Metabo GE 950 G Plus Operating Instructions 2 - Page 25

Nederlands

Page 25 highlights

NEDERLANDS nl Iedereen die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Gebroken inzetgereedschap of brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken. i) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen apparaatonderdelen onder spanning worden gezet en kan een elektrische schok teweeg worden gebracht. j) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer doorgesneden of gegrepen worden en kan uw hand of uw arm in het draaiende inzetgereedschap komen. k) Leg het elektrisch gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap geheel tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het elektrische gereedschap verliest. l) Laat het elektrisch gereedschap niet lopen terwijl u het draagt. Door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap kan uw kleding worden gegrepen en kan het inzetgereedschap zich in uw lichaam boren. worden voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd de extra greep om tijdens de startfase een zo groot mogelijke controle over de terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben. De gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten beheersen. b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap zich in geval van een terugslag beweegt. Door de terugslag beweegt het elektrische gereedschap op de plaats van de blokkering tegen de bewegingsrichting van de slijpschijf in. d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken, scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet van het werkstuk terugspringt en beklemd raakt. Bij hoeken, scherpe randen of wanneer het terugspringt, raakt het roterende inzetgereedschap gemakkelijk beklemd. Dit leidt tot verlies van controle of een terugslag. m) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap. De motorventilator trekt stof in de behuizing en een sterke opeenhoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. n) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken kunnen deze materialen vlam vatten. o) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor een vloeibaar koelmiddel nodig is. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of verlies van controle over het elektrische gereedschap. 4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het slijpen en doorslijpen: a) Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd en de hiervoor geschikte beschermkap. Slijpmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. 4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op een terugslag Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap - zoals een slijpschijf, steunschijf of draadborstel - dat blijft haken of blokkeert. Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot stilstand. Hierdoor wordt ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, op de plaats van de blokkering versneld. Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. b) De slijpmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze slijpmiddelen kan de schijf breken. c) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm. Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschijven. d) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap. Een terugslag kan 25

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104

NEDERLANDS
nl
25
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsuitrusting te
dragen.
Gebroken inzetgereedschap of brok-
stukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en
letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken.
i)
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetge-
reedschap verborgen stroomleidingen of het
eigen netsnoer kan raken.
Door contact met een
spanningvoerende leiding kunnen ook metalen
apparaatonderdelen onder spanning worden gezet
en kan een elektrische schok teweeg worden
gebracht.
j)
Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap.
Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer doorge-
sneden of gegrepen worden en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
k)
Leg het elektrisch gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap geheel tot stil-
stand is gekomen.
Het draaiende inzetgereed-
schap kan in contact komen met het steunvlak,
waardoor u mogelijk de controle over het elektri-
sche gereedschap verliest.
l)
Laat het elektrisch gereedschap niet lopen
terwijl u het draagt.
Door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap kan uw kleding
worden gegrepen en kan het inzetgereedschap
zich in uw lichaam boren.
m)
Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrisch gereedschap.
De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke opeenho-
ping van metaalstof kan elektrische gevaren veroor-
zaken.
n)
Gebruik het elektrisch gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal.
Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
o)
Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
een vloeibaar koelmiddel nodig is.
Het gebruik
van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden
tot een elektrische schok.
4.2
Veiligheidsinstructies met het oog op
een terugslag
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap - zoals een slijp-
schijf, steunschijf of draadborstel - dat blijft haken of
blokkeert. Indien het draaiende inzetgereedschap
blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot
stilstand. Hierdoor wordt ongecontroleerd elek-
trisch gereedschap, tegen de draairichting van het
inzetgereedschap in, op de plaats van de blokke-
ring versneld.
Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft
haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die
invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken
van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk
gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of
vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draairichting
van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij
kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrisch gereedschap. Een terugslag kan
worden voorkomen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a)
Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben.
De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten
beheersen.
b)
Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt.
Het inzet-
gereedschap kan zich bij een terugslag over uw
hand bewegen.
c)
Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt.
Door de terug-
slag beweegt het elektrische gereedschap op de
plaats van de blokkering tegen de bewegingsrich-
ting van de slijpschijf in.
d)
Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzet-
gereedschap niet van het werkstuk terug-
springt en beklemd raakt.
Bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt, raakt het rote-
rende inzetgereedschap gemakkelijk beklemd. Dit
leidt tot verlies van controle of een terugslag.
e)
Gebruik geen ketting- of getand zaagblad.
Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereed-
schap.
4.3
Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen en doorslijpen:
a)
Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap.
Slijp-
middelen die niet geschikt zijn voor het elektrische
gereedschap kunnen niet voldoende worden afge-
schermd en zijn onveilig.
b)
De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo-
gelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van
een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn
bestemd voor materiaalafname met de rand van de
schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze
slijpmiddelen kan de schijf breken.
c)
Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf
altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste
grootte en vorm.
Geschikte flenzen steunen de
slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijp-
schijven.
d)
Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter elektrisch gereedschap.
Slijpschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.