Lenovo ThinkPad X220i (Dutch) User Guide - Page 208

Plug and Play Monitor, C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR

Page 208 highlights

4. Klik op Geavanceerde instellingen. 5. Klik op de tab Beeldscherm. 6. Klik op Eigenschappen. 7. Klik op de tab Stuurprogramma. 8. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 9. Selecteer Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer. 10. Klik op Diskette. 11. Geef het pad "C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR" op voor dit INF-bestand en klik op Openen. 12. Klik op OK. 13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op Volgende. 14. Windows voltooit de installatie. Klik op Sluiten. 15. Klik op de knop Sluiten voor Eigenschappen voor Beeldscherm. 16. Klik op het tabblad Monitor op OK. 17. Klik op OK en sluit het venster Beeldscherminstellingen. Windows Vista 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren. 2. Klik op Beeldscherminstellingen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm wordt geopend. 3. Klik op Geavanceerde instellingen. 4. Klik op de tab Beeldscherm. 5. Klik op Eigenschappen. (Klik voor Windows Vista bovendien op Doorgaan.) 6. Klik op de tab Stuurprogramma. 7. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 8. Selecteer Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer. 9. Klik op Diskette. 10. Geef het pad "C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR" op voor dit INF-bestand en klik op Openen. 11. Klik op OK. 12. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op Volgende. 13. Windows voltooit de installatie. Klik op Sluiten. 14. Klik op de knop Sluiten voor Eigenschappen voor Beeldscherm. 15. Klik op het tabblad Monitor op OK. 16. Klik op OK en sluit het venster Beeldscherminstellingen. Windows XP: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik in het voorgrondmenu op Eigenschappen. 2. Klik op de tab Instellingen. 3. Klik op de tab Geavanceerd. 4. Klik op de tab Monitor. 5. Selecteer Plug and Play Monitor in de lijst van beeldschermtypen. 6. Klik op Eigenschappen. 190 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224
  • 225
  • 226
  • 227
  • 228
  • 229
  • 230
  • 231
  • 232
  • 233
  • 234
  • 235
  • 236
  • 237
  • 238
  • 239
  • 240
  • 241
  • 242
  • 243
  • 244
  • 245
  • 246
  • 247
  • 248
  • 249
  • 250
  • 251
  • 252
  • 253
  • 254
  • 255
  • 256
  • 257
  • 258
  • 259
  • 260
  • 261
  • 262
  • 263
  • 264
  • 265
  • 266
  • 267
  • 268
  • 269
  • 270
  • 271
  • 272
  • 273
  • 274
  • 275
  • 276
  • 277
  • 278
  • 279
  • 280
  • 281
  • 282
  • 283
  • 284
  • 285
  • 286
  • 287
  • 288

4. Klik op
Geavanceerde instellingen
.
5. Klik op de tab
Beeldscherm
.
6. Klik op
Eigenschappen
.
7. Klik op de tab
Stuurprogramma
.
8. Klik op
Stuurprogramma bijwerken
.
9. Selecteer
Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken
en klik daarna op
Ik wil kiezen uit een
lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer
.
10. Klik op
Diskette
.
11. Geef het pad “
C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR
” op voor dit INF-bestand en klik op
Openen
.
12. Klik op
OK
.
13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op
Volgende
.
14. Windows voltooit de installatie. Klik op
Sluiten
.
15. Klik op de knop
Sluiten
voor Eigenschappen voor Beeldscherm.
16. Klik op het tabblad
Monitor
op
OK
.
17. Klik op
OK
en sluit het venster Beeldscherminstellingen.
Windows Vista
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Personaliseren
.
2. Klik op
Beeldscherminstellingen
. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm wordt geopend.
3. Klik op
Geavanceerde instellingen
.
4. Klik op de tab
Beeldscherm
.
5. Klik op
Eigenschappen
. (Klik voor Windows Vista bovendien op
Doorgaan
.)
6. Klik op de tab
Stuurprogramma
.
7. Klik op
Stuurprogramma bijwerken
.
8. Selecteer
Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken
en klik daarna op
Ik wil kiezen uit een
lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer
.
9. Klik op
Diskette
.
10. Geef het pad “
C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR
” op voor dit INF-bestand en klik op
Openen
.
11. Klik op
OK
.
12. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op
Volgende
.
13. Windows voltooit de installatie. Klik op
Sluiten
.
14. Klik op de knop
Sluiten
voor Eigenschappen voor Beeldscherm.
15. Klik op het tabblad
Monitor
op
OK
.
16. Klik op
OK
en sluit het venster Beeldscherminstellingen.
Windows XP:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik in het voorgrondmenu op
Eigenschappen
.
2. Klik op de tab
Instellingen
.
3. Klik op de tab
Geavanceerd
.
4. Klik op de tab
Monitor
.
5. Selecteer
Plug and Play Monitor
in de lijst van beeldschermtypen.
6. Klik op
Eigenschappen
.
190
Handboek voor de gebruiker