Lenovo ThinkPad X220i (Dutch) User Guide - Page 72

Voor gebruik van de toetscombinaties Fn+F3, Fn+F4 en Fn+F12 moet het ThinkPad

Page 72 highlights

toetsencombinatie drukt, verschijnt er een venster waarin u het gewenste energiebeheerschema kunt kiezen of het energieniveau kunt aanpassen. Opmerking: Als u onder Windows XP bent aangemeld met het gebruikers-ID van een beheerder (administrator) en op Fn+F3 drukt, verschijnt het scherm voor het kiezen van een energiebeheerschema. Hebt u zich onder Windows XP aangemeld met een ander gebruikers-ID en u drukt op Fn+F3, dan verschijnt dat scherm niet. • Fn+F4 De computer in de spaarstand Standby plaatsen. Om terug te keren naar de normale werkstand, drukt u alleen op de Fn-toets, zonder op een functietoets te drukken. Opmerking: Als u de toetsencombinatie wilt gebruiken om de computer in de slaapstand of de stand "nietsdoen" te plaatsen (onder Windows XP: om de computer uit te schakelen of om het scherm voor het uitschakelen van de computer op te roepen), wijzigt u de instellingen in Power Manager. • Fn+F12 De computer in de slaapstand plaatsen. Om terug te keren naar de normale werkstand, houdt u de aan/uit-knop korter dan vier seconden ingedrukt. Opmerkingen: - Het scherm wordt wellicht meteen zwart nadat u op Fn+F12 hebt gedrukt, maar het duurt even voordat het systeem in de slaapstand staat. Verplaats het systeem pas als het Statuslampjes is gestopt met knipperen. Verplaatst u de computer al terwijl deze nog bezig is naar de slaapstand te gaan, dan kan dat leiden tot beschadiging van de vaste schijf. - Voor gebruik van de toetscombinaties Fn+F3, Fn+F4 en Fn+F12 moet het ThinkPad PM-apparaatstuurprogramma op uw computer zijn geïnstalleerd. Raadpleeg "Energiebeheer" op pagina 63 voor meer informatie over de energiebeheerfunctie. Een presentatieschema activeren • Fn+F7 Rechtstreeks een presentatieschema activeren, zonder Presentation Director te starten. Om deze functie uit te schakelen en de toetsencombinatie Fn+F7 te gebruiken voor het wisselen tussen verschillende beeldschermen, start u Presentation Director en wijzigt u de instelling. Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ ThinkVantage ➙ Presentation Director. Raadpleeg "Presentation Director" op pagina 39 voor meer informatie over het toepassen van een presentatieschema. Opmerking: Als u een computer met Windows 7 hebt, biedt uw computer geen ondersteuning aan presentatieschema's. De toetsencombinatie Fn+F7 kan echter wél worden gebruikt om de locatie van de beeldschermuitvoer te wijzigen. Wisselen tussen verschillende beeldschermen • Fn+F7 Voor Windows 7: Wisselen tussen het beeldscherm en een extern beeldscherm. Windows biedt de keuze uit de volgende opties: - Alleen computerbeeldscherm (LCD) - Computerbeeldscherm en externe monitor (zelfde beeld) - Computerbeeldscherm en externe monitor (functie Extended Desktop) - Alleen externe monitor 54 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224
  • 225
  • 226
  • 227
  • 228
  • 229
  • 230
  • 231
  • 232
  • 233
  • 234
  • 235
  • 236
  • 237
  • 238
  • 239
  • 240
  • 241
  • 242
  • 243
  • 244
  • 245
  • 246
  • 247
  • 248
  • 249
  • 250
  • 251
  • 252
  • 253
  • 254
  • 255
  • 256
  • 257
  • 258
  • 259
  • 260
  • 261
  • 262
  • 263
  • 264
  • 265
  • 266
  • 267
  • 268
  • 269
  • 270
  • 271
  • 272
  • 273
  • 274
  • 275
  • 276
  • 277
  • 278
  • 279
  • 280
  • 281
  • 282
  • 283
  • 284
  • 285
  • 286
  • 287
  • 288

toetsencombinatie drukt, verschijnt er een venster waarin u het gewenste energiebeheerschema kunt
kiezen of het energieniveau kunt aanpassen.
Opmerking:
Als u onder Windows XP bent aangemeld met het gebruikers-ID van een beheerder
(administrator) en op Fn+F3 drukt, verschijnt het scherm voor het kiezen van een energiebeheerschema.
Hebt u zich onder Windows XP aangemeld met een ander gebruikers-ID en u drukt op Fn+F3, dan
verschijnt dat scherm niet.
Fn+F4
De computer in de spaarstand Standby plaatsen. Om terug te keren naar de normale werkstand, drukt u
alleen op de Fn-toets, zonder op een functietoets te drukken.
Opmerking:
Als u de toetsencombinatie wilt gebruiken om de computer in de slaapstand of de stand
"nietsdoen" te plaatsen (onder Windows XP: om de computer uit te schakelen of om het scherm voor het
uitschakelen van de computer op te roepen), wijzigt u de instellingen in Power Manager.
Fn+F12
De computer in de slaapstand plaatsen. Om terug te keren naar de normale werkstand, houdt u de
aan/uit-knop korter dan vier seconden ingedrukt.
Opmerkingen:
Het scherm wordt wellicht meteen zwart nadat u op Fn+F12 hebt gedrukt, maar het duurt even voordat
het systeem in de slaapstand staat. Verplaats het systeem pas als het Statuslampjes is gestopt met
knipperen. Verplaatst u de computer al terwijl deze nog bezig is naar de slaapstand te gaan, dan kan
dat leiden tot beschadiging van de vaste schijf.
Voor gebruik van de toetscombinaties Fn+F3, Fn+F4 en Fn+F12 moet het ThinkPad
PM-apparaatstuurprogramma op uw computer zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg “Energiebeheer” op pagina 63 voor meer informatie over de energiebeheerfunctie.
Een presentatieschema activeren
Fn+F7
Rechtstreeks een presentatieschema activeren, zonder Presentation Director te starten.
Om deze functie uit te schakelen en de toetsencombinatie Fn+F7 te gebruiken voor het wisselen tussen
verschillende beeldschermen, start u Presentation Director en wijzigt u de instelling.
Klik op
Start
Alle programma's
ThinkVantage
Presentation Director
.
Raadpleeg “Presentation Director” op pagina 39 voor meer informatie over het toepassen van een
presentatieschema.
Opmerking:
Als u een computer met Windows 7 hebt, biedt uw computer geen ondersteuning aan
presentatieschema's. De toetsencombinatie Fn+F7 kan echter wél worden gebruikt om de locatie van de
beeldschermuitvoer te wijzigen.
Wisselen tussen verschillende beeldschermen
Fn+F7
Voor Windows 7:
Wisselen tussen het beeldscherm en een extern beeldscherm. Windows biedt de keuze uit de volgende
opties:
Alleen computerbeeldscherm (LCD)
Computerbeeldscherm en externe monitor (zelfde beeld)
Computerbeeldscherm en externe monitor (functie Extended Desktop)
Alleen externe monitor
54
Handboek voor de gebruiker