HP Color LaserJet 4730 HP LaserJet - Network Install Guide (multiple language) - Page 33

Client-server-afdrukken via gedeelde printer met een rechtstreekse verbinding, Nederlands

Page 33 highlights

NNeedderelrlaannddss Installatieprocedure: 1. Druk een configuratiepagina af en noteer het IP-adres op de tweede pagina onder TCP-IP. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de cd voor instructies over het afdrukken van de configuratiepagina. Als het IP-adres 0.0.0.0 is, moet u wachten totdat het initialiseren is voltooid (twee of drie minuten) en drukt u opnieuw een configuratiepagina af. Als er geen geldig IP-adres via het netwerk wordt gevonden, wordt er automatisch een standaard IP-adres (192.0.0.192 of 169.254.x.x) toegewezen. Als u een bepaald IP-adres wilt toewijzen via het bedieningspaneel van de printer, gaat u naar de instructies aan het einde van dit document. moet u de stuurprogramma's toevoegen in het venster Ondersteuning van het stuurprogramma voor clients nadat de printer is geïnstalleerd. • Wilt u stuurprogramma's delen op verschillende besturingssystemen, dan markeert u de printer en selecteert u Bestand, Eigenschappen. Selecteer Extra stuurprogramma's op het tabblad Delen en wijs de gewenste stuurprogramma's aan. 10. Voor Windows 2000 en XP kunt u desgewenst een locatie en een beschrijving opgeven. 11. In het venster Gereed om te installatie selecteert u Installeren en wacht u tot de installatie is voltooid. 2. Plaats de cd die bij de printer is geleverd. Het 3 - Client-server-afdrukken via installatieprogramma voor de software wordt automatisch gestart. Is dit niet het geval, dan gaat gedeelde printer met een u naar setup.exe in de hoofdmap van de cd en rechtstreekse verbinding dubbelklikt u hierop. 3. Selecteer de taal die u wilt gebruiken in het hulpprogramma en accepteer de Gebruiksrechtovereenkomst. 4. Selecteer Via het netwerk in het venster Printeraansluiting. Serverinstallatie De printer is rechtstreeks aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel en is gedeeld met andere computers of clients via het netwerk. 5. Controleer de printerinstellingen in het venster Instellingen bevestigen. Server Printer Opmerking Als u het IP-adres handmatig wilt wijzigen, selecteert u Instellingen wijzigen in het venster Instellingen bevestigen en voert u de procedure uit. Clients 6. Selecteer Standaardinstallatie in het venster Type installatie om de standaardsoftware te installeren. Selecteer Minimuminstallatie om het minimumaantal stuurprogramma's en softwareonderdelen te installeren. Selecteer Aangepaste installatie als u de software die u ● Aanbevolen voor printers zonder netwerkverbinding. wilt installeren, wilt selecteren. ● De printer moet rechtstreeks zijn aangesloten op 7. Geef in het venster Printernaam een naam op een computer met een parallelle of USB-kabel. voor de printer die moet worden gebruikt in de ● Installatieoverzicht: map Printers. • Hardware-installatie: sluit de printer 8. Klik in het venster Printer delen op de knop Printer delen en voer de procedure uit. rechtstreeks aan op de computer met een parallelle of USB-kabel. 9. Als u de printer deelt met andere computers waarop andere besturingssystemen worden • Start de cd die bij de printer is geleverd op de servercomputer om afdrukken in te schakelen. uitgevoerd dan op de computer die u gebruikt, ● Vereiste gegevens tijdens de software-installatie: geef de printer een sharenaam. NLWW 3

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48

NLWW
3
Nederlands
Nederlands
Installatieprocedure:
1.
Druk een configuratiepagina af en noteer het
IP-adres op de tweede pagina onder
TCP-IP
.
Raadpleeg de
gebruikershandleiding
op de cd
voor instructies over het afdrukken van de
configuratiepagina. Als het IP-adres 0.0.0.0 is,
moet u wachten totdat het initialiseren is voltooid
(twee of drie minuten) en drukt u opnieuw een
configuratiepagina af. Als er geen geldig
IP-adres via het netwerk wordt gevonden, wordt
er automatisch een standaard
IP-adres (192.0.0.192 of 169.254.x.x)
toegewezen. Als u een bepaald IP-adres wilt
toewijzen via het bedieningspaneel van de printer,
gaat u naar de instructies aan het einde van dit
document.
2.
Plaats de cd die bij de printer is geleverd. Het
installatieprogramma voor de software wordt
automatisch gestart. Is dit niet het geval, dan gaat
u naar setup.exe in de hoofdmap van de cd en
dubbelklikt u hierop.
3.
Selecteer de taal die u wilt gebruiken in het
hulpprogramma en accepteer de
Gebruiksrechtovereenkomst.
4.
Selecteer
Via het netwerk
in het venster
Printeraansluiting.
5.
Controleer de printerinstellingen in het venster
Instellingen bevestigen.
Opmerking
Als u het IP-adres handmatig wilt
wijzigen, selecteert u Instellingen
wijzigen in het venster Instellingen
bevestigen en voert u de
procedure uit.
6.
Selecteer
Standaardinstallatie
in het venster
Type installatie om de standaardsoftware te
installeren. Selecteer
Minimuminstallatie
om het
minimumaantal stuurprogramma’s en
softwareonderdelen te installeren. Selecteer
Aangepaste installatie
als u de software die u
wilt installeren, wilt selecteren.
7.
Geef in het venster Printernaam een naam op
voor de printer die moet worden gebruikt in de
map Printers.
8.
Klik in het venster Printer delen op de knop Printer
delen en voer de procedure uit.
9.
Als u de printer deelt met andere computers
waarop andere besturingssystemen worden
uitgevoerd dan op de computer die u gebruikt,
moet u de stuurprogramma’s toevoegen in het
venster Ondersteuning van het stuurprogramma
voor clients nadat de printer is geïnstalleerd.
Wilt u stuurprogramma’s delen op
verschillende besturingssystemen, dan
markeert u de printer en selecteert u Bestand,
Eigenschappen. Selecteer Extra
stuurprogramma’s op het tabblad Delen en wijs
de gewenste stuurprogramma’s aan.
10.
Voor Windows 2000 en XP kunt u desgewenst
een locatie en een beschrijving opgeven.
11.
In het venster Gereed om te installatie selecteert
u Installeren en wacht u tot de installatie is
voltooid.
3 - Client-server-afdrukken via
gedeelde printer met een
rechtstreekse verbinding
Serverinstallatie
De printer is rechtstreeks aangesloten op een
computer met een parallelle of USB-kabel en is
gedeeld met andere computers of clients via het
netwerk.
Aanbevolen voor printers zonder
netwerkverbinding.
De printer moet rechtstreeks zijn aangesloten op
een computer met een parallelle of USB-kabel.
Installatieoverzicht:
Hardware-installatie: sluit de printer
rechtstreeks aan op de computer met een
parallelle of USB-kabel.
Start de cd die bij de printer is geleverd op de
servercomputer om afdrukken in te schakelen.
Vereiste gegevens tijdens de software-installatie:
geef de printer een sharenaam.
Server
Clients
Printer