Home » Lenovo Manuals » Laptops » Lenovo ThinkPad Edge E420 » Manual Viewer

Lenovo ThinkPad Edge E420 (Dutch) User Guide - Page 68

De functie voor draadloze communicatie in- of uitschakelen, van Access Connections.

View all Lenovo ThinkPad Edge E420 manuals

Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals

Page 68 highlights

Met het statuspictogram voor de draadloze verbinding wordt de signaalsterkte en de status van de draadloze verbinding weergegeven. U kunt de sterkte van het signaal en de status van de draadloze verbinding controleren door Access Connections te openen of door te dubbelklikken op het desbetreffende pictogram van Access Connections op de taakbalk. Opmerking: Om te zorgen dat het Access Connections-pictogram en het pictogram voor de status van de draadloze verbinding worden afgebeeld, kunt u op Verborgen pictogrammen afbeelden op de taakbalk klikken. Wilt u de pictogrammen permanent op de taakbalk plaatsen, klik dan op Aanpassen en pas de instellingen aan zoals gewenst. Meer informatie over de pictogrammen vindt u in de Help-informatie van Access Connections. • Pictogrammen voor de status van Access Connections - Er is geen locatieprofiel actief of er bestaat geen locatieprofiel. - Verbinding via het huidige locatieprofiel is verbroken. - Er is verbinding via het huidige locatieprofiel. • Pictogrammen voor de status van de draadloze verbinding: draadloos LAN - Draadloze radio ontvangt geen stroom. - De radio voor draadloze communicatie staat aan. Geen koppeling. - De radio voor draadloze communicatie staat aan. Geen signaal. - De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding is uitstekend. - De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding is redelijk. - De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding is zeer slecht. Om de signaalsterkte te verbeteren, kunt u uw systeem dichter bij het draadloze toegangspunt plaatsen. • Pictogrammen voor de status van de draadloze verbinding: draadloos WAN - De WAN-radio staat uit. - Geen koppeling - Geen signaal - Signaalsterkte 1 - Signaalsterkte 2 - Signaalsterkte 3 Opmerking: Als er problemen zijn, kunt u proberen uw computer dichter bij het toegangspunt te plaatsen. De functie voor draadloze communicatie in- of uitschakelen Druk op F9 om de functies voor draadloze communicatie in- of uit te schakelen. Er wordt een lijst van draadloze voorzieningen afgebeeld. U kunt de functie met één enkele klik in- of uitschakelen. U kunt de functie ook in- of uitschakelen door de onderstaande procedures uit te voeren. U schakelt de functie voor draadloze communicatie als volgt in: 1. Klik op het statuspictogram van Access Connections in het systeemvak. 50 Handboek voor de gebruiker

Section	Page
Lees dit eerst	7
Belangrijke veiligheidsvoorschriften	8
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is	9
Veiligheidsrichtlijnen	9
Hoofdstuk 1. Productoverzicht	19
De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes	19
Voorkant	20
Rechterkant	24
Linkerkant	25
Onderkant	27
Achterkant	29
Statuslampjes	29
De plaats van belangrijke productinformatie	31
Machinetype en modelnummer	32
Label met het FCC ID en het IC-certificeringsnummer	32
Certificaat van Echtheid	33
Functies	33
ThinkPad Edge E420 functies	33
ThinkPad Edge E520 functies	35
Specificaties	36
ThinkPad Edge E420 specificaties	36
ThinkPad Edge E520 specificaties	36
Gebruiksomgeving	37
ThinkVantage-technologie en software	37
Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7	38
Access Connections	40
Active Protection System	40
Fingerprint Software	40
Lenovo Solutions Center	40
Lenovo ThinkVantage Tools	41
Lenovo ThinkVantage Toolbox	41
Message Center Plus	41
Password Manager	41
Power Manager	42
Product Recovery	42
Rescue and Recovery	42
System Update	42
ThinkVantage GPS	42
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken	45
De computer registreren	45
Veelgestelde vragen	45
Speciale toetsen en knoppen	47
ThinkPad Edge E420 speciale toetsen	47
ThinkPad Edge E520 speciale toetsen	49
Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken	52
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken	52
De touchpad gebruiken	54
Gedrag van de UltraNav in combinatie met een muis	55
UltraNav-pictogram toevoegen aan systeemvak	55
Energiebeheer	56
Nagaan hoe vol de batterij is	56
De wisselstroomadapter gebruiken	56
De batterij opladen	57
De werkingsduur van de batterij verlengen	57
Energiebeheer	58
Spaarstanden	58
Omgaan met de batterij	59
Verbinding maken met het netwerk	61
Ethernet-verbindingen	61
Draadloze verbindingen	61
Een projector of extern beeldscherm gebruiken	69
De instellingen van het beeldscherm aanpassen	69
Een projector of extern beeldscherm aansluiten	69
Dubbele beeldschermen gebruiken	72
De audiovoorzieningen gebruiken	73
De ingebouwde camera gebruiken	74
Het optische-schijfstation gebruiken	74
Een flash media-kaart gebruiken	75
Een flash media-kaart plaatsen	75
Een flash media-kaart verwijderen	76
Hoofdstuk 3. U en uw computer	77
Toegankelijkheid en comfort	77
Ergonomisch werken	77
Comfortabel werken	78
Informatie voor gehandicapten	79
De computer meenemen op reis	79
Tips voor als u op reis gaat	80
Accessoires voor op reis	80
Hoofdstuk 4. Beveiliging	81
Een kabelslot aanbrengen	81
Wachtwoorden gebruiken	81
Wachtwoorden en de sluimerstand (Standby)	82
Wachtwoorden invoeren	82
Systeemwachtwoord	82
Vaste-schijfwachtwoorden	83
Beheerderswachtwoord	85
Beveiliging van de vaste schijf	87
De vingerafdruklezer gebruiken	87
Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van het vaste-schijfstation	89
Firewalls gebruiken en begrijpen	90
Gegevens beschermen tegen virussen	90
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel	91
Herstelmedia maken en gebruiken	91
Herstelmedia maken	92
Herstelmedia gebruiken	92
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren	93
Een backupbewerking uitvoeren	93
Een herstelbewerking uitvoeren	93
Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery	94
Noodherstelmedia maken en gebruiken	95
Een noodherstelmedium maken	95
Een noodherstelmedium gebruiken	96
Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren	96
Problemen met herstelprocedures oplossen	97
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen	99
Voorkoming van statische elektriciteit	99
De batterij verwisselen	99
Het vaste-schijfstation vervangen	101
Het optische-schijfstation vervangen	104
ThinkPad Edge E420	104
ThinkPad Edge E520	107
De Wireless WAN PCI Express Mini-kaart installeren en vervangen	108
Een Wireless LAN/WiMAX PCI Express Mini-kaart installeren of vervangen	112
Geheugenmodules vervangen	115
Het toetsenbord vervangen	118
ThinkPad Edge E420	118
ThinkPad Edge E520	122
De SIM-kaart vervangen	126
Hoofdstuk 7. De computer uitbreiden	129
Opties voor de ThinkPad zoeken	129
Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie	131
Een nieuw besturingssysteem installeren	131
Voor u begint	131
Windows 7 installeren	132
Windows XP installeren	133
Stuurprogramma's installeren	135
Het stuurprogramma voor de 4-in-1 Geheugenkaartlezer installeren	135
Het ThinkPad Monitor-bestand voor Windows 2000/XP/Vista/7 installeren	135
Installeer Intel Chipset Support voor Windows 2000/XP/Vista/7	137
Stuurprogramma's en software installeren	137
ThinkPad Setup	137
Menu Config	138
Menu Date/Time	139
Menu Security	139
Menu Startup	140
Menu Restart	141
Items voor ThinkPad Setup	141
Het UEFI BIOS van het systeem bijwerken	149
Hoofdstuk 9. Problemen voorkomen	151
Algemene voorzorgsmaatregelen	151
Stuurprogramma's up-to-date houden	152
De nieuwste stuurprogramma's van de website downloaden	152
De nieuwste stuurprogramma's downloaden met System Update	152
Onderhoud van de computer	153
De kap van de computer schoonmaken	155
Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen	157
De oorzaak van een probleem opsporen	157
Problemen oplossen	158
De computer reageert niet meer	158
Wat te doen als u op het toetsenbord hebt gemorst	159
Foutberichten	159
Fouten zonder bericht	163
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt	164
Problemen met het geheugen	164
Netwerkfuncties	165
Toetsenbord en aanwijsapparaten	170
Beeldscherm en multimedia	171
Problemen met de vingerafdruklezer	178
Batterij en voeding	179
Stations en andere opslagapparaten	182
Problemen met de software	184
Poorten en aansluitingen	184
Hoofdstuk 11. Ondersteuning	187
Voordat u Lenovo belt	187
Uw computer registreren	187
Systeemupdates downloaden	187
Gegevens noteren	187
Hulp en service	188
Diagnoseprogramma's gebruiken	188
Website Lenovo-support	188
Lenovo bellen	189
Extra services aanschaffen	190
Bijlage A. Regelgeving	191
Informatie over draadloze communicatie	191
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie	192
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos	193
Kennisgeving classificatie voor export	194
Elektromagnetische straling	194
Verklaring van de Federal Communications Commission	194
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B	195
Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit	195
Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B	195
Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B	196
Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B	196
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase	196
Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan	196
Aanvullende kennisgeving regelgeving	196
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling	197
EU-richtlijnen voor AEEA	197
Richtlijnen voor recycling in Japan	197
Recyclinginformatie voor Brazilië	198
Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan	198
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde Staten en Canada	199
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie	199
Bijlage C. Kennisgevingen	201

Match case Limit results 1 per page

Met het statuspictogram voor de draadloze verbinding wordt de signaalsterkte en de status van de draadloze

verbinding weergegeven.

U kunt de sterkte van het signaal en de status van de draadloze verbinding controleren door Access

Connections te openen of door te dubbelklikken op het desbetreffende pictogram van Access Connections

op de taakbalk.

Opmerking:

Om te zorgen dat het Access Connections-pictogram en het pictogram voor de status van de

draadloze verbinding worden afgebeeld, kunt u op

Verborgen pictogrammen afbeelden

op de taakbalk

klikken. Wilt u de pictogrammen permanent op de taakbalk plaatsen, klik dan op

Aanpassen

en pas

de instellingen aan zoals gewenst. Meer informatie over de pictogrammen vindt u in de Help-informatie

van Access Connections.

•

Pictogrammen voor de status van Access Connections

–

Er is geen locatieproﬁel actief of er bestaat geen locatieproﬁel.

–

Verbinding via het huidige locatieproﬁel is verbroken.

–

Er is verbinding via het huidige locatieproﬁel.

•

Pictogrammen voor de status van de draadloze verbinding: draadloos LAN

–

Draadloze radio ontvangt geen stroom.

–

De radio voor draadloze communicatie staat aan. Geen koppeling.

–

De radio voor draadloze communicatie staat aan. Geen signaal.

–

De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding is

uitstekend.

–

De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding

is redelijk.

–

De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding

is zeer slecht. Om de signaalsterkte te verbeteren, kunt u uw systeem dichter bij het draadloze

toegangspunt plaatsen.

•

Pictogrammen voor de status van de draadloze verbinding: draadloos WAN

–

De WAN-radio staat uit.

–

Geen koppeling

–

Geen signaal

–

Signaalsterkte 1

–

Signaalsterkte 2

–

Signaalsterkte 3

Opmerking:

Als er problemen zijn, kunt u proberen uw computer dichter bij het toegangspunt te plaatsen.

De functie voor draadloze communicatie in- of uitschakelen

Druk op F9 om de functies voor draadloze communicatie in- of uit te schakelen. Er wordt een lijst van

draadloze voorzieningen afgebeeld. U kunt de functie met één enkele klik in- of uitschakelen.

U kunt de functie ook in- of uitschakelen door de onderstaande procedures uit te voeren.

U schakelt de functie voor draadloze communicatie als volgt in:

1. Klik op het statuspictogram van Access Connections in het systeemvak.

Handboek voor de gebruiker