf informatie over de eindgebruikers kunt opslaan.
Functies voor systeembeheer instellen
Als u wilt dat de netwerkbeheerder uw computer op afstand kan bedienen, dient u de netwerkinterface te
configureren door de voorzieningen voor systeembeheer in het ThinkPad Setup-programma in te stellen. U
kunt de volgende functies configureren in het programma:
Wake on LAN
Netwerkopstartvolgorde
Flash-update
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u deze functies alleen gebruiken als u dit
beheerderswachtwoord hebt gespecificeerd bij het starten van ThinkPad Setup.
Hoofdstuk 8
.
Geavanceerde configuratie
135