Brother International VX-1400 User Manual - French - Page 29

Stoff-, Nadel- & Garntabelle

Page 29 highlights

SEHR DÜNN LEICHT MITTEL SCHWER STOFF-, NADEL- & GARNTABELLE STOFF Feine Strickwaren, feine Spitze, dünnes Leinen, Seide, Organza, Chiffon Voile, Taft, Synthetik, Seide, Batist Baumwolle, Gingham, Popeline, Percale, Pikee, Satin, Samt, Feinwolle, feiner Kordsamt, Anzugstoffe, Leinen, Musselin NADELGRÖSSE 9 11 14 (Mit Ihrer Maschine geliefert) FADENSTÄRKE Baumwolle: 80 Synthetik dünne, mercerisierte Baumwolle Baumwolle: 60~80 Seide: A Synthetik Mercerisiert 50 Baumwolle: 50~60 Seide: A Synthetik Mercerisiert 50~60 Jeansstoff, Gabardine, Tweed, Kordsamt, Zelt- und Segeltuch Baumwolle: 40~50 16 Mercerisiert, schwere Ausführung Strickstoffe Einfacher Strickstoff, doppelter Strickstoff, Jersey, Trikot Kugelspitze 14 Baumwollumwickeltes Polyester HINWEIS: 1. Wählen Sie aus der obenstehenden Tabelle die richtige Nadel und die richtige Fadenstärke. 2. Benutzen Sie gleiche Fadenstärken für Ober- und Unterfaden (Rolle und Spule). OVERZICHT VAN MATERIALEN, NAALDEN EN GARENS ZEER DUN DUN MEDIUM MATERIALEN NAALDEN GARENS Katoen: 80 Dunne tricot, dun kant, dun linnen, zijde, organza, chiffon 9 Synthetisch fijne, gemerc. Voile, taft, synthetische stoffen, zijde, Batist Katoen: 60~80 11 Zijde: "A" Synthetisch gemerc. 50 Katoen, gingham, poplin, perkal, piqué, satijn, fluweel, dunne wol, dunne corduroy, stoffen voor herenkleding, linnen, mousseline 14 (Bij uw machine geleverd) Katoen: 50~60 Zijde: "A" Synthetisch gemerc. 50~60 Denim, gabardine, tweed, corduroy, canvas, Katoen: 40~50 DIK ongekeperd linnen 16 Zwaar gemerc. Gebreid materiaal Enkel, dubbel, jersey, tricot Balpen 14 Katoen-polyester OPMERKING: 1. Kies de juiste naald en garen volgens de bovenstaande tabel. 2. Voor de onderdraad moet altijd hetzelfde garen worden gebruikt als voor de bovendraad (klos en spoel). 22

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65

22
SEHR DÜNN
LEICHT
MITTEL
SCHWER
Strickstoffe
9
11
14
(Mit Ihrer Maschine
geliefert)
16
Kugelspitze 14
STOFF-, NADEL- & GARNTABELLE
STOFF
NADELGRÖSSE
FADENSTÄRKE
ZEER DUN
DUN
MEDIUM
DIK
Gebreid materiaal
Dunne tricot, dun kant, dun linnen, zijde, organza,
chiffon
Voile, taft, synthetische stoffen, zijde, Batist
Katoen, gingham, poplin, perkal, piqué, satijn, flu-
weel, dunne wol, dunne corduroy, stoffen voor heren-
kleding, linnen, mousseline
Denim, gabardine, tweed, corduroy, canvas,
ongekeperd linnen
Enkel, dubbel, jersey, tricot
9
11
14
(Bij uw machine geleverd)
16
Balpen 14
Katoen: 80
Synthetisch
fijne, gemerc.
Katoen: 60~80
Zijde: “A”
Synthetisch
gemerc. 50
Katoen: 50~60
Zijde: “A”
Synthetisch
gemerc. 50~60
Katoen: 40~50
Zwaar gemerc.
Katoen-polyester
OVERZICHT VAN MATERIALEN, NAALDEN EN GARENS
MATERIALEN
NAALDEN
GARENS
OPMERKING:
1.
Kies de juiste naald en garen volgens de bovenstaande tabel.
2.
Voor de onderdraad moet altijd hetzelfde garen worden gebruikt als voor de bovendraad (klos en spoel).
Feine Strickwaren, feine Spitze, dünnes Leinen, Sei-
de, Organza, Chiffon
Voile, Taft, Synthetik, Seide, Batist
Baumwolle, Gingham, Popeline, Percale, Pikee, Satin,
Samt, Feinwolle, feiner Kordsamt, Anzugstoffe, Lei-
nen, Musselin
Jeansstoff, Gabardine, Tweed,
Kordsamt, Zelt- und Segeltuch
Einfacher Strickstoff, doppelter Strickstoff, Jersey,
Trikot
Baumwolle: 80
Synthetik
dünne, mercerisierte
Baumwolle
Baumwolle: 60~80
Seide: A
Synthetik
Mercerisiert 50
Baumwolle: 50~60
Seide: A
Synthetik
Mercerisiert 50~60
Baumwolle: 40~50
Mercerisiert, schwere Ausführung
Baumwollumwickeltes Polyester
HINWEIS:
1.
Wählen Sie aus der obenstehenden Tabelle die richtige Nadel und die richtige Fadenstärke.
2.
Benutzen Sie gleiche Fadenstärken für Ober- und Unterfaden (Rolle und Spule).