Lenovo ThinkPad Edge E420 (Dutch) User Guide - Page 52

Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken, Windows 7 en Windows Vista: Klik op

Page 52 highlights

• Deze computer openen Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken Mogelijk wordt uw computer geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. De UltraNav bestaat uit een TrackPoint en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen, als volgt: • Stel zowel de TrackPoint als de touchpad in als aanwijsapparaat. Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van de TrackPoint en de touchpad gebruiken. • Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u de TrackPoint gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer. • Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en de TrackPoint uitsluitend voor uitgebreide functies. Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het gebruik van de TrackPoint beperkt tot bladeren en de vergrootglasfunctie. • Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en schakel de touchpad uit. • Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en schakel de TrackPoint uit. De instellingen van UltraNav wijzigen U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen op het tabblad UltraNav van het venster Eigenschappen voor Muis. • Windows 7 en Windows Vista: Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. • Windows XP: Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Printers en overige hardware ➙ Muis ➙ tab UltraNav. U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen door op het UltraNav-pictogram in het systeemvak te klikken. Hoe u ervoor kunt zorgen dat het UltraNav-pictogram wordt afgebeeld in het systeemvak, leest u in "Het UltraNav-pictogram in het systeemvak plaatsen" op pagina 37. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken De TrackPoint bestaat uit een aanwijsknopje 1 op het toetsenbord en drie klikknoppen onder aan het toetsenbord. De beweging van de muisaanwijzer 5 op het scherm wordt bepaald door de richting waarin u druk uitoefent op het antislipdopje van het aanwijsknopje; het aanwijsknopje zelf beweegt niet. De snelheid waarmee de aanwijzer wordt verplaatst, wordt bepaald door de druk die op de knop wordt uitgeoefend. De functies van de linker 4 en rechter 2 klikknop komen overeen met die van de linker en rechter knop op een conventionele muis. De middelste knop van de TrackPoint 3 is de 'bladerknop'. Hiermee kunt u in elke gewenste richting door webpagina's en andere documenten bladeren, zonder dat u de grafische schuifbalken langs de randen van het venster hoeft te gebruiken. 34 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204

Deze computer openen
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken
Mogelijk wordt uw computer geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. De UltraNav bestaat uit een
TrackPoint en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt
beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen, als volgt:
Stel zowel de TrackPoint als de touchpad in als aanwijsapparaat.
Met deze instelling kunt u alle basisfuncties en uitgebreide functies van de TrackPoint en de touchpad
gebruiken.
Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en de touchpad uitsluitend voor uitgebreide
functies.
Met deze instelling kunt u de TrackPoint gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het
gebruik van de touchpad beperkt tot bladeren, tikzones en de slow-motionaanwijzer.
Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en de TrackPoint uitsluitend voor uitgebreide
functies.
Met deze instelling kunt u de touchpad gebruiken voor alle basisfuncties en uitgebreide functies en is het
gebruik van de TrackPoint beperkt tot bladeren en de vergrootglasfunctie.
Stel de TrackPoint in als primair aanwijsapparaat en schakel de touchpad uit.
Stel de touchpad in als primair aanwijsapparaat en schakel de TrackPoint uit.
De instellingen van UltraNav wijzigen
U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen op het tabblad
UltraNav
van het venster Eigenschappen
voor Muis.
Windows 7 en Windows Vista: Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en geluid
Muis
UltraNav
.
Windows XP: Klik op
Start
Configuratiescherm
Printers en overige hardware
Muis
tab
UltraNav
.
U kunt de instellingen van UltraNav wijzigen door op het UltraNav-pictogram in het systeemvak te klikken.
Hoe u ervoor kunt zorgen dat het UltraNav-pictogram wordt afgebeeld in het systeemvak, leest u in “Het
UltraNav-pictogram in het systeemvak plaatsen” op pagina 37.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
De TrackPoint bestaat uit een aanwijsknopje
1
op het toetsenbord en drie klikknoppen onder aan het
toetsenbord. De beweging van de muisaanwijzer
5
op het scherm wordt bepaald door de richting waarin u
druk uitoefent op het antislipdopje van het aanwijsknopje; het aanwijsknopje zelf beweegt niet. De snelheid
waarmee de aanwijzer wordt verplaatst, wordt bepaald door de druk die op de knop wordt uitgeoefend.
De functies van de linker
4
en rechter
2
klikknop komen overeen met die van de linker en rechter knop
op een conventionele muis. De middelste knop van de TrackPoint
3
is de 'bladerknop'. Hiermee kunt u
in elke gewenste richting door webpagina's en andere documenten bladeren, zonder dat u de grafische
schuifbalken langs de randen van het venster hoeft te gebruiken.
34
Handboek voor de gebruiker