Lenovo ThinkPad Edge E420 (Dutch) User Guide - Page 140

Menu Startup, Lock UEFI BIOS Settings

Page 140 highlights

Opmerkingen: • Hard Disk 1 is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd. Met Lock UEFI BIOS Settings kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op Enabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan wijzigen. Als u Set Minimum Length kiest, kunt u de minimumlengte opgeven voor systeemwachtwoorden en vaste-schijfwachtwoorden. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte niet wijzigen. Als u Password at unattended boot selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als de computer, vanuit uitgeschakelde toestand of de slaapstand, wordt aangezet. Als u Disabled selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen. Als u Password at restart selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als u de computer opnieuw opstart. Als u Disabled selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen. Menu Startup Wellicht moet u de opstartvolgorde van de stations in uw computer veranderen. Als er bijvoorbeeld verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd op verschillende verwisselbare vaste-schijfstations of PC-kaarten, kunt u het systeem opstarten vanaf een van deze apparaten. Attentie: Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u uiterst voorzichtig zijn dat u niet het verkeerde apparaat opgeeft bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u namelijk het verkeerde apparaat opgeeft, kan het gebeuren dat er onbedoeld bestanden of programma's worden overschreven. Attentie: Als u de BitLocker®-bestandsversleuteling gebruikt, mag u de opstartvolgorde niet wijzigen. BitLocker-bestandsversleuteling detecteert de wijziging van de opstartvolgorde niet wijzigen en voorkomt dat de computer opstart. De opstartvolgorde wijzigen De optie Startup kiezen om het submenu Boot weer te geven. Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer Boot en druk op Enter. U kunt het submenu Boot gebruiken om de opstartvolgorde op te geven die wordt uitgevoerd als u de computer inschakelt. Raadpleeg "Submenu Boot" op pagina 123. 2. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht. 3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten. Om de opstartvolgorde tijdelijk te wijzigen, zodat het systeem opstart vanaf een ander station, doet u het volgende: 1. Zet de computer uit. 122 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204

Opmerkingen:
Hard Disk 1
is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd.
Met
Lock UEFI BIOS Settings
kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties
van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het
beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op
Enabled
. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan
wijzigen.
Als u
Set Minimum Length
kiest, kunt u de minimumlengte opgeven voor systeemwachtwoorden en
vaste-schijfwachtwoorden. Standaard is deze optie ingesteld op
Disabled
. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte
niet wijzigen.
Als u
Password at unattended boot
selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld
als de computer, vanuit uitgeschakelde toestand of de slaapstand, wordt aangezet. Als u
Disabled
selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en gaat de computer verder met het laden van het
besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een
wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Als u
Password at restart
selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als u de
computer opnieuw opstart. Als u
Disabled
selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en
gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te
voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Menu Startup
Wellicht moet u de opstartvolgorde van de stations in uw computer veranderen. Als er bijvoorbeeld
verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd op verschillende verwisselbare vaste-schijfstations of
PC-kaarten, kunt u het systeem opstarten vanaf een van deze apparaten.
Attentie:
Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u uiterst voorzichtig zijn dat u niet het verkeerde
apparaat opgeeft bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u
namelijk het verkeerde apparaat opgeeft, kan het gebeuren dat er onbedoeld bestanden of programma's
worden overschreven.
Attentie:
Als u de BitLocker
®
-bestandsversleuteling gebruikt, mag u de opstartvolgorde niet wijzigen.
BitLocker-bestandsversleuteling detecteert de wijziging van de opstartvolgorde niet wijzigen en voorkomt
dat de computer opstart.
De opstartvolgorde wijzigen
De optie
Startup
kiezen om het submenu
Boot
weer te geven.
Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer
Boot
en druk op Enter.
U kunt het submenu
Boot
gebruiken om de opstartvolgorde op te geven die wordt uitgevoerd als u de
computer inschakelt. Raadpleeg “Submenu Boot” op pagina 123.
2. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
Om de opstartvolgorde tijdelijk te wijzigen, zodat het systeem opstart vanaf een ander station, doet u
het volgende:
1. Zet de computer uit.
122
Handboek voor de gebruiker